Guidance modelbeoordeling voor Nederland

29-07-2016 23:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 20 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 30 juli 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 29 juli 2016 om 23.58 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een kleinschalig laag boven het noorden van de FIR trekt langzaam naar
de Duitse bocht en vult op. Het koufront ligt licht golvend net ten
zuidoosten van ons land min of meer stationair, waarbij een zwakke golf
rond 00 UTC over de Ardennen trekt. Een backbent-occlusie ligt over het
noordwesten van onze FIR en trekt langzaam zuidoostwaarts. Voor de
occlusie uit trekt er een buiengebied, geactiveerd door de linkeruitgang
van een jet, voor de Noord-Hollandse kust en trekt langzaam oostwaarts.
De occlusie bereikt in de loop van de nacht het uiterste noordwesten,
trekt langzaam verder zuidoostwaarts en blijft overdag waarschijnlijk
boven het zuidoosten slepen. Achter de backbent komen we in drogere
polaire lucht terecht (dauwpunten gaan van 16 naar 12 C). Zaterdagmiddag
volgt een zwakke trekrug, zondagochtend bereikt een scherpe trog (zowel
aan de grond als op 500 hPa) de westkust. Deze trekt zondag over het
land, waarbij het scherpste deel over Belgiƫ en het zuiden van ons land
lijkt te lopen.




MODELBEOORDELING:
Detailverschillen in de precieze positie en treksnelheid van de golvende
occlusie. Harmonie36 berekent er zelfs een klein laagje in (boven
Amsterdam). Verschillen zijn weer wel kleiner geworden. Alle modellen
laten in de loop van de dag een convectief signaal zien op de occlusie.
Het noordwesten maakt kans op een droge dag en opklaringen. Voor zondag
zijn de verschillen in de neerslagberekeningen groot. De buien zijn
duidelijk, maar de positionering verschilt nogal. Een ander
aandachtspunt is de ST.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In het zuidwesten nog even 6 Bft voor de occlusie uit. Verdwijnt snel.

BEWOLKING:
SC en hogere bewolking. Verder een enkele ingebiedde CB/TCU tot rond
FL130 bij het neerslaggebied voor de occlusie uit. Bij de occlusie SC,
ook daar embedded CB/TCU mogelijk, zeker boven warm water en op
dagelijkse gang. Toppen tot FL150. Verder is er wat voor en bij de
occlusie ST. Dit kan met name vannacht ook boven land het geval zijn,
overdag op dagelijkse gang liftend. Net noordwest van de occlusie nog
enkele Cu/TCu. Zondagochtend neemt op nadering van de scherpe trog de
onstabiliteitsdiepte duidelijk toe, naar circa FL250-300..

NEERSLAG:
Op nadering van en bij de back bent weer wat (buiige) regen, in het
noordwesten van de FIR door de kortgolvige hoogtetrog ook enkele
ingebedde CB's. Tevens valt uit de modellen te herleiden dat
kustconvergentie en het warme zeewater (20-22 graden) ook een rol spelen
als forcering. Zaterdagmiddag neemt boven land op dagelijkse gang de
onstabiliteitsdiepte weer wat toe naar FL100-150 en wordt de neerslag
buiiger. CAPE is wel erg laag, in de orde van 200 J/Kg. Schering 10-15
kt, met name singlecel. Wel een hoge waterinhoud in de buien, dus
pittige neerslagintensiteiten mogelijk. Op nadering van de scherpe trog
op zondagochtend neemt de onstabiliteit en forcering (ook door
kustconvergentie) toe en kunnen enkele (geclusterde) buien ontstaan,
mogelijk met onweer. Cape dan hoger, 700-1000 J/kg boven het zuidoosten.
Schering dan ook 10-15 kt, multicell mogelijk dan.

ZICHT:
Overwegend goed, vannacht plaatselijk matig. In neerslag matig tot
slecht zicht, vooral wanneer coalescentie de hoofdrol speelt. In de
nacht naar zondag kan er bij voldoende opklaringen en weinig wind een
mistbank ontstaan.

TEMPERATUUR:
Enige aandachtspunt is dat Harm36 (a.g.v. gebrek aan bodemvocht en het
stagnerende front over het midden) zaterdagmiddag met 25 C in het
zuidoosten komt. Niet gehonoreerd, verder EC/Hirlam te volgen.



Paraaf meteoroloog: berge
Bron: KNMI