Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 09 februari 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 08 februari 2021 om 04.59 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven Luxemburg vult op. Een hoogtelaag boven België
trekt oostwaarts. De stroming is oostelijk, geleidelijk noordoostelijk.
Boven het zuidoosten van Duitsland ligt een west-oost georienteerde
barokliene zone die maandag in activiteit afnemend noordwestwaarts over
Nederland trekt. Maandag ontstaat een markante
oostnoordoost-westnoordwest georienteerde kustconvergentielijn bij de
Duitse en Nederlandse noordkust die mogelijk de Waddeneilanden bereikt.
Dinsdag trekt een hoogtetrog over de Noordzee zuidwaarts.

MODELBEOORDELING:
De uitvoer is consistent. In de Harmonie40 uitvoer lost de bewolking
vanaf maandagmiddag te snel op, hierdoor komt de Tweg in de uitvoer van
het wegdekmodel dinsdag waarschijnlijk te hoog uit. De activiteit van de
barokliene zone lijkt zich nu vooral op het zuiden en zuidoosten te
concentreren. In de Hir uitvoer is dinsdag ook een veel zuidelijker
gelegen convergentiezone zichtbaar die in de rest van de uitvoer veel
minder duidelijk is. Dit is waarschijnlijk vooral bewolking, de kans op
sneeuw is daarbij klein. De exacte positie van de kustconvergentielijn
schuift nog wat in de diverse uitvoer en in de uitvoer van de
opeenvolgende runs, dit zorgt voor onzekerheid, maar zoals het er nu
naar uitziet blijven de grote neerslaghoeveelheden ten noorden van de
Eilanden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Wind neemt gestaag af. In de EC uitvoer vanaf dinsdag wat minder wind
dan in de rest, dit heeft gevolgen voor de Tmin.

BEWOLKING:
In de Harmonie40 uitvoer lost de bewolking vanaf maandag te snel op, in
de Hir uitvoer gaat dit waarschijnlijk te traag. De band met ST bij de
zuidelijke convergentiezone in de Hir uitvoer honoreren we niet, het
blijft waarschijnlijk bij SC. Ook is het goed weergeven in de uitvoer
van de basis in sneeuw lastig, maar de metingen zijn ook moeilijk
interpreteerbaar.

NEERSLAG:
In het noorden eerst nog wat lichte sneeuw. Er is een kleine kans dat de
toppen van de bewolking niet koud genoeg zijn om vaste neerslag te
produceren, dit is vooral in het noorden en westen het geval. Er zijn
wat meldingen van lichte onderkoelde neerslag, maar lastig te
verifiëren. Neerslag rondom het hoogtelaag bereikt soms nog het
uiterste zuiden, maar het stelt weinig voor. Bij de barokliene band valt
in het oosten en zuidoosten 2-5 cm, elders 1-2 cm. De meest actieve band
van sneeuwbuien bij de convergentielijn bereikt de eilanden niet, maar
toch kan op Terschelling en oostelijker tot en met dinsdagavond 5-10 cm
vallen. Mocht de lijn de eilanden wel bereiken dan valt er al gauw meer
dan 20 cm.

ZICHT:
Alleen in driftsneeuw en matige sneeuw zichtbeperkingen.

TEMPERATUUR:
Duidelijk onderscheid tussen noordwest en oost, aanvoer over de Oostzee
zorgt ervoor dat het in het noorden wat minder koud is. Maandag vrijwel
geen dagelijkse gang. Gevoelstemperatuur ligt rond -15 graden, lokaal
tussen -15 en -20. Daarvoor komt vanaf maandagmiddag 12 uur l.t een gele
waarschuwing. De Tmin in de nacht naar dinsdag is afhankelijk van
opklaringen en ontkoppeling. Als het opklaart en de wind valt weg dan
komen de minima in het oosten en zuidoosten rond -12 °C uit, dit is
waar we van uit gaan.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI