Guidance modelbeoordeling voor Nederland

19-12-2020 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 20 december 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 19 december 2020 om 11.05 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied met diverse kernen tussen Schotland en IJsland trekt
langzaam noordoostwaarts. Tussen het laag en hoge druk boven
Zuidoost-Europa voert een zuid- tot zuidwestelijke stroming zachte lucht
aan. Een in activiteit afnemend N-Z georiënteerd koufront boven de
westelijke Noordzee trekt oostwaarts en passeert in de middag het land
van west naar oost. Achter dit koufront draait de stroming naar
zuidwest. Een CAD, als occlusie geanalyseerd op de weerkaart, volgt het
koufront enkele uren later en pas daarachter wordt drogere lucht
aangevoerd. Op grotere hoogte wordt de lucht geleidelijk aanmerkelijk
kouder, vooral op zondag. In de zuidwestelijke stroming trekken
aanvankelijk nog enkele occlusierestanten mee die geleidelijk steeds
meer een convectief karakter krijgen. Ook is er sprake van
kustconvergentie. Zondagmiddag nadert een hoogtetrog waarop de
activiteit vooral boven zee en het westen toeneemt. De meeste activiteit
hiervan trekt over de Noordzee.

MODELBEOORDELING:
Er is weinig onzekerheid in de synoptische ontwikkeling. Alle modellen
laten zondag in de loop van de dag de convectieve activiteit toenemen op
nadering van een hoogtetrog, vooral boven zee. In de grenslaag zie we
wel enige verschillen. Tussen de verschillende Harmonie-versies en
Hirlam zien we verschillen, waarbij het vocht onder een lage inversie in
het ene model net wel en in het andere niet in een dunne laag Sc/St
resulteert. Kijkend naar de actualiteit lijken HAP1 en Hirlam in de
grenslaag te vochtig. Het zit nu een beetje tussen HA40/HAQ2 en HAP3 in.
Voor morgenochtend komt Hirlam als enige met een sterk stratus-signaal
boven het midden, noorden en oosten, overige modellen doen dat
nauwelijks. Voorlopig houden we het op een aandachtspunt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
ZZW 6-7 Bft, na koufrontpassage iets afnemend, maar de 6 Bft blijft
voortdurend staan.

BEWOLKING:
Op het koufront stabiel gelaagde bewolking, waarschijnlijk met slechts
lokaal lage SC en in het noordelijke deel van de FIR kans op St. De
lagere bewolking houdt aan tot aan de occlusiepassage (CAD). Boven zee
ten westen van het koufront geleidelijk convectieve bewolking. Zondag in
de loop van de nacht en ochtend is de vorming van St dus niet helemaal
uit te sluiten, met name boven het noordoosten van het land. De toppen
van de convectieve bewolking boven zee gaan zondag op nadering van de
hoogtetrog naar FL200, lokaal FL250.

NEERSLAG:
Bij het koufront verwachten we een in activiteit afnemende neerslagzone
t.g.v. diffluent patroon. Belangrijkste aandachtspunt is de convectieve
activiteit zondag op nadering van de hoogtetrog. CAPE gaat naar 400-700,
lokaal 700-1000 J/kg, effectieve schering rond 15 knopen, dus
waarschijnlijk multicells. De meeste activiteit zit dan boven zee en het
noordwesten van het land.

ZICHT:
De luchtdrukgradiënt is te groot voor zichtverslechtering a.g.v.
uitstraling. In neerslag matig tot goed zicht, zondag in een fellere bui
mogelijk lokaal slecht.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI