Guidance modelbeoordeling voor Nederland

29-01-2021 00:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 30 januari 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 29 januari 2021 om 01.10 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een trog met bijbehorende occlusie op de lijn Amsterdam-Njmegen trekt
vannacht noordoostwaarts en komt morgen boven Groningen en Friesland tot
stilstand. Aan de noordflank van deze trog wordt in de grenslaag met een
oostelijke wind continentaal polaire lucht aangevoerd die nabij de trog
vochtig is. Zuid daarvan wordt met een west- tot zuidwestelijke stroming
maritiem tropische lucht aangevoerd. Een andere, zwakke occlusie boven
het uiterste noordoosten blijft daar liggen en zal samen met de
naderende occlusie 1 frontale zone gaan vormen. Een volgend ontwikkelend
frontaal systeem, met kenmerken van een Cold Air Development (CAD),
loopt komende nacht op de eerder genoemde brede frontale zone in en
occludeert daarbij. Deze occlusie trekt vannacht van zuidwest naar
noordoost over ons land en stagneert overdag boven het uiterste
noordoosten. Het bijbehorend laag trekt via het noorden van Engeland
oost- tot zuidoostwaarts en vormt vrijdagmiddag een langgerekte (WNW-ONO
georienteerde) frontale vore boven het noordoosten. Zuid van de frontale
vore wordt de stroming westelijk en wordt zachte maritieme lucht
aangevoerd, die onstabiel van opbouw wordt, deels ook door kou-advectie
in de bovenlucht. Noord van de frontale vore blijft met een oostelijke
stroming koude lucht aangevoerd worden. Uiteindelijk begint de
lagedrukzone in de avond geleidelijk zuidoostwaarts te bewegen en wint
de koude lucht vanuit het noordoosten terrein. Zaterdag breidt een rug
vanuit een hoog bij IJsland zich uit richting ons aandachtsgebied.
Zaterdag overdag trekt nog wel een golf in het polaire front via België
en Noord-Frankrijk ooostzuidoostwaarts.


MODELBEOORDELING:
Het belangrijkste aandachtspunt is de positie van de frontale vore,
aangezien noord hiervan de neerslag grotendeels in de vorm van sneeuw
valt. Tussen de modellen, maar ook tussen de verschillende modelruns,
zijn telkens kleine verschillen te zien. Deze verschillen hebben echter
wel grote gevolgen; in het noordoosten van de provincie Groningen kan
noord van de vore 5-10 cm sneeuw vallen. Hap1 heeft nog steeds de meest
zuid(west)elijke begrenzing weergeeft (ca. 10-20 km zuidwestelijker). In
dit laatste geval zou het oranje criterium overschreden worden. Tevens
berekenen de modellen op de overgang van de warme naar de koude lucht in
het uiterste noordoosten een smalle zone met ijzel of ijsregen wat
eveneens een aandachtspunt is. In Hirlam is het signaal het duidelijkst,
echter, in dit model is aan de grond eigenlijk niet of nauwelijks sprake
van temperaturen onder nul. Vanavond zal de neerslag van het noordoosten
uit overgaan in sneeuw, maar dan neemt de intensiteit van de neerslag al
behoorlijk af. In Hirlam gaat deze zuidwaarts verplaatsing echter uren
langzamer, dit verwerpen we voorlopig.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Noord van het laag seinen voor 6 tot 7 bft, uit het oosten tot
zuidoosten. Deze verdwijnen pas in de nacht naar zaterdag wanneer het
laag naar Duitsland wegtrekt. Zuid van de frontale vore W 6,
aanvankelijk 7 Bft en vlagen tot 25-30 knopen.

BEWOLKING:
Bij en noord van de frontale vore aanhoudend veel lage bewolking, de
laagste basis nabij de frontale vore met aanvankelijk toppen tot FL080.
Verder op nadering van de volgende frontale zone een steeds dikker
gelaagd pakket, waarbij de twee bewolkingszones naarmate de tijd vordert
gaan samensmelten. Ten zuiden van de frontale zone overdag geleidelijk
een onstabiele opbouw met toppen rond FL150, in het uiterste zuiden
lokaal mogelijk FL200.

NEERSLAG:
Op de occlusie regen, 10-20 mm, in het noorden lokaal nog wat meer. In
een strook van de Dollard in oostzuidoostelijke richting berekenen alle
modellen sneeuw van betekenis, accumulaties in die strook in de orde
5-10 cm. Boven Groningen komen Hirlam/EC met 1-3 cm. Op de grens van
sneeuw en regen zien we diverse mengvormen terug met daarbij ijsregen
maar zeer lokaal ook ijzel. Dit laatste is het meest prominent aanwezig
in Hirlam, op enige hoogte is een duidelijke smeltzone aanwezig. Het is
echter de vraag hoe de wegdektemperaturen dan zijn en die lijken nog
(net) boven nul te liggen. Bovendien komen we niet vanuit een koude
situatie maar andersom. Ook met het zuidwaarts bewegen van de frontale
zone blijven in een smalle zone mengvormen aanwezig. Verder zuid van de
frontale zone zien we vrijdagmiddag een convectief signaal. CAPE ligt
dan in de klasse 200-400 J/kg, schering is ca. 20 knopen, dus een enkele
multi-cel is mogelijk in het zuiden. Gezien de mogelijke toptemperaturen
is in het uiterste zuiden een klap onweer zelfs niet uitgesloten. Tot en
met zaterdag 06 UTC valt er een aanzienlijke hoeveelheid neerslag; 20-30
mm.
De storing van zaterdag gaat zuid langs, maar de neerslag is wel een
aandachtspunt voor het uiterst zuiden.

ZICHT:
Bij de vore slecht en heel lokaal ook mist. In motregen is ook
daarbuiten sprake van slechte zichten. In eventuele sneeuwval in het
noordoosten slechte zichten, in intensievere sneeuwval mogelijk zichten
beneden de 1000 meter. Zuid van de occlusie in de zachte lucht
geleidelijk goede zichten buiten neerslag.

TEMPERATUUR:
Momenteel grote temperatuurverschillen, in de (valse) warme sector in
het zuiden 10-11°C. In het noordoosten net boen nul. Tx ca. 2°C.
Overdag blijven de verschillen bestaan met een grote gradient boven het
noordoosten. Vrijdagavond zal de temperatuur van het noordoosten uit
onder nul gaan dalen a.g.v. kou-advectie .



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI