Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op zondag 07 februari 2021 om 02.38 uur

Geldig van dinsdag 09 februari tot zondag 21 februari

Synoptische ontwikkeling:
Tot en met donderdag hebben we met een zuidelijk gelegen westcirculatie
te maken, de as ligt tussen 40 en 45? NB. Depressies trekken over
Frankrijk oostwaarts en be?nvloeden Nederland niet. Onder invloed van
een ondiep (1-3 km) koud hoog boven Noord-Europa is de stroming bij ons
oostelijk. Rond het midden van de week trekt een hoogtetrog over
Scandinavi? en de Noordzee zuidwaarts. Tegelijkertijd bouwt boven de
Britse Eilanden een hoogterug op als gevolg van sterke warmte-advectie
aan de oostzijde van een groot laag op de Atlantische Oceaan. Aan de
grond vormt zich in veel leden aan het eind van de week een hoog boven
Scandinavie of de Noordzee. In een groot deel van de leden trekt dit
hoog na het weekeinde zuidwaarts, waarbij de spreiding van de
uiteindelijke locatie toeneemt. In ongeveer 30% van de leden blijft het
hoog boven de noordoostelijke Atlantische Oceaan, Scandinavie of het
Oostzeegebied liggen waarbij zich daar vaak in de tweede helft van de
volgende week een nieuw hoog vormt.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Ten opzichte van de vorige uitvoer is de opbouw van de hoogterug boven
West-Europa sterker en is het hoog boven Noordwest-Europa markanter. De
kans op sneeuw is in de rest van de week verder afgenomen en vrijwel
verwaarloosbaar. Vanaf woensdag is de kans op strenge vorst in de nacht
duidelijk groter geworden, rond 80% in de nacht naar donderdag, omdat er
meer opklaringen komen en de wind afneemt. De grootste kou is in het
midden en oosten. Waarschijnlijk zorgt de Oostzee ervoor dat het in het
noorden wat minder koud is, zowel door wat meer bewolking als aanvoer
over water. Er ontstaat in het weekeinde een verschil in de snelheid en
de baan waarmee het hoog zuidwaarts trekt en ook komt er dan een grote
spreiding in de uiteindelijke locatie. We blijven zoals het er nu naar
uitziet tot en met maandag in de koude lucht. Daarna zien we in ongeveer
40% van de leden een overgang naar een zuidwestelijke of westelijke
stroming die het einde van het zeer koude winterweer betekent. In
ongeveer 30% van de leden blijft het hoog boven Noordwest-Europa of de
noordoostelijke Atlantische Oceaan liggen. De afname van de kans op koud
winterweer begint nu op maandag, in het zuidoosten zondag. Dit is
duidelijk later dan in de uitvoer van vorige runs. In de tweede helft
van volgende week is de kans afgenomen naar ongeveer 50%. De kans op
sneeuw is dan vrijwel verwaarloosbaar omdat we ons in de leden waarin
het koud blijft onder invloed van een hoog of rug bevinden.


Samenvatting meerdaagse-periode:
Zonnige perioden en droog. Zeer koud met overdag maxima rond -4?C en in
de nacht en ochtend matige tot strenge, in de tweede helft van de week
op veel plaatsen strenge tot zeer strenge vorst.

Samenvatting EPS-periode:
De kans dat het (zeer) koude, meest winterweer aanhoudt bedraagt
ongeveer 50%. Er is 40% kans op overgang naar zacht en wisselvallig
weer.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI