Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 04 mei 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 03 mei 2020 om 18.56 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied ten zuiden van IJsland beweegt oostzuidoostwaarts en
komt maandag overdag boven het noordwestelijke deel van de Noordzee te
liggen. Ons land bevindt zich in een zadelgebied met een oost-west
georiënteerde convergentiezone boven het midden van het land. Deze zone
is ook te herkennen in het windpatroon. Boven Noordwest-Frankrijk ligt
een frontale zone, waarvan het occlusiepunt actueel boven het uiterste
zuiden van Engeland ligt. Dit occlusiepunt beweegt oostwaarts en
passeert komende nacht als vlak lagedrukgebiedje net zuid van Limburg.
Daarna wordt de stroming op nadering van het hoog geleidelijk
noordoostelijk en anticyclonaal. De aangevoerde lucht wordt daarbij in
de loop van de maandag kouder en droger.

MODELBEOORDELING:
De synoptische ontwikkeling wordt door de modellen eenduidig beschreven.
Daarbij valt op dat de modellen het hierboven beschreven laagje nu een
klein beetje noordelijker laten koersen waardoor het uiterste zuiden van
Limburg nog te maken kan krijgen met de vochtige lucht die zich bij dit
laagje bevindt. Verschillen treden op als het gaat om de bewolking. HAP1
is te pessimistisch; net zoals gisteren wordt er op vrij forse schaal
grenslaagbewolking berekent net noord van ons land. Momenteel is daar in
het geheel geen sprake van. Ha40 is wat dat betreft representatiever. In
dit model wordt tevens een smalle zone met St bewolking zichtbaar in de
loop van de nacht op de dan nog aanwezige convergentiezone. Dat scenario
is niet geheel onrealistisch.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Momenteel is er sprake van Cu/Sc bewolking bij de convergentiezone, daar
bevinden zich tevens enkele Cb's met toppen tot ca. FL150. De
convergentie zorgt ervoor dat een Cb ook de komende uren tot de
mogelijkheden blijft behoren, al neemt de activiteit wel af. De
bewolking behorende bij het frontale systeem bevindt zich nu boven het
midden en zuiden van het land waarbij de laagste bewolking (Sc niveau)
zich boven het zuiden bevindt. In de nacht en vroege ochtend krijgt het
Limburgse heuvelland waarschijnlijk te maken met St bewolking. In de
loop van de maandag worden de Sc-velden met een in kracht toenemende
noordoostelijke stroming geleidelijk naar het zuiden verdrongen en
klaart het van het noorden uit steeds verder op. Boven land ontstaan dan
uiteraard wel ook nog enkele cumuli, in het zuiden bereiken deze
wellicht nog net het TCu-niveau met toppen tot FL090.

NEERSLAG:
Op de convergentiezone de komende uren enkele buien verder landinwaarts.
CAPE van max. 100-200 J/kg en een schering van ca. 10 kn is de
convectiemodus single cell. Het frontale systeem net zuid van Nederland
zorgt vanavond en in de nacht naar maandag in het zuiden voor af en toe
lichte regen. Maandagmiddag in het zuiden wellicht nog een enkel licht
buitje.

ZICHT:
In de polaire lucht goede zichtcondities, in de buien uiteraard
kortdurend teruglopend. De frontale neerslag in het zuiden van vanavond
valt uit bewolking waarvan de toptemperatuur niet per se laag genoeg is
voor verijzing. Dat betekent dat coalescentie hier en daar het dominante
proces voor neerslagsvorming zou kunnen worden, met kleinere
regendruppels en meer effect op het zicht tot gevolg. Ook kan het
dichter bij het laagje nevelig zijn. Komende nacht ligt de rugas van het
Atlantische hoog boven de Duitse Bocht en is het noordoosten gevoelig
voor nevel en mistbanken. Een dikke mistlaag wordt het waarschijnlijk
niet, gezien de toch al kortere nachten.

TEMPERATUUR:
Komende nacht in het noord(oost)en bij de rugas lokaal 2-3°C en kans op
vorst aan de grond. Elders meer wind (en/of) bewolking.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI