Guidance modelbeoordeling voor Nederland

10-12-2020 05:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 11 december 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 10 december 2020 om 05.29 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen lagedruk boven de Britse Eilanden en hogedruk boven Duitsland
staat boven onze omgeving een zuidelijke stroming. Restanten van een
occlusie boven het noordwesten van de FIR bewegen noordwaarts en
verlaten het noordwesten van de FIR aan het einde van de ochtend. De
grenslaag is nog steeds vochtig. Overdag draait de stroming naar zuid
tot zuidoost en wordt de aangevoerde lucht geleidelijk droger, geholpen
door lijwerking van de Ardennen en de Eifel. In de nacht naar vrijdag en
vrijdagochtend snoert boven het zuiden van Engeland uit een frontaal
systeem een apart laag af, vrijdagavond beweegt dit laag de zuidelijke
Noordzee op. Op nadering van dit laag naderen van het (zuid)westen uit
een tweetal occlusies. De eerste (zwakke) occlusie loopt voor het laagje
uit en bereikt in de nacht naar vrijdag het zuidwesten om pas aan het
einde van de middag boven het noordoosten aan te komen. Bij het laagje
zelf zit een actievere occlusie en deze bereikt het zuidwesten vrijdag
in de eerste helft van de middag.

MODELBEOORDELING:
De modellen hebben nog steeds veel moeite met de representatie van de
bewolking, in het noordoosten zit er veel lage stratus, deze wordt bijna
alle modellen gemist. Ander aandachtspunt is de neerslag nabij de
naderende occlusies. Met name nabij de eerste occlusie kan al wat eerste
lichte neerslag voorkomen in de (vroege) ochtend. Hirlam geeft daar als
enige model een ijzelsignaal op, HAP1 geeft ook een zwak signaal
hiervoor. Het lijkt erop dat Hirlam te langzaam opwarmt als de frontale
bewolking in de nacht al binnenkomt. Andere modellen komen wat sneller
boven het vriespunt uit. Dat lijkt me ook veel realistischer, vooral ook
omdat de bodem helemaal nog niet sterk afgekoeld is. We sluiten het zeer
lokaal optreden van lichte neerslag op een wegdek met een temperatuur
van net iets onder nul echter niet geheel uit. Qua evolutie van het
afsnoerende laagje op vrijdag met de bijbehorende neerslaggebieden op de
occlusie wordt door de modellen vrij eenduidig weergegeven.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de loop van vanavond op nadering van de occlusie seinen voor ZO 6
Bft, vrijdag overdag zien we in het noordwesten van de FIR tijdelijk een
ZO 7 Bft.

BEWOLKING:
In het westen en noorden van het land en in de kustdistricten is er nog
steeds veel stratus, de laagste basis in het noordoosten. In de
zuidoostelijke helft van het land zijn er ook brede opklaringen, deels
ook t.g.v. de lijwerking van de Ardennen en de Eifel. Overdag zal de
bewolking ook in het westen geleidelijk de Noordzee opgedreven worden,
het oosten en noordoosten blijven gevoelig voor stratus vanuit
Duitsland. In de nacht naar vrijdag weinig bewolking, op het noordoosten
na. In de tweede helft van de nacht in het zuidwesten frontale bewolking
van de eerste occlusie, deze breidt zich in de loop van vrijdag
noordoostwaarts uit over het land, veelal stratiforme bewolking op
Sc-niveau. In het zuidwesten kan in de ochtend al de eerste stratus
vanuit België het land binnenlopen. De dikkere en actievere frontale
bewolking van de tweede occlusie bereikt het zuidwesten aan het begin
van vrijdagmiddag, in het zuidwesten zien we vanaf het einde van de
middag ook beduidend lagere stratus binnenlopen.

In het westelijk deel van de FIR zien we ook TCu/Cb's bij de
occlusierestanten, deze zullen aan het einde van de ochtend het
noordwesten van de FIR verlaten.
Donderdag overdag wordt de stratus met een zuidelijke wind geleidelijk
de Noordzee op gedreven, hierbij zien we bovendien een stijging van de
wolkenbasis naar Sc-niveau. Helemaal opklaren zal het waarschijnlijk
niet, plaatselijk kan ook weer nieuwe Sc-bewolking ontstaan. Het
noordoosten is en blijft overigens gevoelig voor ST uit het noorden van
Duitsland.

NEERSLAG:
Nabij occlusierestanten boven zee nog een zone met enkele buien, deze
verlaten aan het einde van de ochtend het noordwesten van de FIR. Bij de
eerste occlusie zien we een zone met voornamelijk lichte regen, het
ijzelsignaal waar Hirlam mee komt negeren we voorlopig. Bij de tweede
occlusie is het neerslagsignaal wat sterker, zowel de bewolking als de
meeste neerslag loop wat voor het grondfront uit. In de avond in het
zuidwesten en zuiden wel op steeds meer plaatsen motregen a.g.v.
coalescentie, de progtemps ogen in de onderste 5000 vt behoorlijk
verzadigd, terwijl daarboven geen bewolking meer zit.

ZICHT:
In het noorden en oosten matige tot slechte zichtcondities, overdag
geleidelijk oplopende zichten. Elders overwegend goede zichten. Boven de
Noordzee buiten buien goede zichtcondities. Overdag in de loop van de
dag verder verbeterende zichtcondities. In de avond lokaal mogelijk weer
nevel. Vrijdag in de intensievere frontale neerslag matige
zichtcondities, later in de middag en avond in het zuidwesten en zuiden
in motregen waarschijnlijk ook slechte zichten.

TEMPERATUUR:
Vandaag maxima 3-4°C. In de nacht naar vrijdag op vrij uitgebreide
schaal enkele graden vorst, van gladheid door condensatie zal vanwege de
droge lucht en de doorstaande wind zeer waarschijnlijk geen sprake zijn.
Voor de kans op ijzel, zie modelbeoordeling. Tx vrijdag overdag rond
3°C, in de avond in het zuidwesten en zuiden door het binnen lopen van
zachtere lucht iets hogere maxima.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI