Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 09 mei 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 08 mei 2020 om 23.26 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
De stroming op 500 hPa is westelijk, geleidelijk zuidwestelijk. Boven
Frankrijk bevindt zich een thermische vore die zich noordoostwaarts
uitbreidt tot boven het zuidoosten. Aan de grond is er aanvankelijk een
vlakke luchtdrukverdeling. De stroming wordt geleidelijk noordoostelijk
onder invloed van een krachtig hoog dat vanaf Groenland zuidoostwaarts
trekt. Zondagmiddag bereikt een inactief koufront (theta-w 850 hPa
ongeveer 5 C) het noorden en trekt zuidwaarts, de thermische vore trekt
dan ook zuidwaarts.

MODELBEOORDELING:
Er zijn duidelijke verschillen in de meest noordelijke positie van de
thermische vore en de bijbehorende neerslag. In de EC uitvoer komt het
koufront eerder, waardoor de convectie vanaf de grond onderdrukt wordt.
In de Harmonie uitvoer komt de vore tot aan een lijn Zeeland-Groningen,
in de EC uitvoer tot Drenthe en in de Hir uitvoer nog zuidelijker. Ook
is er nogal een verschil in de hoeveelheid en basis van de
grenslaagbewolking ten zuiden van het koufront met de meeste mist/ST in
de Hap1 en Hir uitvoer.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Ten N van het koufront een sterk toenemende NNO wind, boven de Noordzee
7 Bft, de 8 Bft bij Zeeland in de Hap1 uitvoer honoreren we nog niet.
Geen convectieve uitschieters in de uitvoer, de neerslag lijkt ook
nauwelijks convectief van aard te zijn.

BEWOLKING:
Ten zuiden van en bij het koufront boven de Noordzee en waarschijnlijk
een gebied/band met ST, landinwaarts is de kans klein. De zeer lage
basis in de Hap1 uitvoer lijkt niet zo realistisch.

NEERSLAG:
In de Hir uitvoer trekt zaterdagmiddag al een gebied met lichte regen
over het zuidoosten. Niet waarschijnlijk. Grote verschillen in de
locatie van de neerslag zondag. In de Hap1 uitvoer neerslag met
uitzondering van het NW, in de Hir- en Hap2 uitvoer zeer lokaal in het Z
en O. In de EC uitvoer voornamelijk in het ZO en O. Meest realistisch is
in het zuiden en oosten. Hoeveelheden zijn niet groot, cumulatief zeer
lokaal 2-5 mm. Neerslag lijkt vrijwel geheel stratiform te zijn, alleen
in het uiterste ZO CAPE in de Hir uitvoer rond 700 J/kg, progtemps zijn
niet overtuigend.

ZICHT:
In de nacht grondmist en een enkele mistbank, grootste kans in het
noorden en westen. Ten zuiden van het koufront waarschijnlijk slecht
zicht, mogelijk mist boven Zee.

TEMPERATUUR:
In opklaringen Tmin wat lager dan in de uitvoer. (Sterke ontkoppeling
bij weinig wind.)



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI