Guidance modelbeoordeling voor Nederland

21-05-2020 10:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 22 mei 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 21 mei 2020 om 12.20 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het centrum van een hogedrukgebied boven de Oostzee blijft daar
stationair liggen, maar neemt geleidelijk in betekenis af. Het
aandachtsgebied bevindt zich in een brede warme sector, tussen en
stationair warmtefront tegen de Noorse kust en en Denemarken en een
kouifront boven het westen van England. Voor het koufront uit zorgt een
zuidelijke stroming voor de aanvoer van warme lucht. Een ThetaW tong
loopt voor het koufront uit en een inlopende hoogtetrog zorgt boven het
noorden van de FIR voor oplevende convectie. Boven land ontstaat
vanmiddag een thermische vore; de lucht is echter erg droog en het
bovenluchtpatroon anticyclonaal. Dit lijkt convectie boven land te
voorkomen. De vore trekt vanmiddag en vanavond oostwaarts over het land
en het koufront nadert, maar wordt vervolgens vannacht weer noordwaarts
opgetild op nadering van een Atlantisch laag. Morgenochtend trekt dan
een nieuw gebied met hoge ThetaW waarden noordoost over het land
(kenmerken van een warmtefront). Hierachter ontstaat een nieuwe
thermische vore die in de ochtend en het begin van de middag van west
naar oost over het land trekt, gevolgd door het koufront in tweede helft
van de middag en begin van de avond.

MODELBEOORDELING:
Er zijn aan aantal aandachtpunten: 1. De eerste is de mist die boven het
oosten van de FIR bij het warmtefront zit. Deze beweegt geleidelijk
noordwaarts. Hirlam houdt deze het langst vast. 2. Convectie op de
eerste ThetaW tong boven het noorden van de FIR vanaf middelbaar niveau:
alle modellen tonen deze. Eerste aanzet actueel boven het oosten van
Engeland. De vraag is hoe zuidelijk ze komen; Hirlam toont een staart
tot over het noordwesten van het land. 3. Convectie in de vore in het
zuidwesten/westen: CAPEwaarden tot rond 1000 J/kg, schering 0-6 km 40
kt, maar erg droog en anticyclonaal bovenluchtpatroon. Modellen tonen ze
niet meer, maar gezien progtemps ook net uitegsloten. De vraag is of ze
kunnen doorgroeien gezien de droge lucht op middelbaar niveau. Van de
CAPE met entrainment blijft weinig over. Als een bui helemaal goed uit
de verf komt, kan dit pittig zijn. Maar de kans is erg klein. 4.
Neerslag bij het ?warmtefront? morgenochtend. Hierin grote
verschillen tussen de modellen. Hirlam is erg actief, EC vrijwel niet,
de HAP 3 is minder actief, HAP1 juist weer wel. Harmonies lijken wat
buiig, maar gezien de progtemps zijn dit geen diepe buien. 5. Convectie
bij de vore morgen: deze lijkt met name boven Duitsland op te leven, bij
ons is de onstabiliteit te beperkt en de vore te snel het land uit. 6.
Het koufront vrijdag: in alle modellen wat neerslag; CAPE-waarden ook
dan beperkt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij convectie vanaf middelbaar niveau boven zee windstoten ordegrootte
2-530 kn. Bij mogelijke convectie (vanaf de grond) boven het zuidwesten
a.g.v. verdamping (droge grenslaag) eveneens kans op windstoten orde 30
kn.
Na koufrontpassage op vrijdag aan zee windkracht 6, HAP1 komt als enige
model met 7 Bft.

BEWOLKING:
In de Duitse Bocht ST velden beneden 500 voet, trekl langzaam
noordwaarts, maar de FIR heeft er vandaag nog wel mee te maken. Vandaag
overdag wat velden Ci, schijnt de zon goed door heen. Nabij het zwakke
front, maar vooral a.g.v. de naderende hoogtetrog velden middelbare
bewolking met op zee enkele ingebedde buien met een basis van ca.
5000-8000 vt, toppen FL250-300. In het zuidwesten bij de vore kleine
kans op Cb's vanaf de grond met toppen FL350, maar het kan even goed
gaan om enkele Tcu's met toppen tot FL120. Rond 4-5 km bevindt zich een
zeer droge laag. Vooral bij en achter het warmtefront dat wordt opgetild
vrijdag weer mistkansen op zee tot dat het tweede koufront 's middags
doorkomt. Bij het warmtefront stabiele bewolking op hoogte, onderin
mogelijk convectieve bewolking, geholpen door dagelijkse gang . Bij het
koufront enkele hoge Sc en middelbare bewolking, er vooruit in de vore
in het noordoosten en oosten nog wel kans op een Cb met toppen FL150.
Het worst-case scenario FL350 lijkt erg onwaarschijnlijk gezien de
progtemps, die warm zijn op hoogte.

NEERSLAG:
2) Convectie boven zee a.g.v. inkomende hoogtetrog en MuCape in de orde
400-700 J/Kg, duidelijke onweerssignalen in de modellen en
niet-significante windstoten, hoge basis. Alle modellen komen met
neerslag, enkele multicells.Actueel aan het ontstaan, iets eerder dan in
de Harmonies, noordelijker dan in Hirlam/EC.
2) Convectie vanaf de grond later vandaag in het zuidwesten. SbCape orde
1000 J/Kg, 0-6 km schering 35 kn (maar in de onderste 3 km staat niet al
te veel schering). De belangrijkste vraag is of de droge laag rond 4-5
km Tcu's ervan beletten door te schieten naar het Cb-stadium. De laatste
modelruns laten geen neerslag meer zien. Aandachtspunt is dan meteen ook
windstoten (verdamping) in de droge grenslaag.
3) Forse neerslagsignaal bij het opgetilde warmtefront in Hirlam en EC,
HAP1. HAP2 alleen neerslag in het noordoosten.
4) Vrijdag convectie vanaf de grond in de vore voor passage koufront.
KEPS geeft voor het oosten grote kans op >500 J/Kg Cape. Mocht de
vore/koufront trager doorkomen dan kan i.c.m. forse windschering (zowel
0-3 als 0-6 km) goed georganiseerde convectie ontstaan. Die kans lijkt
momenteel zeer klein.
5) Neerslag bij koufront, hooguit wat lichte regen uit hoge Sc-velden.

ZICHT:
Het noordoosten van de FIR blijft aanhoudend gevoelig voor mist. Ook bij
en achter het opgetilde warmtefront mistkansen boven zee.

TEMPERATUUR:
In het zuidoosten lokaal Tx tot 28 graden. Vrijdag voor passage van de
vore nog Tx 25-27 in het oosten.



Paraaf meteoroloog: berge
Bron: KNMI