Guidance modelbeoordeling voor Nederland

03-09-2016 17:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 04 september 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 03 september 2016 om 17.13 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag trekt gedurende de periode van Ierland over het noorden van de
FIR naar Denemarken. Het warmtefront van bijbehorend gecompliceerd
frontaal systeem bereikt in de loop van de avond ons land en trekt
noordoostwaarts. Daar vooruit trekt actueel een warmtefrontafloper over
de noordwestelijke helft van de FIR. Achter dat warmtefront komen we in
warme, vochtige lucht (ThetaW ~16 C) en wordt de opbouw potentieel
onstabiel. Een hoogtekoufront trekt tussen 03 en 06 UTC van west naar
oost over het land, gevolgd door het grondfront dat tussen 06 en 09 UTC
in het westen bereikt, in combinatie met een vrij scherpe hoogtetrog op
500 hPa. Dit grondfront verlaat tussen 09 en 12 UTC het oosten van het
land. Daarachter volgen nog occlusie(restanten), waarvan zondagavond de
ingedraaide occlusie bij het laag boven de noordelijke helft het meest
actief is. Zondagmiddag trekt er overigens nog een linkeruitgang van een
stevige jet van west naar oost over het land.

MODELBEOORDELING:
De beschreven structuren zijn in alle modellen redelijk goed terug te
vinden. Er zitten wat kleine timingsverschillen in de doorkomst van het
grondkoufront, Harmonie36 lijkt het traagst. De berekening van het laag
gaat zondagavond wel behoorlijk uiteenlopen, dit zien we al een aantal
runs achter elkaar. In de laatste runs (12 UTC) zien we dat in Hirlam de
knijpzone aan de zuidwestflank beter ontwikkeld is en in tegenstelling
tot vorige runs een stuk zuidelijker komt met tot gevolg een sterker
windveld langs de kust dan in EC/Harmonie.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Nabij en na passage van het warmtefront 6 Bft op zee en langs de kust,
lokaal mogelijk 7. Na passage van het grondkoufront een NW-ZO
georienteerd windveld dat zondagmiddag en avond op de kust met 6 Bft,
lokaal 7 Bft, komt te staan. Zoals in de modelbeoordeling beschreven zit
hier nog behoorlijke onzekerheid in, dus in de verwachting vooralsnog
niet geregionaliseerd. In het sterkste windveld zijn windstoten mogelijk
van 50-60 km/uur, bij buien mogelijk nog iets meer, maar de meeste buien
worden vannacht vanaf grote hoogte getriggerd zodat eventuele
impulsuitwisseling niet of nauwelijks de grond bereikt.

BEWOLKING:
Bij de warmtefrontafloper stratiforme bewolking op SC-niveau. Bij en
achter het warmtefront tot aan passage van het grondkoufront toenemende
kans op stratus. Op hoogte wordt de opbouw op nadering van het
hoogtekoufront potentieel onstabiel met toenemende kans op ingebedde
CB's met basis rond FL080 en toppen rond FL300. Bij het grondkoufront
vooral in de oostelijke helft op dagelijkse gang een CB gevoed vanaf de
grond met basis op 1500 vt en toppen richting FL300. Na passage van het
grondkoufront stijgen de bovenluchttemperaturen en wordt de lucht
droger, waardoor de CB's minder talrijk en dieper worden. Nabij de
ingedraaide occlusie is vooral in de noordelijke helft weer sprake van
SC met ingebedde Cb's, die mogelijk nog wel tot FL250 komen.

NEERSLAG:
Bij de warmtefrontafloper en nabij het warmtefront stratiforme (lichte)
regen. Op nadering van het hoogtekoufront en de hoogtetrog wordt de
opbouw potentieel onstabiel vanaf circa FL080. De MUCAPE neemt dan toe
naar maximaal 1000-1500 J/Kg. De schering is gering (orde 10-15 kn). Dit
levert slecht georganiseerde multicellen op. Harmonie komt met een
duidelijk onweerssignaal, INDECS ook. Nabij het grondkoufront lijkt op
dagelijkse gang in de oostelijke helft nog een onweersbui mogelijk,
geholpen door de hoogtetrog en mogelijk al de forcering bij de jet. De
effectieve windschering neemt dan toe naar 35-40 kn, dit kan beter
georganiseerde cellen opleveren, mogelijk een squall-achtige structuur
i.c.m. de hoogtetrog. Ook dan is de kans op onweer reëel, maar de
progtemps zien er niet overtuigend onstabiel uit. Na passage van het
grondkoufront neemt de CAPE snel af. Bij de occlusierestanten aanhoudend
kans op een lichte tot matige bui (ook onder invloed van de jet), nabij
de ingedraaide occlusie buiige neerslag, onweer is dan niet geheel
uitgesloten.

ZICHT:
Zichtverminderingen volgen de neerslagintensiteit, maar die laatste moet
vrij fors zijn om in combinatie met de wind voor echt slechte zichten te
kunnen zorgen.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI