Guidance modelbeoordeling voor Nederland

03-05-2021 16:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 04 mei 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 03 mei 2021 om 16.38 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidoostflank van een lagedrukgebied boven Groot-Brittanniƫ
wordt met een zuidwestelijke stroming maritiem polaire lucht aangevoerd.
Restanten van een oude occlusie, gepaard gaand met wat convergentie op
hoogte, boven het midden en noordoosten van het land verlaten het
noordoosten in de loop van de avond. Vanavond neemt de zuidwestelijke
stroming in kracht toe op nadering van het actieve laag, dat vannacht en
morgen overdag via het noorden van Engeland en de Noordzee naar
Denemarken zal trekken. Het bijbehorende occluderende front passeert ons
land vannacht, het front heeft de kenmerken van een split-level front
(de jet maakt een vrij grote hoek met het grondfront). Morgen overdag
volgt een trog, die in de ochtend en het begin van de middag van west
naar oost trekt. De ingedraaide occlusie bereikt het noorden
morgenmiddag, trekt langzaam zuidwaarts en komt in de avond en nacht
naar woensdag vrijwel parallel aan de stroming boven de zuidelijke helft
te slepen. Pas woensdagochtend zal deze occlusie het zuidoosten
verlaten. Een andere ingedraaide occlusie blijft morgenavond en in de
nacht naar woensdag dichter bij de kern van het laag boven het noorden
van de FIR slepen.

MODELBEOORDELING:
Grootschalig gezien is de uitvoer consistent en bruikbaar. De buiige
neerslag bij de occlusie zit wat wisselend in de modellen, HIR en EC
zitten er nu het beste op maar in alle modellen neemt de activiteit snel
af. De lichte frontale neerslag voor het occluderende front uit, te
linken aan wat warmteadvectie op hoogte, zit het beste in HIR en EC.
Verder zien we in alle modellen twee neerslagbanden ontstaan, behorende
bij het occluderende front op hoogte en het grondfront daarachter.
Belangrijkste aandachtspunt wordt de wind vanaf vannacht en morgen
overdag. Zoals we vrijwel altijd zien in deze situaties berekent EC de
hoogste windstoten, doorgaans iets te hoog boven land. Hirlam en de
Harmonies komen aardig overeen en laten vannacht zware windstoten in de
kustprovincies zien, morgen overdag in de polaire lucht ook verder
landinwaarts, waarbij convectie bij de trog en later de occlusie ook een
rol speelt. Code geel voor zware windstoten lijkt afdoende te zijn voor
deze situatie.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanaf halverwege de avond op de zuidelijke Noordzee seinen voor ZZW 7-8
Bft op nadering van het laag. Soms tipt de wind aan de westrand van de
FIR net even aan de 9 Bft, deze lijken onze kustdistricten echter niet
te bereiken. Morgen overdag seinen voor 7-8 Bft in onze kustdistricten,
boven land vooral tijdens buien bij de trog en de occlusie windstoten
tot ca. 80 km/u, in het noordwestelijk kustgebied en in de Limburgse
heuvels mogelijk tot 90 km/u. Later in de middag en avond neemt de wind
met het wegtrekken van het laag van het zuidwesten uit geleidelijk af.
De zware windstoten verdwijnen als laatste in het noorden van het land
halverwege morgenavond. De seinen voor 6-7 Bft houden in het noordelijk
kustgebied echter tot en met de nacht naar woensdag aan.

BEWOLKING:
Bij de occlusierestanten van vandaag een mengeling van Cu/Sc met lokaal
ook TCu/Cb's, eveneens met toppen tot maximaal FL180, geleidelijk
dalend. Vanavond wordt de frontale bewolking van het westen uit snel
dikker met Sc/Ac/Ns. Vanwege het split-level karakter wordt de dikste
(stratiforme) bewolking voor het grondfront uitgeschoven. Nabij het laag
in het noordelijk deel van de FIR tot en met morgenavond kans op St. Op
het grondfront is de bewolking veel meer convectief van karakter met
Sc/Cu en embedded Cb's, toppen FL150. Morgen overdag in de polaire lucht
veelal convectieve bewolking (CU/Sc), Cb-toppen aanvankelijk tot FL150,
later in de middag en avond vanwege de koudere bovenluchten geleidelijk
tot FL200, in de nacht naar woensdag tot FL230. Bij de ingedraaide
occlusie ook stratiforme/convectieve bewolking en in de nacht naar
woensdag kans op stratus.

NEERSLAG:
Op de occlusierestanten zien we wat buiige regen, aanvankelijk lokaal
met onweer/hagel, de kans hierop neemt wel af. Voor de westkust kunnen
vanavond door inzaaiing nog enkele buien ontstaan. De significante
frontale neerslag bereikt de noordwestkust rond middernacht en trekt in
de nacht van west naar oost over het land. Vanwege het
splitlevel-karakter passeert er eerst een zone met stratiforme regen.
Later in de nacht en vroege ochtend zien we op het grondfront
convectieve neerslag. Na passage van de occlusie zien we nog verhoogde
convectieve activiteit bij de trog en de indraaiende occlusie. Bij en
achter de occlusie zien we tot morgenavond een effectieve schering van
ca. 30 kn, zo nu en dan tot rond 35 kn, de CAPE-waarden zijn laag met
een MUCAPE van rond de 200 J/kg. De verwachte convectieve modus is
morgen overdag bij en achter de occlusie beter georganiseerde
multicells, en indien er weinig interferentie van buien in de buurt is,
een kleine kans op low-topped supercells. De kans op hagel en onweer bij
deze buien neemt geleidelijk toe, vooral in de avond en nacht naar
woensdag.

ZICHT:
Uitstekende zichtcondities in de polaire lucht. In de frontale neerslag
en in de buien op dinsdag matige tot slechte zichtcondities.

TEMPERATUUR:
Aanhoudend koud voor de tijd van het jaar.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI