Guidance modelbeoordeling voor Nederland

16-01-2021 05:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 17 januari 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 16 januari 2021 om 05.16 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een ZZW-NNO- georienteerde rugas ten oosten van ons land beweegt
geleidelijk verder oostwaarts, aan de westflank hiervan neemt de zuid-
tot zuidwestelijke stroming geleidelijk in kracht toe. Een
lagedrukgebied ten zuiden van IJsland trekt noordoostwaarts en
bijbehorend occluderend frontaal systeem bereikt zaterdagmiddag op
hoogte het zuidwesten en passeert aan het begin van de nacht naar zondag
het oosten. Aan de grond bereikt de occlusie/trog pas aan het einde van
zaterdagavond het zuidwesten, trekt oostwaarts en ligt zondagochtend
boven het noordoosten om aan het einde van zondagmiddag het uiterste
noordoosten te verlaten. Aan de oostzijde van de vore wordt in de
grenslaag met een ZZW-wind nog koude continentale lucht aangevoerd, aan
de westzijde van de vore wordt met een WNW-wind zachtere maritiem
polaire lucht vanaf zee aangevoerd. Een kortgolvige hoogtetrog nabij
Nova Scotia steekt uitdiepend de Atlantische Oceaan over en ligt
zondagochtend boven East-Anglia. Deze hoogtetrog gaat gepaard met T500 =
-36°C.

MODELBEOORDELING:
Alle modellen zijn actueel te koud t.o.v. de actualiteit, de
Harmoniemodellen zelfs veel te koud. De oorzaak van deze afwijking ligt
in de aanwezige Sc-bewolking, bij Hirlam en EC lijkt deze bewolking wat
te dun en bij de harmoniemodellen is deze zelfs grotendeels afwezig,
vooral HAP1 is hierdoor volkomen onrealistisch. Deze afwijkingen hadden
in ieder geval voor afgelopen nacht de consequentie dat de temperatuur
amper onder nul kwam en dat er al helemaal geen mist is ontstaan.
Volgende aandachtspunt is de passage van het occluderende systeem met
sneeuwval, qua hoeveelheden sneeuw is er momenteel geen model dat met
meer dan 5 cm in 6 uur of meer dan 3 cm in een uur komt. Totdat de
frontale trog aan de grond gepasseerd is zal er vanwege de aflandige
ZZW-wind een koude plaklaag aanwezig zijn boven land, terwijl de
bewolking nog dik genoeg is om voldoende ijskristallen te bevatten om
sneeuw te produceren. Bij toptemperaturen beneden -10°C bestaat de
stabiel gelaagde bewolking uit minimaal 50% ijskristallen. Daarna wordt
in de nacht naar zondag ook de passage van het grondfront zeer
interessant i.v.m. de berekende neerslagsoort. Tussen de sneeuwzone en
frontale trog aan de grond (met de occlusie) is het wolkenpakket dunner,
de occlusie is op hoogte dan al doorgelopen. De bewolking bestaat vooral
uit wolkenwater en zien we verticale profielen die kenmerkend zijn voor
onderkoelde motregen. De neerslagintensiteit dan gering zijn, maar
lokaal zou ijzel kunnen optreden. Daar waar een sneeuwdek aanwezig is
zal dit geen problemen opleveren, maar op plekken zonder sneeuw zou dit
ijzel betekenen. Op de frontale vore/occlusie is de bewolking weer
dikker (toptemperaturen kouder dan -10°C) en valt er weer gewone regen.
In het noorden en oosten (grofweg ten oosten van de lijn
Friesland-Achterhoek) zien we dan een ijsdriehoek, zie progtemp EHLW om
02 UTC. Afgaande op de NESO-producten berekenen alle modellen in dat
gebied ijzel. Gezien de huidige temperatuurafwijking is het de vraag is
of deze afwijking ook vanmiddag, vanavond en de nacht naar zondag nog
aanwezig zijn. Als de modellen ook dan nog te koud zijn zullen er aan de
grond geen gladheidsperikelen a.g.v. ijzel optreden. Bovendien zijn de
bodem/wegdektemperatuur momenteel ook nog niet onder nul, de afgelopen
(veel) warmere nacht draagt daar ook al aan bij. Om hierom ijzel bij
voorbaat al uit te sluiten lijkt het mij te vroeg, met een aantrekkende
zuidenwind wordt er wel geleidelijk koudere lucht uit Frankrijk
geadvecteerd, hier heeft het afgelopen nacht wel licht tot matig
gevroren. Het is dus zaak vandaag goed te monitoren hoe de
temperatuurafwijking zich ontwikkelt naarmate de tijd vordert.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op nadering van het occluderende systeem ZZW 6 Bft in de kustdistricten,
tijdelijk 7 Bft in het westen van de FIR. Achter de frontale grondtrog
in de westelijke kustdistricten tot en met zondagochtend nog een NW 6
Bft.

BEWOLKING:
Actueel uitgebreide Sc-velden, zie modelbeoordeling voor afwijking
t.o.v. modellen. Verder zien we op de Noordzee voor de noordwestkust ook
enkele TCu's met toppen tot ca. Vanaf het relatief warme zeewater
drijven enkele TCu/Cb's het land op (toppen FL060/-10°C), met een naar
zuidwest draaiende stroming trekken deze TCu's soms over het
noordwestelijk kustgebied. Van het westen uit steeds dikker wordende
gelaagde frontale bewolking, op nadering van het occluderende systeem.
Vooral bij de frontale grondtrog en net oost daarvan stratus beneden 500
vt. Aanvankelijk is het het frontale wolkenpakket aanwezig tot ca.
FL300, dit valt te koppelen aan de zone met sneeuwval. Na passage van
deze zone wordt de bewolking tijdelijk dunner, tophoogte rond FL070. Bij
de frontale vore/occlusie aan de grond ligt de tophoogte van het
wolkenpakket weer rond FL110. Achter de grondtrog bij buien boven de
Noordzee onder invloed van de hoogtetrog CB met toppen tot maximaal
FL150.

NEERSLAG:
Boven de Noordzee voor de noordwestkust enkele lichte buitjes lokaal met
(natte) sneeuw, deze kunnen soms nog over het noordwestelijk kustgebied
trekken. Op nadering van het occluderende systeem sneeuw, op veel
plaatsen 1-3 cm, lokaal 3-5 cm. Op een gegeven moment zal de bewolking
niet meer dik genoeg zijn voor sneeuw en vooral (onderkoelde) motregen
produceren. Dit zou kan een probleem kunnen vormen op plekken indien de
temperatuur nog onder nul zou zijn en de intensiteit voldoende is. Een
duidelijker signaal op ijzel geven de modellen op de regenzone bij de
frontale vore/occlusie aan de grond, dit is dan ten oosten van de lijn
Friesland - Achterhoek. Of dit ook echt zo gaat gebeuren is nog niet
helemaal zeker gezien de temperatuurafwijkingen waar we nu mee te maken
hebben, maar helemaal uitsluiten doen we het op dit moment nog niet. Zie
ook modelbeoordeling. Achter het grondfront onder invloed van de
hoogtetrog ontstaan er buien, CAPE 100-200 J/kg, schering rond 15 kt,
single cell.

ZICHT:
In de buitjes voor de kust kan het zicht steeds kortstondig teruglopen.
Boven land zorgt het vrijwel gesloten Sc-dek ervoor dat de zichten
vrijwel overal goed blijven. In de loop van de middag en in de avond in
sneeuw matige tot slechte zichten, in intensievere sneeuwval ook beneden
de 1000 meter. In en ten oosten van de frontale vore bij af en toe
motregen zeer waarschijnlijk ook matige tot slechte zichten. Na passage
van de frontale voren oplopende zichten door de instroom van polaire
lucht, al zal de smeltende sneeuw de zichtverbetering aanvankelijk nog
wat tegenhouden.

TEMPERATUUR:
Modellen actueel (veel) te koud, zie modelbeoordeling. Zondagmiddag op
uitgebreide schaal maxima van 6 a 7 °C, in het uiterste noordoosten zal
de zachte lucht overdag nog niet weten door te dringen, daar maxima van
ca. 2 °C.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI