Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 15 augustus 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 14 augustus 2021 om 03.32 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied ten noorden van Schotland trekt oostwaarts en bereikt
zondagavond Finland. Rondom dit laag zijn enkele zwakke
occlusierestanten gedraaid die boven met name het noordelijke deel van
de FIR en het uiterste noorden van het land blijven slepen. Vanmiddag en
vanavond passeert een restant van een nauwelijks herkenbaar WNW-OZO
georiënteerd warmtefront het land van zuidwest naar noordoost, gevolgd
door een inactief koufront. De passage van de warme sector wordt vooral
gekenmerkt door iets hogere dauwpunten. De inactieve frontale zones
trekken noordoostwaarts en worden uiteindelijk tegen de occlusie boven
het noorden/Noordzee gedrukt. Een subtiele bovenluchttrog die het
noorden van de FIR schampt in de nacht naar zondag lijkt het
warmtefront/occlusie iets te doen activeren boven het noorden van het
land. Een tweede inactief warmtefront bereikt ons zondagochtend en trekt
overdag noordoostwaarts. Het bijbehorende koufront bereikt het westen in
de middag, en verlaat het oosten in de loop van de avond. Na passage van
het koufront wordt met een westelijke stroming polaire lucht aangevoerd.


MODELBEOORDELING:
De grenslaagcondities vormen vooral vanochtend het belangrijkste
aandachtspunt. In de modellen zien we vanochtend turbulentiestratus
boven het (zuid)westen; een combi van vochtige lucht en convergentie in
Het Kanaal en langs onze kust en wellicht ook de restanten van de
slepende occlusie. De mate waarin dit zich voordoet verschilt in de
modellen, al lijkt het zwaartepunt nu wel duidelijk in een band over het
zuidwesten, midden en (noord)oosten te liggen. Wat actueel door de
modellen wordt gemist, is de mist in het zuidoosten. Met weinig wind en
een T-Td die dicht bij elkaar ligt, kan dit ook elders in het zuidoosten
gebeuren de komende uren. Verder laten de modellen van tijd tot tijd
lichte regen zien, zowel bij de occlusierestanten en ook bij het
warmtefront. De bewolking is dan net dik genoeg om coalescentieneerslag
te produceren en in werkelijkheid gebeurt dit ook vaak. Met name als het
warmtefront boven het noorden aankomt morgenavond zien we een
activering, dit lijkt realistisch en nemen we over. Zondag bij het
koufront vooral in het noorden ook wat stratuskansen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In het noorden van de FIR nog lokaal 6 Bft, later vanmiddag geleidelijk
afnemend.

BEWOLKING:
Vanochtend kans op stratus (zie modelbeoordeling). Verder vooral boven
de noordelijke helft soms wat velden Sc/Ac bewolking nabij de frontale
restanten. De bewolking is aanvankelijk hoofdzakelijk gelaagd/stratiform
en wordt overdag cumuliform (Cu/Sc). Bij het warmtefront zien we met
name vanaf de nacht naar zondag ook wat ondiepe convectieve bewolking,
toppen tot ca. FL100, het front ligt dan al boven het noorden. Verder
bij het warmtefront boven zee kans op St. Zondag bij het koufront kleine
kans op Cb's, toppen tot FL250/-20C.

NEERSLAG:
Bij de frontale restanten mogelijk heel lokaal lichte regen. Bij het
warmtefront nemen de neerslagkansen geleidelijk toe en vanaf de nacht
naar zondag het ook buiig van karakter kunnen worden door inzaaiing.
Zondag bij het koufront een kleine kans op convectieve buien, maar de
vorming ervan is afhankelijk van de hoeveelheid vocht, de progtemps
lijken vooralsnog te droog voor het vormen van buien in het
(noord)oosten. Potentieel is 700/1000 J/kg CAPE en een effectieve
schering in de orde van 30 kn aanwezig is, dit kan potentieel leiden tot
beter georganiseerde multicell buien.

ZICHT:
Goed. Vanochtend mogelijk matig en in mist slecht.


TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI