Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 29 januari 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 28 januari 2016 om 05.38 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het aandachtsgebied bevindt zich na een koufrontpassage in een
westelijke stroming met aanvoer van maritiem polaire lucht. Overdag
passeert van het westen uit een trekrug, waarna de stroming naar
zuidwest draait. In de nacht van donderdag op vrijdag trekt dan eerst
een zwakke occlusie over de Noordzee, vrijdag overdag snel gevolgd door
een warmtefront van een volgende actieve randstoring. Dit warmtefront
komt vrijdagmiddag aan de grond niet veel verder dan ongeveer de lijn
Vlissingen-Groningen, op hoogte loopt het al wel verder door. Heel
actief lijkt dit systeem overigens niet. Het golvende, ONO-WZW
georiënteerde koufront bereikt de FIR vrijdagmiddag en lijkt het
vasteland ook in de avond (nog) niet te bereiken.

MODELBEOORDELING:
Vrijdag zien we met name in de neerslagberekeningen verschillen
ontstaan. Op de occlusie zien we vooral zwakke neerslagsignalen boven de
noordelijke helft en boven zee. Op het warmtefront zien we vooral Hirlam
nog wel een signaal geven boven land, maar veel stelt dit niet voor. EC
berekent vrijwel geen neerslag op dit front. Vaak is Hirlam iets te
enthousiast met de zwakke frontale neerslagsignalen. de waarheid zal
waarschijnlijk ergens tussen Hirlam en EC in liggen. Hoe dan ook lijkt
de neerslag vrijdag overdag onder invloed van een zwakke hoogterug nog
niet veel voor te stellen. Pas later in de middag en in de avond zien we
pre-frontaal (op nadering van het koufront) alle modellen een
intensivering van de neerslag zien. Het koufront wordt geleidelijk wel
actiever doordat het bovenluchtpatroon in toenemende mate cyclonaal
wordt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Na koufrontpassage direct een W/NW 6. Overdag tijdens passage van de rug
zien we een tijdelijke afname in de zuidelijke districten. Met name in
de warme sector van vrijdag laten alle modellen weer een sterke
windtoename zien, tot 8 Bft in het noordwestelijk kustgebied. Vrijdag in
de loop van de ochtend komen dan ook de waarschuwingscriteria mogelijk
in zich voor code geel. Dit geldt voor Noord-Holland en Friesland.
Modellen overschrijden de criteria nog niet al te overtuigend.

BEWOLKING:
Op nadering en passage van de rug zien we de atmosfeer sterk uitdrogen
door subsidentie. In de nacht naar vrijdag van het westen uit toenemende
gelaagde bewolking op nadering van het volgende frontaal systeem. Kans
op St lijkt vooral weggelegd voor het noorden en noordwesten, mede
geholpen door convergentie. Pas later op vrijdag, waarschijnlijk in de
avond, zien we het wolkenpakket dikker en massiever worden op nadering
van het koufront.

NEERSLAG:
Tot vrijdag middag geen significante neerslag boven land. Meeste
activiteit boven zee op het warmtefront. Daarna zien we pas dieper in de
warme sector later in de middag en avond de neerslagactiviteit toenemen.
Lijkt op een zwakke WCB met wat meer grootschalige optilling. Op de golf
boven zee en vooral op het naderende koufront zien we een sterke
activering van de neerslag boven het zuiden van Engeland.

ZICHT:
Goed, vrijdag in neerslag mogelijk matig.

TEMPERATUUR:
Tx van een graad of 8, maar daarbij wel beduidend lagere dauwpunten dan
vandaag wat goed merkbaar zal zijn. Modellen zitten wat betreft de
berekeningen binnen aanvaardbare marges. In de nacht naar vrijdag in het
zuidoosten in de hut een graad of 3,



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI