Guidance modelbeoordeling voor Nederland

11-12-2020 01:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 11 december 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 10 december 2020 om 23.44 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied noordwest van de Britse Eilanden blijft vandaag en
morgen min of meer stationair, aan de oostflank van dit laag staat boven
onze omgeving een zuid- tot zuidoostelijke stroming. In het noorden van
het land is er in de grenslaag nog vochtige lucht aanwezig, deze wordt
vannacht geleidelijk de Noordzee opgedreven. Een zwakke occlusie bereikt
later vannacht het zuidwesten en beweegt overdag langzaam
noordoostwaarts. In de middag en avond zien we ook dat boven de Engelse
oostkust uit een NW-ZO georienteerd frontaal systeem een apart laag
afsnoert, deze loopt in de nacht naar zaterdag de zuidelijke Noordzee op
(Theems district). De bijbehorende occlusie bereikt het zuidwesten in de
eerste helft van de middag, maar zal vervolgens (vanwege de positie van
het afsnoerende laag) stagneren ergens boven het midden van ons land.
Met de passage van de occlusie wordt in het zuidwesten de aangevoerde
lucht zachter en vochtiger, in het noordoosten blijft de stroming in de
onderste niveaus zuidoostelijk en daarmee ook koud en vrij droog.
Zaterdag overdag blijft het laag boven ons westelijke kustgebied hangen.
De verschillen tussen het zuidwesten en noordoosten blijven hiermee in
stand en de frontale restanten blijven boven onze omgeving hangen. De
grenslaag wordt dan zeer vochtig.

MODELBEOORDELING:
De bewolking zit momenteel vrij aardig in de modellen, al blijft er
altijd detailverschillen qua representatie van de stratus. Belangrijk
aandachtspunt voor later vannacht en in de ochtend is de neerslag nabij
de naderende occlusies. Met name nabij de eerste occlusie kan al wat
lichte neerslag voorkomen in de (vroege) ochtend. Hirlam geeft daar een
ijzelsignaal op, de Harmonie-versies doen dit niet of in veel mindere
mate. Het lijkt erop dat Hirlam iets te langzaam opwarmt als de frontale
bewolking in de nacht al binnenkomt, we zien nu 00 UTC) al dat Hirlam
een fractie (ca. 1 graad) te koud is. Andere modellen zitten er actueel
net iets beter op en komen later vannacht en in de ochtend wat sneller
boven het vriespunt uit. Daarbij komt dat de bodem nog niet sterk
afgekoeld is, laat staan dat de vorst er al in zit. We zijn qua
neerslagsoort dus sterk geneigd om de de Harmonies en EC te volgen, maar
we sluiten het zeer lokaal optreden van lichte neerslag op een wegdek
met een temperatuur van net iets onder nul echter niet helemaal uit. Qua
evolutie van het afsnoerende laagje met de bijbehorende neerslaggebieden
op de occlusie wordt door de modellen voor vandaag vrij eenduidig
weergegeven. Op zaterdag zien we wel verschillen ontstaan. De Harmonies
komen dan met een NW-ZO georienteerde vore, Hirlam met het hierboven
genoemde aparte laagje, voor de temperatuurverdeling en condities maakt
dit weinig uit. EC laat het laag echter vrij snel noordwaarts bewegen
waardoor een veel groter deel van het land in de zachtere lucht terecht
komt, voorlopig gaan we hier niet van uit.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vannacht buitengaats seinen voor ZO 6 Bft, overdag zien we in het
noordwesten van de FIR tijdelijk een ZO 7 Bft. Vanavond zullen de seinen
geleidelijk verdwijnen. Zaterdagavond zien we aan de zuidwestflank van
het laag weer een W-NW 6 Bft verschijnen.

BEWOLKING:
De stratus in het noorden verlaat in de eerste helft van deze nacht het
land en zal later vannacht ook helemaal uit onze FIR verdwijnen. In de
loop van de nacht neemt in het zuidwesten de bewolking al toe op
nadering van de frontale bewolking van de eerste occlusie, deze breidt
zich overdag noordoostwaarts uit over het land, veelal stratiforme
bewolking op Sc-niveau. In het zuidwesten kan in de ochtend al de eerste
stratus vanuit België het land binnenlopen. De dikkere en actievere
frontale bewolking van de tweede occlusie bereikt het zuidwesten in de
tweede helft van de ochtend, in het zuidwesten zien we vanaf het einde
van de middag ook beduidend lagere stratus binnenlopen. In de nacht naar
zaterdag breidt de stratus zich steeds verder uit, dan wordt ook het
uiterste noordoosten bereikt. Zaterdag overdag zien we de dikte van de
stratiforme wolkenlaag geleidelijk toenemen tot ca. FL150, de
wolkenbasis nabij het laag (of vore) zal nog verder zakken (mogelijk tot
aan de grond) omdat de stroming dan nagenoeg wegvalt.



NEERSLAG:
Bij de eerste (zwakke) occlusie zien we een zone met voornamelijk lichte
regen uit een wolkenlaag met overwegend toppen van ca. -8°C. Mogelijk
dat er geleidelijk wel wat inzaaiing van het tweede systeem gaat
plaatsvinden. We zien verder dat er vrij snel een duidelijke smeltlaag
aanwezig is, met daaronder alleen in Hirlam een dunne laag met Tw net
onder nul. In de overige modellen is van dat laatste niet of nauwelijks
sprake. Wel is het niet helemaal uitgesloten dat Tweg zeer lokaal nog
net onder nul is als de eerste lichte neerslag valt, al lijkt dat met de
actuele temperatuurafwijking (van Hirlam) steeds onwaarschijnlijker. Bij
de tweede occlusie is het neerslagsignaal wat sterker. In de avond in
het zuidwesten en zuiden wel op steeds meer plaatsen motregen a.g.v.
coalescentie, de progtemps ogen in de onderste 5000 tot 10000 vt
behoorlijk verzadigd, terwijl daarboven geen bewolking meer zit. Deze
motregen breidt zich in de nacht naar zaterdag en zaterdagochtend uit
over de rest van het land. In het uiterste noordoosten geeft Hirlam
later ook als enige model soms een minimaal winters (natte sneeuw)
signaal. Is vooralsnog slechts een aandachtspunt, niet noemenswaardig
voor de basisverwachting. Het ijzelsignaal waar Hirlam in de nacht naar
zaterdag mee komt verwerpen we ook voorlopig. Met het dikker worden van
het pakket bewolking wordt ook de toptemperatuur beduidend lager, op
FL150 ca. -18°C, koud genoeg voor het ontstaan van vrieskernen.
Hierdoor zal er zaterdagmiddag naast motregen ook gewoon regen gaan
vallen.

ZICHT:
In het noorden aanvankelijk nog nevelig, deze zal geleidelijk
verdwijnen. Overdag in de intensievere frontale neerslag matige
zichtcondities, later in de middag en avond in het zuidwesten en zuiden
in motregen waarschijnlijk ook slechte zichten. Deze matige tot slechte
condities houden ook de gehele zaterdag aan, mogelijk dat het zicht bij
weinig stroming zelfs naar mistwaarden zakt (<1000 meter).

TEMPERATUUR:
Vannacht op veel plaatsen rond of net iets onder het vriespunt, de
doorstaande wind en wat middelbare bewolking voorkomt een verdere
afkoeling. Gedurende de dag steeds verder oplopende temperaturen naar
2°C in het oosten en noordoosten tot 6°C in Zeeland. In de nacht naar
zaterdag komt de temperatuur nergens meer onder het vriespunt, de lichte
vorst die Hirlam voor het noordoosten berekent negeren we, we gaan ook
daar uit van teveel bewolking. Zaterdag overdag zien we behoorlijke
temperatuurtegenstellingen vanwege de positie van het laag (of vore). In
het noordoosten wordt het niet warmer dan 3°C terwijl het in Zeeland
9°C kan worden.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI