Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op zondag 14 maart 2021 om 04.01 uur

Geldig van dinsdag 16 maart tot zondag 28 maart

Synoptische ontwikkeling:
Aan de noordoostflank van een hogedrukgebied nabij de Golf van Biskaje
staat er in onze omgeving op maandag 15 maart een noordwestelijke
stroming die diep polaire lucht aanvoert. Enkele zwakke storingen of
troggen weten ons dan nog te bereiken. In de dagen daarna komt het
centrum van het hoog boven Ierland te liggen en wordt de stroming
noordelijk en de aangevoerde lucht geleidelijk nog kouder. Onder invloed
van de ook in onze omgeving stijgende drukwaarden nemen de stabiele en
droge perioden in aantal toe. In de hoofdrun en een flink aantal leden
van het ENS gaat het hoog vervolgens een verbinding aan met een hoog dat
zich opbouwt boven Scandinavie, waarna er een ZW-NO georienteerde rug
ontstaan met aan de zuidflank een noordoostelijke stroming. In een klein
deel van de leden komt deze verbinding niet goed uit de verf en blijft
de stroming noord of noordwestelijk en de aanvoer maritiem. Op de
langere termijn zie we dan steeds meer ENS-leden kiezen voor een zwakke
zonale stroming doordat het Britse hoog juist een rug krijgt ten zuiden
of zuidwesten van onze omgeving. De aangevoerde lucht wordt dan
vochtiger en vooral minder koud, of zelfs zacht, en (zwakke) storingen
kunnen ons weer makkelijker bereiken. Een kleiner deel van de ENS-leden
kiest voor een aanhoudende noordelijke stroming aan de oostflank van het
Britse laag, waarmee het rustige en koude weer nog langer zal
aanhouden.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Tot en met donderdag 18 maart is de onzekerheid gering, daarna zien we
de spreiding toenemen ten gevolge van de hierboven beschreven evolutie.
De aangevoerde luchtsoort en de bijbehorende temperaturen zijn daarbij
een onzekere factor, net als het aantal en activiteit van de storingen
die zich nog langs het hoog richting onze omgeving kunnen begeven. Het
resultaat is een aanvankelijk zeer grote kans op te koud weer, op de
lange termijn geleidelijk afnemend tot 60%, en dagelijkse neerslagkansen
in de orde van 30-40%. Er is een kleine kans (10%) dat de neerslag
winters van karakter kan zijn. In de nabijheid van het hoog is de kans
op veel wind of windstoten verwaarloosbaar. In de nachten vriest het
regelmatig licht, lokaal mogelijk zelfs matig, en is er tevens kans op
mist. Een dikke mistlaag en/of gladheid op uitgebreide schaal lijken
onwaarschijnlijk.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Licht wisselvallig met vooral de eerste dagen soms wat regen of een bui,
maar geen grote hoeveelheden. Aanvankelijk liggen de temperaturen rond
8?C en 's nachts rond het vriespunt. Vanaf donderdag wordt het kouder,
met lichte, mogelijk matige, vorst in de nachten. Vrijdag lijkt de
koudste dag te worden en is er kans op winterse buien.

Samenvatting EPS-periode:
Aanvankelijk meest droog met temperaturen die duidelijk onder de normaal
liggen. Op de langere termijn neemt de kans op een overgang naar een
wisselvalliger en zachter weertype geleidelijk toe tot 40-50%.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI