Guidance modelbeoordeling voor Nederland

03-10-2020 11:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 04 oktober 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 03 oktober 2020 om 11.24 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een sturend lagedrukgebied heeft meerdere kernen die cyclonaal rondom
elkaar trekken. Zondag verplaatst het centrum van het sturende laag, dat
zich momenteel boven het westen van Frankrijk bevindt, zich naar de
Britse Eilanden. Een bijbehorende occlusie, met noord daarvan sterke WA
in een markante dikte-rug, ligt actueel van het zuiden van Engeland via
de zuidelijke helft van ons land en het oosten van Frankrijk naar het
Alpengebied. De occlusie trekt noordwaarts en verlaat in de loop van de
avond het noordoosten. Omdat de occlusie zich in een scherpe frontale
vore bevindt is de stroming ten noorden oostelijk en ten zuiden
zuidwestelijk. Door het koufront-karakter bevindt de meeste neerslag
zich achter de frontale vore (het grondfront), op de voorste begrenzing
van de koude bovenlucht. Zondagochtend passeert een grootschalige trog
met daarin het restant van de om het Franse laag heen ingedraaide
occlusie. Later op zondag wordt de bovenlucht van het zuidwesten uit
geleidelijk kouder en neemt vooral boven zee de onstabiliteit toe.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de timingsverschillen van de occlusie en frontale
vore kleiner geworden, in de orde van 1-2 uur. Het minder actieve
gedeelte dat we nu zien binnentrekken zit ook in de modellen, waarmee
het aannemelijk lijkt dat de activiteit later vandaag weer zal toenemen.
Verder zien we de gebruikelijke verschillen tussen EC/HIR en de
Harmonies.
Wat de grenslaag betreft lijkt de zone met stratus bij en zuid van de
frontale vore uitgebreider dan in HAP2 en EC en meer overeen te komen
met HAP1 en HIR. In de loop van de middag trekken de modellen weer naar
elkaar toe. Voor zondag wordt de wind een aandachtspunt. Aan de
oostflank van het sturende laag boven Engeland staat een flinke
gradiënt met 6-7 Bft, zondagavond mogelijk 8 Bft (HIR en Harmonie),
boven de zuidelijke Noordzee. Daarbij zullen boven zee ook zware
windstoten voorkomen, de vraag is echter of deze ook in de kustgebieden
zullen gaan voorkomen door de aflandige windcomponent. Het een en ander
kan worden versterkt door de aanwezigheid van een kortgolvige trog of
zelfs een secundair laag, zoals we die in de modellen zien voor
zondagmiddag en -avond, maar dit is allemaal nog heel onzeker.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanaf vannacht 6 Bft, zondag geleidelijk toenemend naar 7 Bft, mogelijk
8 Bft. De zware windstoten blijven hoogstwaarschijnlijk beperkt tot de
Noordzee, maar zijn wel een aandachtspunt voor de kuststrook. Bovenland
overdag waarschijnlijk wel sterk vlagerig met 30-35 knopen
uitschieters.

BEWOLKING:
Bij de occlusie een dik frontaal pakket en bij de frontale vore ook lage
SC en lokaal stratus. Net ten zuiden van de occlusie lokaal convectieve
bewolking met toppen tot circa FL100. Bij de trog zondagnacht en
-ochtend ST/SC rond 1000 vt en boven land convectieve bewolking tot
circa FL100, boven zee tot FL150. Zondagmiddag en -avond ten zuiden van
de trog overwegend ondiepe convectieve bewolking, boven zee wordt de
onstabiliteitsdiepte in de koudere bovenlucht groter.

NEERSLAG:
Neerslag valt in de dikte-rug ten noorden van de occlusie voornamelijk
uit middelbare bewolking, we zien dus wel wat onderschatting in de
Harmonie uitvoer van de stratiforme neerslag. De neerslag behorend bij
de occlusie valt deels ook na passage van de occlusie aan de grond. Net
zuid van de occlusie kan de neerslag een licht buiig karakter krijgen
door inzaaiing van Cu/TCu door de frontale kap. De convectieve neerslag
bij de trog op zondag zit vooral boven zee, boven land zien we slechts
een zwak convectief signaal aan de noordkant wat vnl door inzaaiing in
ondiepe (max FL080-100) convectieve bewolking veroorzaakt wordt. Later
op zondag neemt de diepte van de onstabiliteit boven zee toe, naar
FL200-250 en dan is daar ook kans op onweer. CAPE gaat naar ca. 500
J/kg, schering is met 10-15 knopen gering, overwegend single cel.

ZICHT:
In matige neerslag teruglopend zicht. Vannacht in het noorden van het
land ook door ontkoppeling teruglopend zicht, lokaal nevel lijkt goed
mogelijk.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI