Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 27 juli 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 26 juli 2021 om 01.33 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven het uiterste noorden van Frankrijk beweegt
(zowel aan de grond als in de bovenlucht) noordoostwaarts en komt
vannacht langerekt ZZW-NNO-georienteerd over het westen van ons land te
liggen. Een secundair laag boven het uiterste noorden van onze FIR
beweegt vandaag verder NNW-waarts. Om de beide laagjes heen bevinden
zich ingedraaide occlusies of occlusierestanten, al worden ze in het
theta-w patroon steeds lastiger te redelijk te herkennen. Het laag aan
de grond beweegt overdag heel geleidelijk via het noorden van het land
noordoostwaarts en komt in de nacht naar dinsdag boven de Duitse Bocht
aan. Het hoogtelaag transformeert overdag geleidelijk naar een
hoogtetrog en beweegt samen met het grondlaag mee noordoostwaarts. Op
dinsdag zien we boven Noordwest-Europa een grootschalig laag met diverse
lagedrukkernen, één ervan boven Engeland. Zowel op aan de grond als op
hoogte is de stroming zuidwestelijk en passeren er van tijd tot tijd nog
steeds occlusierestanten. In de ochtend passeert een eerste (zwakke)
hoogtetrog, vanaf het einde van de middag volgt een tweede.

MODELBEOORDELING:
Het belangrijkste aandachtspunt gedurende deze periode is de convectieve
neerslag. Naast de (meest zwakke) dynamische forceringen zien we zien
steeds een sterke dagelijkse gang. De Harmoniemodellen hebben als
vanzelfsprekend een betere representatie van de convectieve neerslag,
Hirlam en EC hebben vaak de zwakke dynamische forceringen beter te
pakken. Maandag lijken de zwaarste buien een lichte voorkeur te hebben
voor het noorden van het land, op dinsdag lijken de zwaarste buien zich
te concentreren boven het zuidoosten van het land. Echter, vanwege de
complexiteit van de synoptische ontwikkeling en door de subtiele
verschillen in de posities en vormen van laagjes en occlusie(restanten)
is het zowel vandaag als morgen raadzaam om niet al teveel te
detailleren qua neerslagverwachting. Naast de neerslag is ook de lage
bewolking op de Noordzee een aandachtspunt, HAP1 is hier zoals vaker het
meest enthousiast in met op veel plaatsen ook mist.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Overdag bij buien uitschieters van 20-25 kn. Dinsdag staat er wat meer
wind in de gehele kolom weinig, derhalve bij de buien wat hogere
uitschieters, 30-35 kn, HAP2 komt in het zuidoosten zeer lokaal zelfs
met een lokale 45 kn.

BEWOLKING:
Vannacht brede opklaringen met lokaal nog een verdwaalde Cb. Verder zien
we op de Noordzee lokaal al wat gebiedjes met stratus, dit zou gedurende
de periode geleidelijk wat meer moeten worden. Boven de zuidelijke
Noordzee (en mogelijk ook boven het noordwesten) zien we later vannacht
en in de ochtend de vorming van Cb's, waarschijnlijk a.g.v. dynamische
forcering (convergentie) door het naderbij komen van het (hoogte)laag.
Overdag door dagelijkse gang ook boven land weer vorming van convectieve
bewolking met in de middag en avond ook Cb's, toppen tot ca. FL350.
Dynamische forcering van de hoogtetrog speelt hierin ook een rol.
Alhoewel de meeste Cb's in de loop van de avond zullen oplossen lijken
ze toch niet helemaal te verdwijnen. Dinsdag overdag zien we opnieuw een
sterke opleving van de convectieve bewolking, ook dan geholpen door
zwakke convergentie in het isobarenpatroon en de passerende
hoogtetroggen. Omdat de progtemps wat voorover hellen, lijken de toppen
wat minder hoog uit te pakken.

NEERSLAG:
Vannacht zeer lokaal nog een geïsoleerde bui, verder op de meeste
plaatsen droog. Later vannacht en in de ochtend boven de zuidelijke
Noordzee (en mogelijk ook in het noordwesten) een opleving van
buienactiviteit. CAPE-waardes zowel vandaag als dinsdag 1000-1500 J/kg,
lokaal 1500-2000 J/kg. De schering is met 10-15 kn niet groot, derhalve
meest single cells, lokaal ook geclusterd a.g.v. convergentie. Dinsdag
zien we in het zuidoosten duidelijk meer schering, 20-30 kn, dan zijn
goed georganiseerde multicells mogelijk. Bij de buien is onweer zeer
waarschijnlijk en ook hagel is zeker mogelijk. Bovendien kan er lokaal
weer veel neerslag in korte tijd vallen.

ZICHT:
Zowel boven land als boven de Noordzee op een aantal plaatsen matige tot
slechte zichtcondities, boven land ook lokaal mistbanken. In de nacht
naar dinsdag lijkt de kans op nevel boven land wat kleiner te zijn
vanwege de iets toegenomen wind. Verder zien we uiteraard in buien het
zicht teruglopen, vooral in de zwaardere exemplaren.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI