Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 16 oktober 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 15 oktober 2020 om 18.27 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een hoog boven de Noorse Zee en lage druk boven centraal Europa
is de stroming noordoostelijk. Een NO-ZW georienteerde occlusie ligt min
of meer evenwijdig aan de stroming boven Duitsland en neemt vandaag
sterk in betekenis af. De invloedssfeer van het frontale systeem reikt
mogelijk tot net over het zuidoosten van ons land. Een kleinschalig
hoogtetrogje boven de zuidelijke Noordzee trekt verder zuidwestwaarts.
Geleidelijk neemt de invloed van het hoog toe en neemt de gradiënt af.
Vrijdagavond bereikt een lijvore het noordoosten van de FIR waarna deze
over de Noordzee verder zuidwestwaarts trekt. Zaterdagochtend vroeg zou
er een apart laagje aanwezig kunnen zijn boven het noordelijk
kustgebied. Vanwege de grootschalige convergentie bij deze lijvore en
rondom het eventuele laagje is de lucht iets vochtiger en komt de
onstabiliteitsdiepte ook iets hoger uit, zodat de convectie weer tot
boven het ijskiemniveau kan reiken.

MODELBEOORDELING:
Qua drukverdeling zien we aanvankelijk nauwelijks verschillen tussen de
modellen. In alle modellen komt de frontale lichte neerslag soms tot net
over het zuiden van Limburg. Voor het hoogtetrogje uit zien we als
gevolg van PVA nog enkele lichte buitjes. Zowel het signaal voor de
buitjes als de frontale neerslag zien we alleen maar zwakker worden in
de modellen. Vrijdagavond en in de nacht naar zaterdag zien we boven de
Noordzee met het toenemen van de cyclonaliteit (lijvore) weer een
toenemend buiensignaal. Het is onzeker of zich nog een apart laagje
vormt, Hirlam staat hier min of meer alleen in.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen seinen.

BEWOLKING:
Velden Sc, deels oplossend en overgaand in Cu. In het zuidoosten zien we
een dikker pakket frontale bewolking. Met het deactiveren van de
occlusie zien we die bewolking langzaam aan dunner worden. Boven de
zuidelijke Noordzee eerst nog enkele TCu met toppen rond 7000 vt.
Geleidelijk gaan de toppen iets omlaag door de nadering van het hoog.
Vrijdag wordt de aangevoerde lucht iets droger en zakt de
subsidentie-inversie iets, waardoor het Sc-dek mogelijk wat meer gaten
kan gaan vertonen. In de opklaringen ontstaat dan wel weer Cu.
Vrijdagavond en in de nacht naar zaterdag zien we weer meer vocht rondom
de lijvore en ook een toenemende TCu-activiteit met toppen tot ca. 8000
voet maar wel in het ijs.

NEERSLAG:
De laatste TCu-buitjes boven de zuidelijke Noordzee trekken
zuidwestwaarts weg. Verder maakt het zuidoosten vandaag nog kans op af
en toe lichte regen. Bij de lijvore weer enkele TCu-buien. CAPE is erg
gering, minder dan 100 J/kg.

ZICHT:
Goede zichten. Ook in neerslag veelal goede zichten. Aandachtspunt is de
eventuele vorming van wat grondmist of een ondiepe mistbank komende
nacht. Kans is vooralsnog klein en vooral voor het midden en
(noord)oosten. Hap2 geeft iets bredere opklaringen boven het oosten en
komt met een minimaal signaal. Andere modellen geven minder brede
opklaringen. FGT geeft slechts een kleine mistkans, in de nacht naar
zaterdag een duidelijk grotere mistkans, wat op zich vreemd is omdat dan
alle modellen de bewolking laten toenemen.

TEMPERATUUR:
Komende nacht in langdurige opklaringen aan de grond mogelijk lokaal
rond het vriespunt, maar geen gladheid. Tx rond 12°C.



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI