Guidance modelbeoordeling voor Nederland

18-06-2020 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 19 juni 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 18 juni 2020 om 00.02 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een vore boven het zuiden van het land trekt langzaam noordwaarts, ligt
in de ochtend boven het noorden en bereikt de Noordzee in de middag.
Noord van de vore is de stroming noordoostelijk, zuid daarvan westelijk.
In de vore is sprake van een neerslagzone die de kenmerken heeft van een
occlusie (tijd-hoogtediagrammen). Op hoogte is er sprake van een
hoogtelaag boven Het Kanaal dat geleidelijk opvullend richting Ierland
koerst, vrijdagochtend is er boven het noorden van Frankrijk dan nog
sprake van een hoogtetrog die vrijdagavond boven het zuiden van
Nederland komt te liggen.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunten zijn de neerslag bij de vore en de grenslaagcondities op
zee. De positie van de neerslagzone zit redelijk eenduidig in de
modellen en stemt overeen met de actualiteit. Het neerslagpatroon is
grillig wegens de convectieve component waarbij uiteraard opvalt dat de
harmonieversie het stratiforme deel (boven België en het zuiden van het
land) niet goed te pakken heeft.
Qua grenslaagbewolking slaat HAP1 de plank in het noordelijk FIR
gedeelte mis met uitgebreide mistgebieden die daar momenteel niet
aanwezig zijn. De overige modellen stemmen beter overeen. In de vore is
ook sprake van stratus, in Hirlam ligt de stratuszone wat te zuidelijk.
In de nacht naar vrijdag spelen grenslaagcondities ook een rol waarbij
vooral de Harmonieversies mist berekenen in het midden en zuiden van het
land. In het noorden lijkt de kans kleiner aangezien de bewolking
behorende bij de occlusie vrij laat wegtrekt. Gunstig voor mistvorming
is de hoeveelheid vocht en het feit dat de wind wegvalt. Aandachtspunt
is of de wind niet zodanig ver wegvalt dat er überhaupt geen menging
meer optreedt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Komende dag bij de buien die zich ontwikkelen mogelijk windstoten van
ca. 25 kn.

BEWOLKING:
De stratusbewolking die de afgelopen dagen aanwezig was boven het
noordelijke FIR gebied heeft zich nu beperkt tot een zone die tegen de
Engelse oostkust aanligt. Ook bij de occlusie is stratusbewolking
aanwezig, overdag lift de bewolking wegens dagelijkse gang. Daarnaast is
er vooral noord van de vore nog sprake van Cb's, al wordt de
onstabiliteit de komende uren wel minder (vrijkomende warmte wegens
condensatie). Toppen van de Cb's liggen aanvankelijk nog rond FL330.
Donderdagmiddag in het zuiden en midden Cb's met toppen FL150/200. Deze
buien worden door dagelijkse gang getriggerd. Ook de naderende
hoogtetrog (en daarmee de langzaam kouder wordende bovenlucht) hebben
invloed. Vrijdag is er sprake van een gelijke setting met dagelijkse
gang buien. Wegens de nog iets koudere bovenlucht kunnen de toppen van
de buien iets hoger komen (FL200/250).

NEERSLAG:
Bij de vore nu vooral stratiforme neerslag. Noord daarvan nog
(multicell) buien in een regime met CAPE waarden van 500-1000 J/kg en
ca. 20-30 kn schering. De buiige component wordt geleidelijk minder. Op
dagelijkse gang zou de neerslag bij de vore in het uiterste noordoosten
nog wat op kunnen leven. CAPE waarden bij de buien donderdag overdag
liggen tussen 500 en 1000 J/kg, schering 20-30 kn. CAPE waarden bij de
buien van vrijdag liggen een fractie hoger, schering juist een fractie
minder. Overigens is de bovenlucht wat droger waardoor entrainment een
rol zal spelen. Onweer is op beide dagen mogelijk (INDECS rond 50% op
donderdag).

ZICHT:
Bij de vore, en in de neerslag noord van de vore matig tot slecht. Met
name in de nacht naar vrijdag ontstaat er in de zuidelijke helft mist.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI