Guidance modelbeoordeling voor Nederland

26-07-2021 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 27 juli 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 26 juli 2021 om 11.11 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een vlak lagedrukgebied boven het zuidwesten trekt langzaam NNO-waarts,
ligt rond middernacht het noordelijk Waddengebied en bereikt
morgenmiddag de zuidkust van Noorwegen. Een tweede laag ten noordoosten
van Schotland beweegt vandaag verder NNW-waarts weg. Om de beide
lagedrukgebieden heen bevinden zich ingedraaide occlusies of
occlusierestanten, al worden ze in het theta-w patroon steeds lastiger
te herkennen. Een hoogtelaag boven het uiterste noorden van Frankrijk
transformeert vandaag geleidelijk naar een hoogtetrog en beweegt later
vanmiddag en vanavond achter het grondlaag aan noordoostwaarts, wat aan
de voorzijde tgv PVA voor lift zorgt. Boven Noordwest-Europa is morgen
een grootschalig laag met diverse lagedrukkernen aanwezig, de
belangrijkste voor ons aandachtsgebied ligt boven Engeland. Zowel aan de
grond als op hoogte is de stroming zuidwestelijk en passeren er van tijd
tot tijd ondiepe kortgolvige trogjes en occlusierestanten. In de vroege
ochtend passeert een eerste (zwakke) hoogtetrog, aan het einde van de
middag bereikt een diepere hoogtetrog het zuidwesten en trekt in de
avond noordoostwaarts over ons land, voor de trog uit is wederom een
gebied met lift agv PVA aanwezig.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de modellen consistent en bruikbaar.
Belangrijkste aandachtspunten zijn [1] lage bewolking en [2] de
convectieve neerslag. Vwb [1]; De lage bewolking en mist rondom het laag
op de Noordzee wordt actueel redelijk (ietsje overdreven) beschreven
door HAP1, ook het mistveld ten westen van Denemarken begint zich
actueel uit te breiden en bereikt mogelijk nog het noordelijk deel van
de FIR, van dit laatst gaan we vooralsnog niet uit maar blijft een
aandachtspunt. Ook komende nacht van het zuidwesten uit wederom
toenemende ST kansen, we nemen hier HIR/HAP1 als leidraad. Vwb [2]; Rond
de gebieden met convergentie nabij de occlusies/kustgebieden zien we
vooral HIR/EC veel neerslag berekenen. De Harm-oplossingen berekenen ook
wel buien nabij de occlusies, maar minder grootschalig. Actueel zitten
de Harm-oplossingen er redelijk op, met iets grootschaligere neerslag in
het zuidwesten. We gaan nabij de occlusies uit van een mengeling van
HIR/EC en Harm, terwijl de buien op dagelijkse gang in het noord(oost)en
door de Ha-uitvoer realistisch lijkt. Nabij de kortgolvige trog komende
nacht boven het noorden kans op convectie boven de inversie. Morgen op
nadering van de hoogtetrog overal kans op convectie, daar waar de
opklaringen langdurig genoeg zijn.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanmiddag bij buien uitschieters van 20-25 kn. Morgen staat er wat meer
wind in de gehele kolom, uitschieters bij buien komen iets hoger uit
30-35 kn. Eerder Harm-oplossingen lieten lokaal zware windstoten zien,
aandachtspunt.

BEWOLKING:
Convectieve bewolking: Op de meeste plaatsen Cu/Sc. In buien bij de
oclussies en de (kortgolvige) troggen Cb's, toppen tot FL300-FL350
-40/-50C. Omdat de progtemps morgen overdag wat voorover hellen, zijn de
toppen wat minder hoog, FL250/-30C.
Stratus: Zie ook modelbeoordeling. Nabij het laag boven zee St, boven
land overdag rond St/Sc niveau en geleidelijk overgaand in Cu. Als
komende nacht het laag ten noorden van de Wadden terechtkomt is er
wederom kans op St, aandachtspunt. Komende nacht boven het westen van de
FIR van het zuidwesten uit wederom toenemende St kansen, al neemt de
wind dan wel toe, dus het zal rond het St/Sc niveau kunnen zijn en moet
zich beperken tot boven zee/kustprovincies.

NEERSLAG:
Buien bij de occlusie in het zuidwesten in een regime met 1000-1500 J/kg
CAPE en 5-10 kn effectieve schering, convectieve modus meest single
cell, mogelijk wat clusterend en/of overgaan in stratiforme neerslag
nabij de occlusie. Verder naar het noord(oost)en heeft zich in
opklaringen geleidelijk wat meer CAPE opgebouwd rond 1500 J/kg en lokaal
in het noordoosten later 1500-2000 J/kg. De effectieve schering is hier
ietsje hoger 10-15 kn. Convectieve modus van de buien vanmiddag vooral
pulse/onderkant multicell, lokaal met hagel rond 2 cm. Door de geringe
treksnelheid van de buien kan er vandaag lokaal veel neerslag vallen in
korte tijd (10-20 mm, lokaal 20-25 mm). Komende nacht bij de passage van
de kortgolvige hoogtetrog boven het noordwesten rond de 1000 J/kg muCape
en 5-10 kn schering, vooral single cell, mogelijk oplijnend op de trog.
Morgen overdag CAPE-waarden rond 1000 J/kg, de effectieve schering neemt
toe naar 15-20 kn, in het zuidoosten 20-25 kn. Convectieve modus in het
beter georganiseerde multi-cell regime. De treksnelheid van de buien is
morgen hoger, waardoor de neerslagaccumulatie waarschijnlijk kleiner is
dan vandaag (5-10 mm).

ZICHT:
Boven de Noordzee in het laag nog lokaal nevel. Vanaf vanmiddag zien we
met name in het noordelijk deel van de FIR de mistkansen toenemen,
aandachtspunt. Komende nacht lijkt de kans op nevel boven land wat
kleiner te zijn vanwege de iets toegenomen wind. Verder zien we
uiteraard in buien het zicht teruglopen, vooral in de zwaardere
exemplaren.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI