Guidance modelbeoordeling voor Nederland

14-06-2020 22:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 16 juni 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 15 juni 2020 om 00.12 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een vrijwel stationaire OZO-WNW georiënteerde vore ligt van Tsjechië
naar het noordoosten van Nederland. De hoogtestroming is zuidoost. In
deze vore ligt een warmtefront. Ten westen van de vore is de stroming
noordwest. Het koufront ligt boven Duitsland, trekt zuidwestwaarts
waardoor de warme sector occludeert. Op maandag ligt deze occlusie
OZO-WNW georiënteerd boven het noorden, ook dinsdag ligt de occlusie
nog boven het noordoosten. De rest van het land bevindt zich dan in een
zadelgebied met weinig stroming.

MODELBEOORDELING:
Noord van de convergentiezone is boven zee een omvangrijk
mist/stratusgebied aanwezig. Dit zit vrij goed in de modellen, hoewel
Hirlam en EC de basis iets aan de hoge kant berekenen. De structuur van
de buiigheid zit min of meer in alle uitvoer, maar de locatie lijkt het
beste in de Hap1, EC en Hir uitvoer, al mist in de Harmonie uitvoer de
uit buien resterende stratiforme neerslag.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Noord van de convergentiezone boven zee en in het noord(west)elijk
kustgebied mist en St, boven de noordelijke helft van het land lokaal
St. In het noordoosten nog CB's tot FL260. In de vore een duidelijk
signaal voor St in de nacht. Realistisch. Overdag in het zuiden toppen
tot FL100-120. Dinsdag in het zuiden en midden CAPE tot 1000 J/kg,
toppen tot FL200. Hoe hoog de toppen werkelijk gaan, is niet zichtbaar
in de uitvoer.

NEERSLAG:
Zowel in het noordoosten als in het zuidoosten nog enkele (uitstervende
) buien. CAPE is niet meer noemenswaardig met waardes niet hoger dan
40-50 J/kg. De nog aanwezige buien trekken langzaam noordwest: 700 hPa
wind (ruim) beneden de 10 knopen. Neerslag wordt geleidelijk wat meer
stratiform, ook motregen is mogelijk wat dichter bij de frontale zone in
het noord(oost)en. Zowel maandag en dinsdag is de schering gering,
hooguit 10 kn, de CAPE neemt dinsdag in het zuiden iets toe, 50-80 J/kg.
Beide dagen blijft in het noordoosten een bui of buiige neerslag
mogelijk. In het zuiden kan zich overdag een enkele bui ontwikkelen,
single cell, dinsdag in het midden en zuiden, onweer is dan wel
mogelijk.

ZICHT:
Kleine kans op enkele opklaringen, vooral in de zuidwestelijke helft.
Hierin kan dan een mistbank ontstaan, zeker daar waar veel neerslag
gevallen is. Het mistgebied op de Noordzee is min of meer stationair,
breidt zich vannacht iets uit over het noordwestelijk kustgebied. In de
nacht naar dinsdag meer opklaringen en een grotere kans op enkele
mistbanken.

TEMPERATUUR:
Temperatuur sterk afhankelijk van de bewolking en de buien. Zowel
maandag als dinsdag in het zuiden mogelijk nog zomers warm, daar zijn de
meeste opklaringen.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI