Guidance modelbeoordeling voor Nederland

23-10-2020 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 23 oktober 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 22 oktober 2020 om 23.37 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een wegtrekkend lagedrukgebied boven Scandinavie en een
hogedrukgebied boven het zuidoosten van Europa staat boven onze omgeving
een zuidwestelijke stroming van vrij vochtige getransformeerde maritiem
polaire lucht. Een golvende NO-ZW georienteerde barokliene zone schampt
vannacht en in de ochtend het zuidoosten van ons land, alvorens in de
loop van de middag oostwaarts het land te verlaten. Een zwakke, eveneens
NO-ZW georienteerde, occlusie sleept boven het noordwesten en wordt in
de loop van de nacht en ochtend op nadering van een golf opgetild, om in
de namiddag en avond over het land (zuid)oostwaarts te bewegen. Vannacht
passeert tevens een zwakke rug onze omgeving. Onder invloed van een
complex lagedrukgebied boven de Atlantische Oceaan neemt in de loop van
de dag de WZW-lijke stroming toe. Een bijbehorende golvende occlusie
bereikt het noordwesten van ons land in de nacht naar zaterdag en trekt
in de loop van zaterdagochtend al afnemend in activiteit oostwaarts over
het land. Een volgend frontaal systeem ligt dan al weer klaar boven
Groot-Brittannië; het warmtefront bereikt al in de loop van de middag
het westen van de FIR, het koufront volgt in de nacht naar zondag.

MODELBEOORDELING:
De uitvoer is vrij consistent in de synoptische patronen, wel zijn er
wat verschillen in de neerslagpatronen, met name omtrent de golvende
barocliene zone boven het zuidoosten. In HIR zien we een tweetal golven,
in de ochtend en in de middag, met naast buien ook gebieden met
stratiforme neerslag die het zuidoosten kunnen schampen. De Harmonies
laten alleen een smalle zone met buien of buiige regen zien. Alle
modellen laten de buienactiviteit bij de occlusie boven het noordwesten
uitdoven en pas overdag weer opleven wanneer de golf in de occlusie
passeert. Bij de tweede occlusie zien we in alle modellen de meeste
neerslagactiviteit bij een golf die vroeg op zaterdagochtend het
noordwestelijk kustgebied passeert, waarbij er nog wel verschillen in
timing en koers zichtbaar zijn. Een ander aandachtspunt is de vorming
van mist deze nacht en morgenochtend en vooral de snelheid waarmee deze
zal oplossen en de uitgebreidheid waarmee deze tijdelijk zal overgaan in
stratus. We houden er rekening mee dat dit de hele ochtend kan duren en
dat er mogelijk stratus kan voorkomen tot in de eerste helft van de
middag, deels advectief vanuit België en Frankrijk. Overigens zien we
actueel wat flarden lage bewolking, waarvoor de modellen pas later
vannacht een beperkt signaal hebben, aandachtspunt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Tijdelijk afnemende wind bij de rug. Overdag nabij de occlusie af en toe
6 Bft in de kustdistricten. Bij de tweede occlusie in de nacht naar
zaterdag aan de zuidoostflank van de meelopende golf boven zee opnieuw 6
Bft. Zaterdag overdag in de verder aantrekkende stroming boven zee
geleidelijk overal 6 Bft, later 7 Bft.

BEWOLKING:
Boven de Noordzee en het noordwesten van het land Cu/Sc, bij de zwakke
occlusie vooral eerst een enkele TCu. In het zuidoosten bij de golvende
barokliene zone Sc en enkele Cb's, hoogste toppen tot FL150-200. In de
vroege ochtend kan de mist plaatselijk overgaan in in lage St en tevens
kan er in de loop van de ochtend optrekkende mist als St van het zuiden
uit het land binnenkomen, deze kan mogelijk tot in de eerste helft van
de middag hardnekkig aanwezig blijven. In de loop van de dag boven de
Noordzee en in de avond ook in het noordwestelijk kustgebied nabij de
golvende occlusie Cb's met toppen van FL150-200. Bij de tweede occlusie
Cu/Sc, bij de golf mogelijk St, en ingebedde TCu's. In de nacht naar
zaterdag en zaterdagochtend landinwaarts overgaand in een mix van
stratiforme en ondiepe convectieve bewolking. Bij het warmtefront in de
middag en avond van het zuidwesten meer gelaagde bewolking.

NEERSLAG:
In het uiterste noordwesten op de zwakke occlusie aanvankelijk nog
enkele lichte buitjes, doet weinig met de condities. In het zuidoosten
tot in de middag enkele wat stevigere buien, in een regime met circa 400
J/kg CAPE en een effectieve windschering van rond 30-40 kn. Onweer is
daarbij niet geheel onmogelijk. Schering bij de buien van
vanmiddag/vanavond op de Noordzee bij de golvende occlusie is ongeveer
20 kn, afhankelijk van de tophoogte. De CAPE is vergelijkbaar. Ook hier
een kleine kans op onweer. De buien kunnen tot in zaterdagochtend ook
het noordwesten van het land aandoen, verder landinwaarts lijkt er
weinig van over te blijven.

ZICHT:
Vannacht geleidelijk op steeds meer plaatsen vorming van mist, later
vannacht en in de ochtend kan er ook van het zuiden uit mist worden
geadvecteerd. Gezien de tijd van het jaar kan het enige tijd duren
voordat het opgelost is. In het westen neemt de wind wel al in de
ochtend toe, wat de zichten moet doen oplopen. In de nacht naar zaterdag
mogelijk matige zichten tussen de wolkenvelden/buien door. Voor mist
staat er dan al te veel wind. Verder alleen teruglopend in neerslag.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI