Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 27 juli 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 26 juli 2020 om 23.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied ten westen van Ierland trekt noordoostwaarts en
bereikt dinsdagavond het zuidwesten van Noorwegen. Aan de oostflank van
dit laag wordt met een zuidwestelijke stroming maritiem polaire lucht
aangevoerd. Op nadering van het laag wordt de stroming vandaag steeds
meer zuidelijk en de aangevoerde lucht warmer. Een bijbehorend NW-ZO
georienteerd warmtefront bereikt rond het middaguur het zuidwesten en
trekt van zuidwest naar noordoost. In de warme sector wordt met een
zuid- tot zuidoostelijke stroming tropische lucht aangevoerd. Een
NNO-ZZW georienteerde vore trekt aan het einde van de middag en avond
van west naar oost, gevolgd door een inactief koufront in de avond. Na
koufrontpassage wordt met een westelijke stroming maritiem polaire lucht
aangevoerd. In de nacht naar dinsdag volgt een eveneens NNO-ZZW
georienteerde back bent occlusie. Dinsdag overdag bouwt zich geleidelijk
een uitloper van hogedruk behorend bij het Azorenhoog op boven het
westen van het land. Restanten van een inactieve NO-ZW georienteerde
occlusie trekken dinsdagmiddag en -avond van west naar oost.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de modellen consistent en bruikbaar. Bij het
warmtefront maandag zijn er de gebruikelijke verschillen tussen HIR/EC
en de Harmonies in het beschrijven van de stratiforme neerslag. Omdat
het stratiforme neerslag uit voornamelijk alto-bewolking betreft zit de
meeste neerslag in de Hir uitvoer. De EC uitvoer laat onrealistische
inzaaiing (gekoppeld aan het oplossen van bewolking) zien. De thermische
vore is het meest uitgesproken in de Harmonie en EC uitvoer, Hirlam laat
dit in mindere mate zien. Op het koufront laat Hirlam de meeste neerslag
zien, in de overige modellen stelt het niet veel voor en dit is gezien
de profielen ook goed te begrijpen. De meeste activiteit lijkt bij het
koufront te zijn weggelegd voor het noordwesten. De back-bent occlusie
die in de nacht naar dinsdag volgt, activeert boven land enigszins in de
diverse modellen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Maandag ten westen van het koufront 6 Bft op de westelijke Noordzee en 7
Bft op het midden van de Noordzee. Aan de achterzijde van de passage van
de vore vanmiddag zit een kortstondig (venijnig) windbandje a.g.v.
kouadvectie, aandachtspunt voor met name de ballonvaart. Dinsdag 6 Bft
op de noord(west)elijke Noordzee.

BEWOLKING:
Vannacht vooral Ci. Op het warmtefront Sc/Ac. Bij het koufront Sc en
enkele TCu's, toppen in het noordwesten tot FL120-150. West van het
koufront Sc/Cu. Bij de occlusie boven de Noordzee een duidelijk signaal
voor St, mogelijk ook in de westelijke kustgebieden. Aandachtspunt.
Dinsdag overdag Cu/Sc.

NEERSLAG:
Zie ook modelbeoordeling. Maandag bij het warmtefront enige stratiforme
neerslag, maar van weinig betekenis. Op het koufront maandag enige
neerslag, in het noordwesten met een convectief karakter. De CAPE
bedraagt ongeveer 400 J/kg en de effectieve schering bedraagt ca 25 kn,
convectieve modus single/multicell. De convectieve neerslag neemt
landinwaarts in betekenis af. Ook bij de back-bent occlusie enige
(stratiforme) neerslag, boven land iets activerend.

ZICHT:
Goed zicht. Vannacht vooral in het noorden lokaal nevel of een ondiepe
mistbank of grondmist. In neerslag bij het warmtetfront loopt het zicht
nauwelijks terug. Bij het koufront en de occlusies mogelijk matig
zicht.

TEMPERATUUR:
Maandag in de zuidelijke helft van het land zomers warm, in het noorden
ca. 21 °C



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI