Guidance modelbeoordeling voor Nederland

10-06-2020 16:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 11 juni 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 10 juni 2020 om 17.54 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen relatief lagere druk boven Centraal-Europa en een langgerekt
hogedrukgebied vanaf de Azoren tot boven de Noorse Zee, staat er bij ons
een zwakke noordoostelijke stroming waarmee geleidelijk warmere en
vochtigere lucht wordt aangevoerd. Op hoogte bevindt ons land zich eerst
nog onder een zwakke zuidelijke stroming nabij een zadelgebied. Doordat
een hoogtelaag bij Schotland langzaam zuidwaarts trekt richting de Golf
van Biskaje wordt de stroming op hoogte in de loop van de avond en nacht
naar donderdag zuidoostelijk. Langs de oostgrens ligt in de onderste
niveaus een zwakke barokliene zone die aanvankelijk vrijwel stationair
is. In de loop van de avond trekt het front retrograad als warmtefront
en daarbij tevens geleidelijk activerend (deels nog door dagelijkse gang
en warmte-advectie) van oost naar west over het land. Donderdagochtend
bereikt nog warmere lucht horend bij een frontale zone (nu nog boven
Oost-Europa) de noord(oost)elijke helft van het land. Deze blijft
donderdag overdag geruime tijd boven het noorden slepen.

MODELBEOORDELING:
De neerslagpatronen komen redelijk overeen in de modellen maar waar de
neerslag exact gaat vallen en ook de grootschaligheid ervan is nog wel
onzeker. De activatie op het warmtefront in de loop van de middag en
avond zit in alle modellen, Hir/Ec spreiden het wat meer uit (gezien de
resolutie logisch). Er zit wel een duidelijke convectieve component bij.
Bij de volgende frontale zone gaat het zwaartepunt vrijwel zeker over
het noorden liggen, waarbij EC en Hir de neerslag zelfs tot over de hele
noordelijke helft laten uitbreiden. Dit gaat dan meer om stratiforme
neerslag. Alle modellen hebben nu een duidelijk signaal voor stratus in
en achter dit neerslaggebied, waarbij HAP1 ook onder de 500 vt komt.
Stratus boven de 500 vt lijkt in elk geval waarschijnlijk in het
noorden, mogelijk uitbreidend over het midden en westen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Meest zwak noordoostelijk, in het noordelijk kustgebied toenemend naar
matig, af en toe vrij krachtig. In het zuidwestelijk kustgebied
aanvankelijk noordelijk. Bij een bui kans op uitschieters rond 20 kn.

BEWOLKING:
Sc-velden. Met name in de oostelijke helft toenemende kans op enkele
Cb's met toppen tot ca. FL150/-15°C, je ziet in de avond de
onstabiliteitsdiepte in het westen nog wat verder toenemen naar maximaal
FL200/-20°C. Donderdag bij de volgende frontale zone een dikker pakket
frontale bewolking, met in het noorden na enige tijd regen
waarschijnlijk een wolkenbasis op St-niveau. Pas later op de dag neemt
de kans op een (ingebedde) Cb met hoge basis toe.

NEERSLAG:
Vanavond van het oosten uit toenemende kans op enkele buien in een
regime van enkele honderden J/Kg SbCape (kans op > 500 J/Kg in de orde
van 20-30%) en ca. 15 kn effectieve windschering. Convectieve modus is
dus single-cell. Onweer is hierbij met top-temperaturen rond -15°C niet
waarschijnlijk. in de avond lijken de toppen in het (zuid)westen iets
hoger en kouder te kunnen worden en is onweer niet geheel onmogelijk.
Harmonies komen dan ook met een zeer minimaal onweerssignaal. Vannacht
wordt het tijdelijk wat droger, al kan er dan nog steeds lokaal een bui
of wat lichte regen vallen. Vanaf donderdagochtend met name boven het
noorden af en toe regen, met een sterk stratiform karakter. In de avond
van het oosten uit meest droog.

ZICHT:
Goed. In de nacht naar donderdag kan het in het zuiden wat nevelig
worden, mits opklaringen inderdaad overheersen, de kans op mistbanken
lijkt vooralsnog klein.

TEMPERATUUR:
Donderdag overdag in het noorden achterblijvende Tx in de regen.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI