Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 22 juni 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 21 juni 2020 om 11.10 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een rug van hoge druk boven het oosten van ons land trekt oostwaarts en
ligt om 12 UTC boven het midden van Duitsland. Gelijktijdig nadert een
in activiteit afnemend occluderend front behorend bij een laag zuidwest
van IJsland. Het front bereikt in de loop van de middag het westen en
verlaat eind van de avond het oosten. Daarbij de-activeert het systeem
enigszins ten gevolge van een diffluent stromingspatroon. Komende nacht
van zondag op maandag passeert een zwakke trog. Maandag overdag bouwt
een hoog op boven het westen van Frankrijk welke een rug heeft die zich
uitbreidt naar onze westkust om vervolgens maandagavond laat als een
afgesnoerd hoog met centrum boven ons land aan te komen.

MODELBEOORDELING:
De synoptische beschrijving en de patronen van de diverse modellen komen
goed overeen, alle modellen laten enige de-activering zien naarmate het
front over ons land trekt. Waarschijnlijk zien we in HAP1 enige
overschatting van de hoeveelheid St. Dit model geeft de St boven het
noordwesten van het land, andere modellen geven geen of slechts een
licht signaal boven zee. In de vroege ochtend geven enkele modellen ook
een St-signaal boven de Ardennen en mogelijk ook Limburgse heuvels.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Na frontpassage zuidwest 6 Bft aan de zuidwestkust. Vlak voor en op
passage van de neerslagzone een vlagerige wind, met 25, lokaal 30
knopen. Belangrijkste mechanisme is verdamping van de vallende neerslag
in de droge grenslaag.

BEWOLKING:
Eerst een oostwaarts trekkende en deels oplossende band met hoge en
middelbare bewolking. In de middag trekt de gelaagde bewolking van de
occlusie ons land in. Bij de occlusie boven zee komen alle modellen met
een signaal voor St/Sc rond 1000 vt, boven land lijkt dit gezien het
tijdstip onwaarschijnlijk, maar HAP1 berekent voortdurend voor het NW
wel velden St (aandachtspunt). Op de trog convectieve bewolking en
mogelijk een enkele Cb, toppen boven het noorden van de FIR mogelijk
FL150-200 of iets daarboven. Morgen in de loop van de ochtend ontstaat
er Cu-bewolking, in de middag weer oplossend omdat de lucht droger
wordt.

NEERSLAG:
In de loop van de middag van het westen uit een smalle zone met regen,
naar het oosten toe in activiteit afnemend. De neerslag kan in de
oostelijke helft van het land lokaal een wat buiig karakter hebben.
Hirlam geeft duidelijk een wat sterker signaal dan de andere modellen.
Mogelijk iets te sterk omdat dit model geen rekening houdt met
verdamping, maar lichte frontale neerslag wordt door dit model vaak
beter weergegeven dan door de Harmonies die weinig neerslag laten zien
en waarvan HAP1 met name het convectieve signaal laat zien boven het
noorden/noordoosten en de Duitse Bocht waar nog het meest sprake is van
enige middelbare onstabiliteit (onder de linkeruitgang van de jet). Op
de trog mogelijk een bui boven zee en ons noordelijk kustgebied.
Temperatuur van de toppen zijn dan net onder de -20°C, onweerskansen
zijn klein. INDECS blijft onder de 10%, Harmonie geeft een enkele
ontlading boven de Duitse Bocht. Schering is beperkt, in de orde van
10-15 knopen, MUCAPE 400-700, lokaal in de klasse 700-1000 J/kg.
Waarschijnlijk dus single cel.

ZICHT:
Goed zicht, in neerslag enige zichtvermindering nabij de occlusie.

TEMPERATUUR:
Voor het front uit in de oostelijke helft rond 25 graden, in de neerslag
tot onder de 20 graden.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI