Guidance modelbeoordeling voor Nederland

13-08-2021 17:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 14 augustus 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 13 augustus 2021 om 17.54 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied ten noordwesten van Schotland trekt richting
Scandinavië en arriveert daar in de loop van de ochtend. Een aan dit
laag gekoppeld zwak koufront heeft inmiddels het oosten verlaten. Daarna
volgen enkele uitermate zwakke occlusierestanten die om het voornoemde
laag heen gedraaid zijn en boven met name de noordelijke helft van het
land blijven slepen. Morgenmiddag en -avond passeert een nauwelijks
herkenbaar WNW-OZO georiënteerd warmtefront het land van zuidwest naar
noordoost, behorende bij een lagedrukgebied west van Ierland. De passage
wordt vooral gekenmerkt door iets hogere dauwpunten. Een subtiele
bovenluchttrog die het noorden van de FIR schampt zondagnacht lijkt het
warmtefront iets te doen activeren boven het noorden van het land. Het
bijbehorende koufront zal ons pas zondagmiddag/avond bereiken. De
passerende frontale systemen zijn weinig actief wegens de continue
nabijheid van een rug van hogedruk net ten zuiden van onze omgeving.


MODELBEOORDELING:
De grenslaagcondities vormen de komende periode het belangrijkste
aandachtspunt. Komende nacht zien we in de modellen de vorming van
turbulentiestratus; een combi van vochtige lucht en convergentie in Het
Kanaal en langs onze kust en wellicht ook de restanten van de slepende
occlusie. De mate waarin dit zich voordoet verschilt in de modellen, al
lijkt het zwaartepunt nu wel duidelijk in een band over het zuidwesten,
midden en (noord)oosten te liggen. Verder laten de modellen van tijd tot
tijd lichte regen zien, zowel bij de occlusierestanten en ook bij het
warmtefront. De bewolking is dan net dik genoeg om coalescentieneerslag
te produceren en in werkelijkheid gebeurt dit ook vaak. Met name als het
warmtefront boven het noorden aankomt zien we een activering.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vannacht en morgen in het noorden van de FIR nog af en toe 6 Bft maar
geen seinen meer.

BEWOLKING:
Vannacht en morgenochtend kans op stratus (zie modelbeoordeling). Verder
vooral boven de noordelijke helft soms wat velden Sc/Ac bewolking nabij
de frontale restanten. De bewolking is aanvankelijk hoofdzakelijk
gelaagd/stratiform. Bij het warmtefront zien we met name vanaf de nacht
naar zondag ook wat ondiepe convectieve bewolking, toppen tot ca. FL100,
het front ligt dan al boven het noorden. Verder bij het warmtefront
boven zee kans op St.

NEERSLAG:
Bij de frontale restanten mogelijk heel lokaal lichte regen. Bij het
warmtefront nemen de neerslagkansen geleidelijk toe en vanaf de nacht
naar zondag het ook buiig van karakter kunnen worden door inzaaiing.

ZICHT:
Goed, later vannacht en morgenochtend vroeg tijdelijk iets teruglopend
bij/onder de stratus.


TEMPERATUUR:
Morgen in het zuidoosten lokaal zomers warm, verder geen bijzonderheden.

Note: Nieuw-Beerta is de laatste dagen (week) opvallend veel warmer dan
het warmste model. Geen enkel ander station vertoont zo'n grote
afwijking en de vraag is nu of omgevingsfactoren de temperatuur daar
keer op keer zo hoog opstuwen (braakliggende akker ten zuidwesten van
het veld?). Aan de andere kant was de Tx van gisteren geen uitschieter
t.o.v. stations net over de grens in Duitsland, dus het lijkt erop dat
het toch echt een modelprobleem is. LAI? Te veel verdamping in het
model? Dat laatste lijkt het niet te zijn, het dauwpunt wijkt niet
zoveel af.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI