Guidance modelbeoordeling voor Nederland

20-05-2020 18:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 21 mei 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 20 mei 2020 om 18.26 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het centrum van een hogedrukgebied ligt boven de Duitse Bocht. Het
hogedrukgebied beweegt langzaam naar het oosten. Een warmtefront blijft
nog lange tijd slepen over het noordoosten van de FIR, vrijwel het
gehele aandachtsgebied bevindt zich in een warme sector met de
zuidelijke aanvoer van warme lucht. Een zwakke frontale zone nadert
donderdag overdag het westen, de vraag is of het front aan de grond
doorkomt boven land. In de periode donderdagmiddag - vrijdagnacht
passeert vervolgens een NW-ZO georienteerde vore het land. Een
aanvankelijk scherpe hoogtetrog loopt bovendien over het front heen en
trekt in de nacht naar vrijdag in betekenis afnemend naar Denemarken
weg. Boven land blijft de bovenstroming min of meer anticyclonaal. In de
nacht naar vrijdag wordt het zwakke front als warmtefront opgetild op
nadering van een koufront behorend bij een diep laag nabij de Britse
Eilanden. Vrijdag wordt het koufront in de eerste helft van de middag
boven het westen verwacht, er vooruit lijkt een thermische vore te
ontstaan. Na passage van het koufront wordt drogere en koelere polaire
lucht aangevoerd met een stevige westelijke stroming.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunten:
1) Mist/lage bewolking in het noordoosten van de FIR. Kwestie van
nowcasten/trajectorien, geen van de modellen heeft de werkelijkheid te
pakken. Oostelijke Wadden lopen klein risico.
2) Convectie vanaf middelbaar niveau op zee op nadering van de
hoogtetrog en in de nabijheid van ThetaW-tong en zwakke frontale zone.
3) Convectie vanaf de grond in het zuidwesten a.g.v. convergentie op de
vore, alle modellen geven signaal. Vraag is of Cu/TCu's kunnen
doorgroeien naar Cb stadium (droge mid-levels)
4) (Buiige) neerslag nabij het warmtefront dat vrijdag wordt opgetild,
met name Hirlam is erg enthousiast voor het noorden. Andere modellen
doen er weinig mee.
5) Convectie vanaf de grond op de vore vrijdagochtend/middag. Lijkt
vooral boven Duitsland plaats te gaan vinden, kleine slag om de arm.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij convectie vanaf middelbaar niveau boven zee windstoten ordegrootte
30 kn. Bij mogelijke convectie (vanaf de grond) boven het zuidwesten
a.g.v. verdamping (droge grenslaag) kans op windstoten orde 40 kn.

BEWOLKING:
In de Duitse Bocht ST velden beneden 500 voet, blijft hardnekkig
aanwezig. Oostelijke Wadden zijn er gevoelig voor. Donderdag overdag wat
velden Ci, schijnt de zon goed door heen. Nabij het zwakke front, maar
vooral a.g.v. de naderende hoogtetrog velden middelbare bewolking met op
zee enkele ingebedde buien met een basis van ca. 5000-8000 vt, toppen
FL250-300. In het zuidwesten bij de vore kans op Cb's vanaf de grond met
toppen FL350, maar het kan even goed gaan om enkele Tcu's met toppen tot
FL120. Rond 4-5 km bevindt zich een zeer droge laag. Vooral bij en
achter het warmtefront dat wordt opgetild vrijdag weer mistkansen op zee
tot dat het koufront 's middags doorkomt. Bij het koufront enkele hoge
Sc en middelbare bewolking, er vooruit in de vore in het uiterste oosten
nog wel kans op een Cb met toppen FL150, in het worst-case scenario
FL350.

NEERSLAG:
1) Convectie boven zee a.g.v. inkomende hoogtetrog en MuCape in de orde
500 J/Kg, duidelijke onweerssignalen in de modellen en niet-significante
windstoten, hoge basis. Echter, een deel ontstaat vanaf de grond boven
East-Anglia en schuift vervolgens deactiverend de Noordzee op. Alle
modellen komen met neerslag, enkele multicells.
2) Convectie vanaf de grond later op donderdag in het zuidwesten. SbCape
orde 1000 J/Kg, 0-6 km schering 40 kn (maar in de onderste 3 km staat
niet al te veel schering). De belangrijkste vraag is of de droge laag
rond 4-5 km Tcu's ervan beletten door te schieten naar het Cb-stadium.
De laatste Harmonies-HAPs (1, 2 en 3) laten dat laatste idee nu toch
duidelijk toe. Ec en Hir laten het niet toe. Aandachtspunt is dan meteen
ook windstoten (verdamping) in de droge grenslaag. Ook hagel (orde 1-2
cm) is dan mogelijk (zie ook HAP2 uitvoer).
3) Forse neerslagsignaal bij het opgetilde warmtefront in Hirlam. Is een
totaal ander beeld dan Hir06 en de 12z-runs van alle andere modellen.
Voorlopig verworpen
4) Convectie vanaf de grond in de vore voor passage koufront. KEPS geeft
enkel voor het uiterste oosten nog enkele 100-en J/Kg Cape. Mocht de
vore/koufront trager doorkomen dan kan i.c.m. forse windschering (zowel
0-3 als 0-6 km) goed georganiseerde convectie ontstaan. Die kans lijkt
momenteel klein.
5) Neerslag bij koufront, hooguit wat lichte regen uit hoge Sc-velden.

ZICHT:
Het noordoosten van de FIR blijft aanhoudend gevoelig voor mist. Ook bij
en achter het opgetilde warmtefront mistkansen boven zee. In het
noordoosten komende nacht kans op een mistbank.

TEMPERATUUR:
De fijnschalige Harmonie modellen geven de beste indicatie in deze
(stralings)omstandigheden. Morgen in het zuidoosten lokaal Tx tot 28
graden. Vrijdag voor passage van de vore (en kort erna het koufront) nog
Tx 25-27 in het oosten.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI