Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 28 december 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 27 december 2020 om 16.18 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een sturend laag boven Schotland trekt zuidwaarts en vervolgens over Het
Kanaal en het noorden van Frankrijk oostwaarts. Het koufront, dat door
golfvorming steeds minder herkenbaar wordt trekt zondagavond oostwaarts
over Nederland en vertraagt door de golfvorming. In de polaire lucht
trekken kleinschalige troggen cyclonaal rondom het laag. Dinsdag
ontstaat boven het noorden van Duitsland een randstoring die uitdiepend
naar Denemarken trekt, waardoor de stroming bij ons west tot noordwest
wordt.

MODELBEOORDELING:
Grootschalig gezien is de uitvoer consistent, maar in de details zijn er
aanzienlijke verschillen. De mate waarin het opklaart ten westen van het
koufront is onzeker, de grootste kans op opklaringen is in het westen.
Daardoor is ook de verwachting voor het zicht en de Tmin voor de nacht
naar maandag onzeker. Ten aanzien van de kleinschalige ontwikkelingen
van dinsdag zijn er aanzienlijke verschillen tussen de Hir uitvoer en de
rest van de uitvoer, de randstoring boven het noorden van Duitsland ligt
veel oostelijker dan in de rest van de uitvoer terwijl een kern boven de
zuidelijke Noordzee veel dieper is. Vanaf maandag is er ook een
toenemende onzekerheid over de locatie van de neerslaggebieden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Actueel lijkt de uitvoer goed op de waarnemingen.Tot en met maandag zijn
er weinig verschillen en kan de uitvoer gevolgd worden, dinsdag enige
onzekerheid bij de randstoring en het laag op de zuidelijke Noordzee.
Hir uitvoer verwerpen we.

BEWOLKING:
Patronen van de wolkenbasis bij het koufront komen in een deel van de
uitvoer aanvankelijk goed overeen met de waarnemingen, in de Hap1 en
Hap3 uitvoer te lage basis. In de Harmonie uitvoer ontstaat in het
zuiden en oosten vooral stratus, in het noordwesten mist, in de EC en
Hir uitvoer is het gebied met opklaringen en mist boven het noordwesten
veel groter. Dit is een onzekerheid, maar de kans op opklaringen en mist
is in het noordwesten het grootst. Ook daarna zijn er aanzienlijke
verschillen in het optrekken van de stratus en mist. We gaan er van uit
dat er enige dagelijkse gang in de hoogte van de basis is. Doordat
maandagmiddag de stroming zuidelijk tot zuidoostelijk wordt komen er
door lijwerking in het zuidoosten opklaringen. De kleinschalige
neerslaggebieden, vooral in een zuidwestwaarts gerichte trog vanuit het
laag dat zich dinsdag boven Noord-Duitsland ontwikkelt, gaan ook weer
gepaard met stratus. Boven de Noordzee CB's, soms geclusterd in troggen,
pas dinsdag komen deze, wanneer de stroming westelijk wordt, het land
op.

NEERSLAG:
Vanaf maandagmiddag gaan de patronen verder uiteenlopen. In de Hap 2 en
3 uitvoer vanaf maandagavond een kleinschalig gebied met stratiforme
neerslag (en stratus) boven het zuiden, zorgt voor onzekerheid, komt
niet in de rest voor of zit veel noordelijker. De neerslag bij de trog
vanuit de randstoring lijkt het belangrijkste neerslaggebied te worden
voor dinsdag. Het is een mengsel van stratiforme neerslag (opglijding
vanuit het oosten) en convectieve neerslag vanaf de Noordzee. In sommige
NESO uitvoer zit hierbij in het noorden ook natte sneeuw, dit is
realistisch wanneer er geen duidelijke aanlandige stroming is.
Accumulatie van sneeuw lijkt niet aan de orde.

ZICHT:
In opklaringen grote kans op mist, deze moet overdag wel oplossen. In de
nacht naar dinsdag idem.

TEMPERATUUR:
Onzekerheid over Tmin, zowel in de nacht naar zondag als naar maandag.
In opklaringen die langer dan enkele uren duren vriest het licht met
gladheid door bevriezing. Kans hierop is maandagochtend het grootst in
het noordwesten, in de nacht naar dinsdag in het zuiden.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI