Guidance modelbeoordeling voor Nederland

23-07-2021 18:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 24 juli 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 23 juli 2021 om 18.15 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een uitloper boven de Noordzee van een hoog boven de Noorse Zee verliest
geleidelijk zijn invloed. Een volgroeid laag ten westen van Bretagne
trekt langzaam noordoostwaarts en ligt zondagavond boven het noordwesten
van Frankrijk en Het Kanaal, waardoor wij aan de grond in een
zadelgebied terecht komen. Een west-oost georienteerde vore bereikt
zaterdagochtend het zuiden, trekt noordwaarts en verlaat zondag rond 00
UTC het noorden. Aan de zuidkant van de vore ligt een occlusie. In de
vore ontstaat zaterdagavond een laag dat noordnoordwestwaarts trekt.

MODELBEOORDELING:
Er zijn duidelijke verschillen ten aanzien van de ontwikkeling van het
laag. In de Hir uitvoer ontwikkelt het laag zich eerder dan in de rest
van de uitvoer en diept het zeer sterk uit. Dit is een typisch Hirlam
verschijnsel en we verwerpen het. In de rest van de uitvoer ontwikkelt
het zich boven het oosten, maar er zijn wat verschillen in de locatie en
intensiteit, waardoor er ook verschillen in het neerslagpatroon
ontstaan. De nadruk van de (convectieve) neerslag ligt op de west- en
noordkant van het laag.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Door toenemende gradient vanavond in het zuiden van de FIR 5 Bft en
mogelijk even 6 Bft in het uiterste zuidwesten. Uitschieters bij buien
zijn niet bijzonder, in het oosten bij convectie vanaf de grond tot
25-30 kn.

BEWOLKING:
De SC-Velden boven het noorden en de Noordzee zitten het beste in de Hir
uitvoer. In de nacht naar zaterdag van het zuid(west)en uit toenemende
hoge en middelbare bewolking op nadering van de vore/occlusie. Vanaf
morgenmiddag van het zuiden uit diepere convectieve bewolking. Tophoogte
is nogal afhankelijk van de temperatuur en of de convectie vanaf de
grond komt (bij ongeveer 25°C) en ligt tussen FL200 en FL350. De
convectie komt eerst vooral vanaf middelbaar niveau maar plaatselijk
mogelijk ook vanaf de grond. Zondagavond in en bij het laag toenemende
kans op stratus. (weinig wind, veel neerslag). Zondag toppen tot
FL300-350.

NEERSLAG:
Het zwaartepunt van de convectie van zaterdag ligt op het noorden en
oosten, in de avond op het (uiterste) zuidwesten en zuiden. Het zal gaan
om matig georganiseerde multicells, de CAPE ligt in de orde van 500-1000
J/Kg maar bij genoeg zon/opwarming kan het regionaal oplopen tot circa
2000 J/Kg. Stevige onweersbuien dus, met veel neerslag (PW = 30-40 mm)
en hagel maar waarschijnlijk geen zware windstoten. Maximale
neerslagaccumulaties in de orde van 30-50 mm, in het westen valt vrijwel
niets. Zondag is de CAPE hoger, 1000-2000 J/kg. De schering is dan 15-20
kn, dus multicel. De nadruk van de convectie ligt dan op het zuiden en
westen, maar de verschillen zijn landelijk minder groot (er is alleen EC
uitvoer tot en met maandag 00 UTC) ook daar kan dan plaatselijk 20-50 mm
vallen, de verschillen zullen groot zijn omdat vooral in het westen de
buien langzaam trekken en er geen duidelijke forcering is (vnl lokale
convergentie).

ZICHT:
Goed, in neerslag matig/slecht. In de nacht naar zaterdag mogelijk een
kortdurende ondiepe mistbank. In de nacht naar zondag vooral in
opklaringen in gebieden waar aanzienlijke neerslaghoeveelheden gevallen
zijn mistbanken.

TEMPERATUUR:
Enige onzekerheid ivm de bewolking van zaterdag. Mochten de buien later
komen dan kan de Tx zomaar enkele graden hoger liggen dan in de uitvoer,
de EC- en Hir uitvoer zijn aan de lage kant. Zondag idem, aangezien de
buien het eerst in het zuiden komen daar de laagste Tx.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI