Guidance modelbeoordeling voor Nederland

19-04-2021 10:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 20 april 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 19 april 2021 om 11.14 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een rug boven de Britse Eilanden behorende bij een hogedrukgebied ten
oosten van Scandinavie neemt in betekenis af. Onze omgeving ondervindt
nog enige cyclonale invloed ten gevolge van lagedruk boven Centraal en
Oost-Europa. Een occlusie boven het oosten van het land ligt gekruld
rondom een hoogtelaag dat zich boven het noordwesten van Duitsland
bevindt. De occlusie ligt actueel boven het zuiden en trekt zuidwaarts
weg. Het hoogtelaag volgt op korte afstand en ligt aan het begin van
vanmiddag boven het zuiden van het land. Aan de grond is dan sprake van
een vore. Restanten van een oude occlusie komen later op maandagavond
boven het noordoosten van het land te liggen, aangezien er gedurende de
rest van de periode nauwelijks sprake is van enige gradient blijft de
occlusie daar aanwezig.

MODELBEOORDELING:
De modellen hebben zoals al een aantal runs het geval is moeite met de
(grenslaag)condities op zee en zijn daarvoor onbruikbaar. Berekende
gebieden met stratus en mist in zowel de Harmonies als Hirlam zijn te
uitgebreid terwijl EC te weinig heeft. Een aandachtspunt is de slechte
condities in het zuidwesten van de Noordzee, net buiten de FIR, met mist
en stratus, dat actueel wel langzaam aan het oplossen/verbeteren is. Met
een noordwestelijk stroming kan dit gebied advectief richting de FIR
bewegen.
Achter de occlusie bereikt vochtigere lucht vanuit Duitsland (Td 8 a 9
graden Celsius) onze omgeving, dit zou boven het noordelijke FIR gebied
waar de condities nu nog goed zijn aanleiding kunnen geven tot
teruglopende zichten en advectie of vorming van stratus (Ha1 en 2). Maar
ook hiervoor geldt dat de modellen te uitgebreid zijn met de slechte
condities en tevens het gebied veel te vroeg naar het westen laten
advecteren.
Het neerslagpatroon ziet er in de modellen redelijk eensluidend uit voor
vandaag en morgen, al legt Hirlam de nadruk op de buiigheid morgen wat
zuidelijker, hoewel dit al minder is dan in de vorige run.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij de berekende buien voor vanmiddag en dinsdagmiddag mogelijk vlagen
tot ca. 20 kn.

BEWOLKING:
Bij de occlusie in het zuidoosten St. Boven Duitsland zit op uitgebreide
schaal stratus en slechte zichten. Deze zone trekt langzaam naar het
noorden van Nederland maar trekt wel op/lost wel op door dagelijkse
gang. Boven de Duitse Bocht zit ook St, dat ook westwaarts trekt en dit
zal natuurlijk minder optrekken. Vanmiddag vervolgens Cu bewolking en in
het zuiden bij de hoogtetrog (en de vore aan de grond) enkele Cb's met
toppen tot ca. FL200. Dinsdag in het noorden daar waar de
occlusierestanten (vochtigere lucht) zich bevinden ontwikkeling van
enkele Cb's met toppen tot ca. FL150.

NEERSLAG:
Bij de occlusie in het uiterste zuiden wat stratiforme regen. Maandag in
de zuidelijke helft (nabij het hoogtelaag) ontwikkeling van enkele buien
door dagelijkse gang. CAPE waarden dan 400-700 J/kg, lokaal nog wat
meer. Schering ca. 20 kn dus overwegend single cell, mogelijk multi cell
modus. Gezien de top-temperatuur bij toppen van ruim FL200 (-30C) is
onweer ook mogelijk. Dinsdag in het (uiterste) noordoosten een enkele
bui, vergelijkbare CAPE, veel minder schering, minder koud op hoogte:
Single cell en dan zeer waarschijnlijk geen onweer.

ZICHT:
In de nacht naar dinsdag is de kans op mistbanken het grootst in het
zuiden; de dauwpunten zijn daar het hoogst, daar waar buien zijn
gevallen zijn de condities nog gunstiger.
Boven zee zijn de zichtwaarden in het algemeen goed. Met het
binnendrijven van nog wat vochtigere lucht uit het oosten kunnen de
zichtwaarden in het noordelijke FIR gebied echter wel wat terug gaan
lopen. In het zuidwestelijke FIR gebied kan lokaal mist voorkomen (zie
modelbeoordeling).

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: tuenter
Bron: KNMI