Guidance modelbeoordeling voor Nederland

10-12-2020 01:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 10 december 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 09 december 2020 om 23.42 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen lagedruk boven de Britse Eilanden en hogedruk boven Duitsland
staat boven onze omgeving een zuidelijke stroming. Restanten van een
occlusie boven het westelijke deel van de FIR bewegen noordwaarts en
verlaten het noordwesten van de FIR aan het einde van de ochtend. De
grenslaag is nog steeds vochtig. Overdag draait de stroming naar zuid
tot zuidoost en wordt de aangevoerde lucht geleidelijk droger, geholpen
door lijwerking van de Ardennen en de Eifel. In de nacht naar vrijdag en
vrijdagochtend snoert boven het zuiden van Engeland uit een frontaal
systeem een apart laag af, vrijdagavond beweegt dit laag de zuidelijke
Noordzee op. Op nadering van dit laag naderen van het (zuid)westen uit
een tweetal occlusies. De eerste (zwakke) occlusie loopt voor het laagje
uit en bereikt in de nacht naar vrijdag het zuidwesten om pas aan het
einde van de middag boven het noordoosten aan te komen. Bij het laagje
zelf zit een actievere occlusie en deze bereikt het zuidwesten vrijdag
in de eerste helft van de middag.

MODELBEOORDELING:
De modellen hebben nog steeds moeite met de representatie van de
bewolking, HAP1 en 3 zitten er qua actualiteit (qua stratus) beter op
dan HAP2. Hirlam zit te hoog met de basis, EC daarentegen oogt momenteel
ook vrij goed. Ander aandachtspunt is de neerslag nabij de naderende
occlusies. Met name nabij de eerste occlusie kan al wat eerste lichte
neerslag voorkomen in de (vroege) ochtend. Hirlam geeft daar als enige
model een ijzelsignaal op, HAP1 geeft slechts een zeer gering signaal
hiervoor. Het lijkt erop dat Hirlam te langzaam opwarmt als de frontale
bewolking in de nacht al binnenkomt. Andere modellen komen wat sneller
boven het vriespunt uit. Dat lijkt me ook veel realistischer, vooral ook
omdat de bodem helemaal nog niet sterk afgekoeld is. We sluiten het zeer
lokaal optreden van lichte neerslag op een wegdek met een temperatuur
van net iets onder nul echter niet geheel uit. Qua evolutie van het
afsnoerende laagje op vrijdag met de bijbehorende neerslaggebieden op de
occlusie wordt door de modellen vrij eenduidig weergegeven.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de loop van donderdagavond op nadering van de occlusie seinen voor ZO
6 Bft, vrijdag overdag zien we in het noordwesten van de FIR tijdelijk
een ZO 7 Bft.

BEWOLKING:
Boven een groot deel van het land en in de kustdistricten is er nog
steeds veel stratus, de basis hiervan loopt langzaam maar zeker op naar
Sc-niveau. Boven Noord-Frankrijk en het westen van België zit een nieuw
gebied met lage stratus die in de loop van de nacht het zuidwesten van
het land binnenloopt. Meer naar het zuidoosten is alleen nog maar
Sc-bewolking aanwezig en in Limburg zien we ook enkele opklaringen
t.g.v. de lijwerking van de Ardennen en de Eifel. Overdag zal de
bewolking van het zuiden uit geleidelijk gaan breken, al blijft het
oosten en noordoosten gevoelig voor stratus vanuit Duitsland. In de
nacht naar vrijdag weinig bewolking, op het noordoosten na. In de tweede
helft van de nacht in het zuidwesten frontale bewolking van de eerste
occlusie, deze breidt zich in de loop van vrijdag noordoostwaarts uit
over het land, veelal stratiforme bewolking op Sc-niveau. In het
zuidwesten kan in de ochtend al de eerste stratus vanuit België het
land binnenlopen. De dikkere en actievere frontale bewolking van de
tweede occlusie bereikt het zuidwesten aan het begin van vrijdagmiddag,
in het zuidwesten zien we vanaf het einde van de middag ook beduidend
lagere stratus binnenlopen.

In het westelijk deel van de FIR zien we ook TCu/Cb's bij de
occlusierestanten, deze zullen aan het einde van de ochtend het
noordwesten van de FIR verlaten.
Donderdag overdag wordt de stratus met een zuidelijke wind geleidelijk
de Noordzee op gedreven, hierbij zien we bovendien een stijging van de
wolkenbasis naar Sc-niveau. Helemaal opklaren zal het waarschijnlijk
niet, plaatselijk kan ook weer nieuwe Sc-bewolking ontstaan. Het
noordoosten is en blijft overigens gevoelig voor ST uit het noorden van
Duitsland.

NEERSLAG:
Nabij occlusierestanten boven zee nog een zone met enkele buien, deze
verlaten aan het einde van de ochtend het noordwesten van de FIR. Bij de
eerste occlusie zien we een zone met voornamelijk lichte regen, het
ijzelsignaal waar Hirlam mee komt negeren we voorlopig. Bij de tweede
occlusie is het neerslagsignaal wat sterker, zowel de bewolking als de
meeste neerslag loop wat voor het grondfront uit. In de avond in het
zuidwesten en zuiden wel op steeds meer plaatsen motregen a.g.v.
coalescentie, de progtemps ogen in de onderste 5000 vt behoorlijk
verzadigd, terwijl daarboven geen bewolking meer zit.

ZICHT:
In de noordwestelijke helft matige, in het noorden ook slechte
zichtcondities. In het oosten komt in de opklaringen lokaal nog een
mistbank voor. In het zuiden en vooral het zuidoosten goede zichten.
Boven de Noordzee buiten buien goede zichtcondities. Overdag in de loop
van de dag verder verbeterende zichtcondities. In de avond lokaal
mogelijk weer nevel. Vrijdag in de intensievere frontale neerslag matige
zichtcondities, later in de middag en avond in het zuidwesten en zuiden
in motregen waarschijnlijk ook slechte zichten.

TEMPERATUUR:
Vannacht alleen in het oosten en zuidoosten lokaal iets onder nul, daar
bevinden zich de opklaringen. Overdag maxima 3-4°C. In de nacht naar
vrijdag op vrij uitgebreide schaal enkele graden vorst, van gladheid
door condensatie zal vanwege de droge lucht en de doorstaande wind zeer
waarschijnlijk geen sprake zijn. Voor de kans op ijzel, zie
modelbeoordeling. Tx vrijdag overdag rond 3°C, in de avond in het
zuidwesten en zuiden door het binnen lopen van zachtere lucht iets
hogere maxima.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI