Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 18 april 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 17 april 2021 om 23.59 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoog boven Scandinavie verplaatst zich de komende 48 uur langzaam in
oostwaartse richting. Bijbehorende rug strekt zich uit tot over de
Britse Eilanden en blijft daar liggen. Wegens een vlak laag boven het
oosten van Europa is er bij ons sprake van enige cyclonale kromming aan
de flank van de rug, van het oosten uit trekken bijbehorende
occlusierestanten retrograad over onze omgeving. De stroming is ten
gevolge van deze synoptische setting noordoostelijk en voert geleidelijk
wat vochtigere en iets warmere lucht aan. Op hoogte is boven de
noordelijke Noordzee sprake van een hoogtelaag dat de komende dag
zuidwestwaarts naar Engeland beweegt en opvult. In onze omgeving
passeert in de ochtend een zwakke hoogtetrog. Een meer uitgesproken
hoogtetrog boven Oost-Europa bereikt het noordoosten van het land
maandagochtend en ligt in de middag boven het zuiden. Ook aan de grond
is op dat moment sprake van een meer uitgesproken trog.

MODELBEOORDELING:
Hap1 berekent boven het FIR gebied wat stratusbewolking, lokaal wordt
dit ook waargenomen. Daarnaast wordt door de modellen in meer of mindere
mate door de advectie van vochtigere lucht boven zee mist berekend.
Hirlam, Hap1 en 2 doen dit op vrij uitgebreide schaal waarbij
aangetekend moet worden dat de Harmoniemodellen dit laten ontstaan
vanuit een momenteel niet aanwezig gebied met mist en stratus noord van
het FIR gebied. Dit laatste scenario is onwaarschijnlijk. Gezien de
vochtigere lucht moet wel reken worden gehouden met
zichtverslechteringen. Ook boven land lopen de zichtwaarden terug, mist
is overal wel mogelijk. Modellen stemmen redelijk overeen, de grootste
kans doet zich voor in het noorden van het land waar de dauwpunten het
hoogst zijn. De nacht daarop is de kans ook aanwezig, echter is er wat
meer wind dus is de kans wel kleiner.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
De komende dagen overdag langs de kust een zeewind-component.

BEWOLKING:
Her en der stratus in het FIR gebied en momenteel ook boven het
noordwesten van het land. Dit kan zich de komende dag boven zee
handhaven. De bewolking bij de occlusierestanten bevindt zich op SC
niveau. Het gaat hierbij om wolkenvelden, het zal niet geheel bewolkt
zijn. Op beide dagen zal op dagelijkse gang ook Cu bewolking ontstaan.
Bij de eerste hoogtetrog zou er komende middag een enkele TCu met toppen
tot FL100 kunnen ontstaan in het zuidoosten van het land. Maandagmiddag
ontstaan in het zuiden van het land nabij de hoogtetrog enkele Cb's met
toppen tot ca. FL200.

NEERSLAG:
Komende middag kans op een bui in het zuidoosten. Maandagochtend
waarschijnlijk wat lichte regen in het zuidoosten van het land,
waarschijnlijk ten gevolge van de naderende hoogtetrog (overblijfselen
van de buiigheid boven Duitsland). Overdag in het zuiden ontwikkeling
van enkele buien. CAPE waarden dan 200-400 J/kg, lokaal nog wat meer.
Schering ca. 20 kn dus single cell, mogelijk multi cell modus. Gezien de
tophoogte is onweer ook mogelijk.

ZICHT:
Komende nacht vorming van mist/mistbanken. Dit kan zich in het gehele
land voordoen, in het noorden is de kans het grootst wegens de
aangevoerde vochtige lucht (zie ook modelbeoordeling). In de nacht naar
maandag is er wat meer bewolking en wind. De kans op mist lijkt dan
kleiner.

TEMPERATUUR:
In opklaringen grotere dagelijkse gang dan in de modellen. Deze nacht
plaatselijk nog net onder nul op 2m.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI