Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 23 januari 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 22 januari 2021 om 17.11 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een sturend laag voor de Noorse kust vult langzaam op. Met een
westelijke stroming stroomt maritiem polaire lucht over ons land uit. In
deze lucht zijn verschillende buienclusters (CAD) ten westen van Ierland
aanwezig. Een eerste cluster, om 09 UTC boven het zuiden van Ierland,
bereikt komende nacht het zuidwesten van de FIR. Vervolgens trekt dit
systeem langs de westkust om in de middag het noordoosten van de FIR te
verlaten. Tevens trekt een bijbehorende NO-ZW georiënteerde trog
zuidoostwaarts en komt deze in de nacht naar zondag boven het westen van
het land te liggen. Daar diept deze uit tot een secundair laagje. Het
volgende cluster krijgt geleidelijk interactie met een barocliene zone.
Dit systeem trekt oostwaarts en diept boven het noorden van Frankrijk
uit tot een laag dat zaterdagavond in de omgeving van Luxemburg aankomt.
De daar omheen gekrulde neerslagzone bereikt zaterdagavond en de
daaropvolgende nacht mogelijk het zuidoosten. Tegen middernacht, van
zaterdag op zondag ligt een volgende trog met een buiencluster tegen
onze westkust aan.

MODELBEOORDELING:
Belangrijk aandachtspunt is het buiencluster (CAD) dat in de nacht naar
zaterdag gaat passeren en het westelijker gelegen systeem dat zaterdag
later op de dag over Noord-Frankrijk trekt. T.a.v. het eerste systeem
zien we relevante verschillen in oriëntatie en timing. Hirlam en EC
hebben een wat grootschaliger neerslaggebied dan de Harmonies, die wat
meer een convectief karakter houden. Inmiddels berekenen alle modellen
een aparte lagedrukkern. De sneeuwfractie voor het eerste systeem is
afgenomen. Slechts in de meest intensieve neerslag neemt deze toe naar
lokaal 75%.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Zuid van het laag voor de Noorse kust 6-7 Bft, nog 6 Bft in de
noordelijke kustdistricten. Komende uren gaan de seinen geleidelijk
allemaal verdwijnen als het laag opvult. Mogelijk komt de 6 Bft nog even
terug in het noorden bij het ontwikkelende kleine laag in de trog.

BEWOLKING:
Oplossende ondiepe Cu/Sc, toppen rond 4000 vt. In de nacht naar zaterdag
toenemende onstabiliteitsdiepte en kans op enkele Cb's, mogelijk
geclusterd bij de trog. Toppen kunnen geholpen door de hoogtetrog naar
FL150-200. Dieper landinwaarts zien de profielen er overwegend stabiel
gelaagd uit. Wat verder opvalt is dat alle modellen op en na passage van
de neerslag een sterk St-signaal geven. Lijkt bij de buien zelf wat
overdreven, maar kan na passage van de buien mogelijk wel verklaard
worden door de vorming van enige turbulentie-St. Na passage van de
(hoogte)trog zaterdagmiddag Sc en enkele TCu.

NEERSLAG:
In de nacht naar zaterdag en zaterdagochtend regen/natte sneeuw, in de
kustgebieden convectief van karakter met kans op onweer, dieper
landinwaarts meer stratiform. Dan neemt ook de kans op winterse neerslag
toe (zie modelbeoordeling). CAPE is boven land beperkt, ca. 200 J/kg,
schering rond 10 knopen, dus single cell. Met name in HIR zien we een
'ijzel'signaal, mocht de neerslag vallen op het moment dat het
bodemoppervlak nog onder nul is. In de middag zien we wat zwakke
neerslagsignalen uit Sc/TCu. Zaterdag in de loop van de avond in het
(uiterste) zuidoosten mogelijk (natte) sneeuw.

ZICHT:
Goed, in neerslag matige zichten. In de nacht naar zaterdag voor de trog
uit mogelijk wat grondmist of een enkele mistbank. Kans daarop lijkt het
grootst voor het noordoosten waar de opklaringen het langst blijven.

TEMPERATUUR:
Komende nacht voor de neerslag en de bewolking uit nog net onder nul.
Overdag rond 5°C.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI