Guidance modelbeoordeling voor Nederland

20-06-2021 01:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 21 juni 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 20 juni 2021 om 02.00 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een west-oost georienteerde vore boven het midden van het land trekt
noordwaarts, verlaat het noorden in de tweede helft van de nacht. In de
vore ontstaat een vlak laagje dat in de ochtend noordwaarts over het FIR
gebied trekt. Momenteel is in de waarnemingen een afgesloten kern nog
niet zichtbaar. In de vore is sprake van vochtige en warme lucht. Aan de
zuidzijde wordt deze vochtige lucht begrensd door een zwak koufront dat
momenteel NW-ZO georienteerd boven het noorden van Frankrijk ligt en in
de nacht noordoostwaarts over het land trekt. Daarachter stroomt polaire
lucht uit over onze omgeving. Het koufront blijft nabij Limburg slepen.
Vervolgens trekt een occlusie in de ochtend noordoostwaarts over ons
land waarbij de meeste activiteit zich boven zee voor zou moeten doen.
Ter hoogte van deze occlusie is boven Het Kanaal sprake van een
noordwaarts bewegende hoogtetrog. Een golf in het koufront boven het
midden van Frankrijk bereikt aan het einde van de dag ons land. Bij deze
golf is wederom sprake van een klein lagedrukgebied. In de loop van
maandag trekt dit laagje langzaam noordwaarts over onze omgeving. De
bijbehorende occlusie verlaat pas aan het einde van de dag het noorden.

MODELBEOORDELING:
Het belangrijkste aandachtspunt is het buiengebied dat momenteel
passeert. Actueel vooral in het noorden nog onweersbuien, daarbij is
gezien de vertical integrated ice waarden nog steeds hagel mogelijk.
Windstoten zijn ook mogelijk maar inmiddels minder waarschijnlijk wegens
de meer uitgesproken (grond)inversie die zich daar bevindt. Tot op heden
hebben we windstoten in de waarnemingen alleen nog in Limburg gezien.
Het gebied beweegt snel noordwaarts en zal over enkele uren ons land
waarschijnlijk al verlaten. Modellen hebben vrij veel moeite met de
representatie. Een gebied met onweersbuien behorende bij de hoogtetrog
(in de kaarten gekoppeld aan de occlusie) boven Normandie trekken
noord-noordoost. De meeste activiteit zou zich op de Noordzee moeten
ophouden, echter, gezien het feit dat de buien de neiging hebben in
oostelijke richting aan te groeien is dit voor de komende uren wel een
aandachtspunt voor het westen van het land.
Bij de golf die maandag passeert wederom de nodige neerslag.
Waarschijnlijk bevindt het zuidoosten zich nog net in de warme lucht.
Daar kan aanvankelijk nog sprake zijn van enkele regen- en onweersbuien.
Hirlam vertoont een opvallend afwijkend synoptisch patroon waarbij het
laagje veel oostelijker ligt dan de overige modellen. Dat is dan ook de
reden dat we Hirlam momenteel verwerpen.
Overigens zijn de condities in de grenslaag momenteel vrij slecht met
stratus, ook dit wordt door de modellen niet goed opgepakt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Boven land kunnen er bij de buien op de vore windstoten voorkomen, al is
de kans kleiner dan eerder in de nacht in het zuiden. Zondagavond lijken
evt. zware windstoten voor Duitsland te zijn vanwege de oostelijkere
koers van de volgende frontale golf.
Noord van de vore in de noordelijke kustgebieden 6 Bft. Vervolgens op
nadering van het laagje (de volgende golf) op maandag in de
kustdistricten 6, mogelijk 7 Bft.

BEWOLKING:
Bij de vore Cb's met een basis rond 6000 vt en toppen tot ongeveer
FL350. Deels is de neerslag inmiddels stratiform geworden. Verder houden
we de occlusie boven Normandiƫ in de gaten, daar bevindt zich ook een
actief buiengebied dat met de hoogtetrog mee grotendeels de Noordzee op
zou moeten trekken. Het valt echter niet uit te sluiten dat deze buien
het (zuid)westen van het land nog aandoen. Ook daar vrij hoge toppen tot
FL340. Daarnaast in de grenslaag in een groot deel van het land stratus,
overdag boven zee geleidelijk oplossend. Voorkeursgebieden voor de
stratus zijn de vore en de occlusie. Bij de volgende golf op maandag
wederom stratus, daarnaast in het zuidoosten ook enkele (embd) Cb's met
een basis rond 6000 vt en toppen rond ca. FL350.

NEERSLAG:
Bij de vore onweersbuien, deels is sprake van stratiforme neerslag.
Convectieve modus is multicell. CAPE waarden zijn het hoogst in het
oosten, schering is echter lager dan in het zuiden. Bij de occlusie met
name boven zee (onweers)buien, CAPE waarden moeten volgens Harmonie
geleidelijk afnemen dus buien zouden minder intensief moeten worden. Er
is daar ook sprake van een multicell karakter. Vervolgens bij de golf
grotendeels stratiforme neerslag, alleen in het zuidoosten waar zich nog
warmere lucht bevindt kan er aanvankelijk nog sprake zijn van buien met
onweer. De nieuwste EC run suggereert dat in de loop van maandagochtend
net een bui vanaf de grond mogelijk is, CAPE waarden lopen dan op
richting 1000 J/kg. Shear dan ca. 15 kn waarmee er sprake is van single
cells. Kanttekening is dat de overige modellen de warme lucht iets ten
oosten van ons land berekenen.

ZICHT:
In gebieden met stratus nevel, verder in neerslag matige tot slechte
zichten.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI