Guidance modelbeoordeling voor Nederland

29-11-2020 16:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 30 november 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 29 november 2020 om 17.06 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een hogedrukgebied boven Scandinavie en lage druk boven
Zuid-Europa staat een in kracht afnemende oostelijke stroming. Een
inactief koufront ligt boven het uiterste zuidwesten stagneert overdag
boven de Noordzee en gaat na middernacht als inactief warmtefront
langzaam naar het noordoosten bewegen. Boven land wordt van het oosten
uit geleidelijk iets drogere lucht aangevoerd. Vanavond neemt het hoog
in betekenis af en trekt dan als rug zuidwaarts over het land. Ten
noorden van de rugas wordt de stroming zwak zuidwestelijk en in de loop
van maandagochtend bereikt het eerder genoemde zwakke warmtefront het
westen, kort daarop gevolgd door een zwak, zeer diffuus koufront. Dit
systeem wordt van het noordwesten uit snel gevolgd door een veel
actiever frontaal systeem. Maandag in de loop van de middag activeert de
neerslag op nadering van dit systeem. Bovendien ligt het systeem onder
de linkeruitgang van de jet.

MODELBEOORDELING:
De aandachtspunten liggen voorlopig in de grenslaag. Momenteel nog St in
het zuiden en westen. Hap1 zit er nu het beste op. Overige modellen
berekenen ook wel St maar allen verschillend en daardoor nauwelijks
bruikbaar. De komende uren trekt de St, gekoppeld aan het zwakke front,
westwaarts en komt dan aan het einde van de nacht advectief juist weer
onze kant op. Vanaf maandag zijn eindelijk alle modellen weer goed te
gebruiken en consistent. We zien nauwelijks timingsverschillen in de
frontale systemen. Hirlam is nog steeds het snelst. Het lijkt op een
typische opglijdingssituatie. waarbij Hirlam waarschijnlijk te langzaam
opwarmt omdat de stabiele laag bij toenemende gradient in dit model
waarschijnlijk te hardnekkig is. Het NESO-signaal (ijzel) negeren we om
die reden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Maandag in de loop van de dag ZW/W 6 Bft. Later op de dag wordt de
stroming NW en neemt de wind langs de kust toe naar 7 Bft.

BEWOLKING:
Van het oosten uit verbeterende condities, Het laatst in Zeeland, daar
blijft de bewolking de komende uren nog hardnekkig aanwezig. Overdag
boven zee nog veel St/Sc, die daar lijkt te stagneren bij het inactieve
front. In de nanacht vroege ochtend komt de stratus met het zwakke
frontale systeem het land weer op, vooral in het westen en noorden.
Later op de dag in de actievere frontale zone een overwegend stabiel
gelaagd frontaal pakket met vooral landinwaarts toenemende kans op St,
mogelijk zelfs 'aan dek'. In het noordwesten van de FIR wordt de opbouw
geleidelijk onstabiel op het koufront tot ca.FL120. Dan in de frontale
bewolking CB. Achter het koufront CB;s, soms geclusterd, toppen FL150.

NEERSLAG:
Op het zwakke frontale systeem van maandagochtend vooral in het noorden
en westen al wat lichte coalescentie-neerslag. Maandag in de loop van de
middag en avond neerslag van betekenis, 5-10 mm tot 18 UTC in het
noordwesten. Overigens lijkt het koufront een split-front karakter
(Kata) te krijgen door de jet die loodrecht op het systeem staat.

ZICHT:
Van het oosten uit geleidelijk verbeterende condities door advectie van
drogere lucht. De advectie van drogere lucht gaat echter wel geleidelijk
minder snel door afnemende gradient. Maandagnacht bij weinig wind met
name in het oosten/noordoosten een mistsignaal. Verder maandag in
motregen matig tot slecht zicht, later in de neerslag vooral in het
oosten en zuidoosten mogelijk slecht zicht (zeer stabiele opbouw)

TEMPERATUUR:
Op veel plaatsen al onder nul (16 UTC). Komende nacht in vrijwel het
gehele land onder nul, minima rond -4°C in het oosten. Aan het einde
van de nacht in het westen oplopende temperaturen door toenemende
bewolking behorende bij de zwakke frontale zone.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI