Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op donderdag 14 januari 2021 om 04.05 uur

Geldig van zaterdag 16 januari tot donderdag 28 januari

Synoptische ontwikkeling:
Een noord-zuid georienteerde hoogterug beweegt zaterdagavond over ons
land oostwaarts, gevolgd door een diffluente trog op zondag. Hier
vooruit passeert een frontaal systeem, waarachter begin volgende week
zachtere lucht over het aandachtsgebied uitstroomt. De grootschalige
hoogtetrog die vervolgens ontstaat, komt boven noordwest-Europa terecht,
een stuk westelijker dan in de voorgaande run. Hierdoor komen we vanaf
begin volgende week in zachtere lucht terecht. De straalstroom heeft
echter nog steeds een tamelijk zuidelijke ligging, waardoor vanaf midden
volgende week de actievere randstoringen meestal (net) zuid van ons land
trekken.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Vrijwel alle leden laten later op zaterdag en zondag een frontaal
systeem doorkomen met neerslag van betekenis. Naar het zich nu laat
aanzien is de kans op winterse neerslag dan tamelijk groot, ca. 70%,
mogelijk met enige accumulatie. De verschillen in timing en activiteit
van de storing tussen de verschillende EPS-leden is echter nog tamelijk
groot en dat wordt bepalend voor de eventuele accumulatie van sneeuw. Na
het komende weekeinde zien we in het grootschalige patroon een voorkeur
voor hoge druk bij Groenland en de grootschalige hoogtetrog boven
West-Europa. Bij een iets noordelijker koers is er de mogelijkheid van
zware windstoten, midden volgende week liggen deze rond 30% voor
Vlissingen. In de EPS-periode zien we geleidelijk de neiging naar een
iets meer zonale stroming (70-80% van de leden), waarbij de positie van
de straalstroom bepalend wordt voor de temperatuur. Met een voorkeur
voor een geleidelijk wat zuidelijker positie neemt de kans op
temperaturen beneden normaal langzaam toe.

Samenvatting meerdaagse-periode:
In het weekeinde waarschijnlijk regen en sneeuw en overgang naar een
wisselvallig weertype met hogere temperaturen.

Samenvatting EPS-periode:
Grote kans (ca. 80%) op voortzetting van het wisselvallige weertype. De
kans op maximumtemperaturen beneden het langjarig gemiddelde neemt
geleidelijk toe naar 60-70%.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI