Guidance modelbeoordeling voor Nederland

06-09-2020 17:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 07 september 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 06 september 2020 om 18.36 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een opvullend lagedrukgebied boven Scandinavie en een
hogedrukgebied zuidwest van de Britse Eilanden wordt met een west- tot
noordwestelijke stroming maritiem polaire lucht aangevoerd. Een
hoogtetrog is het aandachtsgebied inmiddels gepasseerd en beweegt verder
oostwaarts, de bovenlucht warmt geleidelijk op. In de zonale stroming
zien we vrijwel de gehele periode zwakke ruggen en troggen over onze
omgeving bewegen. Een NO-ZW georienteerd warmtefront, behorend bij een
IJslands laag, bereikt het noordwesten van de FIR in de loop van
maandagavond.

MODELBEOORDELING:
Modellen zijn consistent en bruikbaar. Uiteraard zijn er de
gebruikelijke detailverschillen v.w.b. de timing en locatie van de
buien. Ander aandachtspunt is de kans op mist komende nacht. De modellen
laten een duidelijk signaal zien voor het noordoosten, HAP2 is hier het
meest uitgesproken in. De verdeling van opklaringen en wolkenvelden
wordt door de diverse modellen verschillend weergegeven, ook elders
kunnen mist of mistbanken ontstaan.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Maandag in de loop van avond in de kustdistricten kans 6 Bft.

BEWOLKING:
In de polaire lucht convectieve bewolking Cu/Sc en enkele TCu's/Cb's,
boven de noordelijke helft van de FIR en ook boven het noorden van het
land toppen tot FL150-180. Daarnaast komen er ook velden Ac voor rond
9000 vt. De onstabiliteitsdiepte neemt gedurende de periode wel steeds
verder af, maandag overdag naar FL080-100. Op nadering van het
warmtefront maandagavond Sc/Ac/Ci.

NEERSLAG:
Boven het noordoosten aanvankelijk nog CAPE van 200-400 J/kg. Schering
is de gehele periode gering met 10-15 kn, convectieve modus is single
cell. CAPE neemt snel verder af., bij zwakke troglijntjes (en evt.
kustconvergentie) soms wat meer geclusterd. Meeste buien voor de
noordelijke helft van de FIR en de noordelijke helft van het land, hier
speelt de langere fetch over het warme zeewater waarschijnlijk een rol.
Maandagavond in het noordwestelijke deel van de FIR waarschijnlijk wat
lichte regen, Hirlam is hier zoals gebruikelijk bij stratiforme neerslag
het duidelijkst in. De overige modellen komen pas in de nacht naar
dinsdag met lichte regen bij het warmtefront.

ZICHT:
In de polaire lucht buiten buien uitstekende zichtcondities. Komende
nacht met name in het noordoosten een grote kans op mist of mistbanken,
maar ook in het midden en oosten lijken mistbanken waarschijnlijk. Het
ontstaan ervan is natuurlijk wel afhankelijk van de verdeling van
wolkenvelden en opklaringen, zie ook modelbeoordeling.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI