Guidance modelbeoordeling voor Nederland

04-02-2021 18:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 05 februari 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 04 februari 2021 om 16.03 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Onder invloed van een lagedrukgebied boven Ierland voert een
zuidoostelijke stroming zachte en vochtige lucht aan. Vanuit dit laag
ligt een frontale vore min of meer stationair van Noord-Engeland naar
het noorden van Nederland. Deze vore, tevens de grens tussen zachte
lucht ten zuiden en koude lucht ten noorden, verdwijnt in de loop van de
nacht. Vannacht vormt zich een nieuwe maar wel zwakke vore boven het
zuiden van het land. Op hoogte is de stroming zuidwestelijk aan de
oostzijde van een grootschalige hoogtetrog, waarbij in ons
aandachtsgebied het patroon vooralsnog licht anticyclonaal is. Een
frontaal systeem ligt actueel boven het uiterste noordwesten van
Frankrijk en Het Kanaal en trekt vannacht en morgenochtend
noordoostwaarts over het aandachtsgebied met de meeste activiteit boven
zee (meeste PVA). De bijbehorende barocliene zone blijft boven Frankrijk
NO-ZW georienteerd slepen (00 UTC Bordeaux richting oost Frankrijk). In
de nacht naar zaterdag en zaterdagochtend dringt deze zone langzaam
noordwaarts op als warmtefront en ontstaat er een lagedrukgebied boven
het zuiden van Frankrijk, dat langzaam NNO-waarts trekt. De gradient
trekt dan aan en met een krachtige oostelijke stroming wordt er onderin
geleidelijk koude continentale lucht aangevoerd, het eerste in het
noordoosten.

MODELBEOORDELING:
In grote lijnen komen de modellen synoptisch gezien goed met elkaar
overeen, de aandacht gaat voor deze periode vooral uit naar het weer in
de grenslaag. Er zijn zeker verschillen maar het algehele beeld lijkt
wel duidelijk. Bij de vore vindt zowel aan de grond als op enige hoogte
convergentie plaats waardoor de zachte en koude lucht botsen en mengen,
geholpen door de hoge dauwpunten en het koudere zeewater, en de
condities erg slecht kunnen zijn/blijven. De convergentie wordt
weliswaar minder in de loop van de avond en nacht maar dan gaat door de
daar aanwezige opklaringen ook uitstraling een rol spelen waardoor de
lucht (nog) vochtiger wordt. Elders lijkt de bewolking op nadering van
het frontale systeem te overheersen. Wel trekt de gradient in het
noorden aan hetgeen tot enige verbetering zou moeten leiden. Morgen
overdag verandert er aanvankelijk weinig aan deze situatie maar met het
zuidwaarts 'verplaatsen' van de vore zien we de condities in het midden
en zuiden ook geleidelijk teruglopen. In de nacht naar zaterdag en
zaterdagochtend zien we de condities van het noordoosten juist
verbeteren in de aangevoerde koude en drogere lucht. Verder zien we in
de Harmonies een duidelijk signaal voor een convectieve component in de
neerslag, zowel bij het frontaal systeem vannacht/morgenochtend als ook
morgen overdag; de progtems zijn af en toe net aan (potentieel)
onstabiel. Voor met name de westelijke helft van de FIR houden we hier
rekening mee.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In het noordelijk deel van de FIR seinen voor O-ZO 6-7 Bft.
Zaterdagochtend mogelijk toenemend naar 8 Bft met boven de Noordzee
zware windstoten.

BEWOLKING:
In een brede strook rondom en noord van de frontale vore veel stratus,
zuid van de vore SC. Zuid van de vore kan de St zich in de loop van de
avond en nacht nog wat uitbreiden als het voldoende afkoelt. Vanavond,
vannacht en morgenochtend bij het frontaal systeem vrij veel stratiforme
bewolking met ook enkele ingebedde Cb's/TCu's (op hoogte). Morgenmiddag
boven land ook ondiepe convectieve bewolking. In het noordwesten van de
FIR en het noorden en noordoosten van het land blijft het ook morgen
overdag erg vochtig nabij de grens tussen de zachte en koude lucht. In
de loop van de dag ook verder naar het zuiden toe mogelijk vorming van
stratus. In de nacht naar zaterdag en zaterdagochtend verplaatsen de
slechte condities zich geleidelijk richting het (zuid)westen. Op hoogte
zien we de bewolking ook weer toenemen op nadering van het warmtefront.


NEERSLAG:
Bij het frontale systeem vooral boven de Noordzee regen, mogelijk buiig
van karakter met boven zee lokaal 200-400 J/kg MUCAPE. Boven land is de
neerslagactiviteit duidelijk minder. Ook morgenmiddag en avond houdt de
wat buiige neerslag met name boven de Noordzee stand, ook boven land is
een enkel licht buitje in de middag niet uitgesloten, hierbij lijkt
zelfs geringe dagelijkse gang een rol te spelen. Met het binnenlopen van
de koude lucht in het (uiterste) noordoosten is het in de nacht naar
zaterdag niet helemaal uitgesloten dat er daar wat lichte winterse
neerslag voor kan komen. De neerslag bij het warmtefront bereikt ons
land nog niet voor zaterdagmiddag.

ZICHT:
In een smalle strook rondom de frontale vore matige, lokaal ook slechte
zichten. Noord en zuid van de frontale vore buiten neerslag meest goede
zichten. Vanavond en vannacht in opklaringen in het noorden en oosten
mogelijk vorming van mist aan de zuidzijde van de frontale vore. In de
loop van de nacht trekt de wind daar aan en neemt die kans wel sterk af.
In de nacht naar zaterdag juist in het zuidwesten kans op nevel/mist.

TEMPERATUUR:
Grote temperatuurcontrasten noord en zuid van de vore blijven aanwezig.
Vannacht boven het noorden en noordoosten van het land minima mogelijk
iets beneden nul indien het daar voldoende opklaart. In de nacht naar
zaterdag en zaterdagochtend zien we de temperatuur in het noordoosten
advectief tot onder het vriespunt dalen, het wegdek lijkt dan nog net
boven nul te blijven.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI