Guidance modelbeoordeling voor Nederland

22-12-2020 05:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 23 december 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 22 december 2020 om 05.38 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een complex lagedrukgebied strekt zich uit van de Noorse Zee tot aan
onze omgeving. Een randstoring boven de Noordzee trekt oostwaarts en
bereikt Denemarken in de loop van de ochtend. Bijbehorend golvend
koufront boven het zuidoosten komt in de loop van de ochtend net ten
zuiden van ons land tot stilstand. Een NO-ZW georienteerde
backbent-occlusie boven het noordelijke FIR gebied vormt de achterste
begrenzing van de zachte en vochtige lucht waarmee we momenteel te maken
hebben. Deze occlusie bereikt de komende uren het noorden van het land
en komt in de middag boven het zuiden tot stilstand. Overigens is het
golvende koufront in de parameters lastig terug te vinden aangezien er
nauwelijks sprake is van een overgang naar een andere luchtsoort (valse
warme sector). Op de satelliet is het front wel duidelijker herkenbaar
aan de verdikking in de bewolking. In de avond en nacht passeert er
vervolgens een rug waarna de occlusie weer noordwaarts trekt en boven
het noorden van het land tot stilstand komt. Woensdag slaat een golf in
het koufront uit op nadering van een actieve randstoring die boven Het
Kanaal komt te liggen. Deze golf trekt in de loop van de dag oostwaarts
over onze omgeving. Het occluderende gedeelte komt W-O georienteerd
boven het noorden van het land te liggen waar ook sprake is van een vore
behorende bij het laag. Mogelijk ontstaat in deze vore boven het noorden
van het land een aparte, vlakke lagedrukkern.

MODELBEOORDELING:
De aangevoerde zachte en vochtige lucht zorgt voor beperkende condities
in de grenslaag. Op diverse plekken is nog sprake van stratus, de nadruk
ligt daarbij op de occlusie. Modellen geven allen een redelijke
indicatie al zit er uiteraard wel wat variatie in de hoogte van de
berekende wolkenbasis. De afgelopen uren is de wolkenbasis zuid van de
occlusie geleidelijk wat hoger komen te liggen tgv wat meer menging
(meer wind) en het feit dat de grootste neerslagintensiteit tezamen met
het koufront zuidoostwaarts is weggetrokken. Deze tendens zal de komende
uren waarschijnlijk doorzetten. Na passage van de occlusie is van
stratus geen sprake meer. In de nacht naar woensdag is er noord van het
front in opklaringen kans op mistvorming. Een en ander is afhankelijk
van de mate waarin opklaringen zich voordoen. Modellen verschillen
hierin, waarbij Ha40 en EC de meeste opklaringen berekenen. In de vore
boven het noorden van het land kunnen de condities woensdag overdag weer
behoorlijk teruglopen. Of en waar er een vlakke kern ontstaat is
onduidelijk; er is verschil tussen de modellen onderling, maar ook
tussen de opeenvolgende modelruns bestaan verschillen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Voor passage van de backbent-occlusie buitengaats 7 Bft, tevens aan zee
aanvankelijk mogelijk zware windstoten van ca. 75 km/uur. Noord van de
occlusie beduidend minder wind. Woensdag in de loop van de middag
mogelijk weer seinen in het noordelijk kustgebied. Een en ander is
afhankelijk van de ontwikkeling van de lagedrukkern. In de huidige
modelberekeningen laat alleen Ha40 een 6 Bft zien aan de noordflank van
de vore.

BEWOLKING:
Lokaal, bij de occlusie op uitgebreidere schaal, stratus. De wolkenbasis
loopt geleidelijk verder op (zie ook modelbeoordeling). Verder (lage) Sc
bewolking. Woensdag wederom St op de passerende frontale systemen, de
laagste basis wordt verwacht bij de vore. Bij de occlusie is de neerslag
mogelijk enigszins convectief van karakter gezien de progtemps.

NEERSLAG:
Bij de frontale zones perioden met regen en motregen.

ZICHT:
In neerslag matige tot slechte zichten. In de nacht naar woensdag in het
noorden van het land in opklaringen kans op mist. Tevens nabij de vore
in de loop van de dag verslechterende zichtwaarden.

TEMPERATUUR:
Temperatuur wordt in en zuid van de frontale zone vooral bepaald door
advectie.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI