Guidance modelbeoordeling voor Nederland

02-05-2020 11:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 03 mei 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 02 mei 2020 om 12.35 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een sturend hoogtelaag bij Denemarken beweegt langzaam oostwaarts en
trekt via de zuidpunt van Zweden oostwaarts richting de Oostzee, waar
het op zondag opvult. Een west- tot noordwestelijke stroming voert
maritiem polaire lucht aan. Een secundair hoogtelaag ten oosten van de
Achterhoek is gevuld met koude lucht en trekt verder oostwaarts.
Vanmiddag trekt er een zwakke trekrug over ons land oostwaarts. Een
derde hoogtelaag ten oosten van Schotland trekt vandaag zuidoostwaarts
richting de Duitse Bocht, waar het geleidelijk opvult. Komende nacht
trekt dit nog als hoogtetrog over het noordoosten van het land. Een om
dit laag heen gedraaide occlusie beweegt komende nacht en zondagochtend
over het noorden van ons land (zuid)oostwaarts. Aan de zuidflank van
deze occlusiekrul lijkt nog een ONO-WZW georiënteerde convergentiezone
te zitten, herkenbaar als een vore, waar de lucht wat vochtiger is.
Zondag overdag breidt van het westen uit geleidelijk een zadelgebied uit
over onze omgeving. We blijven in de maritiem polaire lucht maar de
westelijke stroming neemt steeds verder in kracht af.

MODELBEOORDELING:
De synoptische ontwikkeling wordt door de diverse modellen eenduidig
beschreven. De neerslag is overwegend convectief van aard en het
karakter van de buien wordt door de Harmoniemodellen uiteraard het meest
realistisch weergegeven. Qua bewolking is HAP1 momenteel overdreven met
de St en komt HAP3, zoals vaak bij St die niet uit optrekkende mist
voorkomt, behoorlijk overeen met de actualiteit. Voor komende nacht en
morgenochtend houden we HAP3 in grote lijnen aan. Het mistsignaal in
Hirlam boven het noorden van het land lijkt niet zo realistisch,
aangezien er op nadering van de occlusiekrul waarschijnlijk vrij veel
Sc-bewolking (en mogelijk ook St) zal binnendrijven bij een geowind van
10-15 kn.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
In de polaire lucht veelal cumuliforme bewolking met vooral bij het
hoogtelaag Cb's, actueel toppen tot ca. FL200. A.g.v. de zwakke trekrug
verdwijnen de Cb's in de loop van de middag en blijven er slechts wat
ondiepe cumuli over. Later in de avond en vooral in de nacht naar zondag
een mengeling van convectieve en stratiforme bewolking op nadering van
en bij de occlusie, behorende bij het derde hoogtelaag. Cb-toppen dan
aanvankelijk nog tot maximaal FL200, maar de onstabiliteitsdiepte neemt
geleidelijk af. We zien bovendien een iets sterker signaal voor St,
zowel boven land als boven zee. De eerdergenoemde convergentiezone /
vore lijkt hier ook een rol te spelen. Zondag overdag op dagelijkse gang
vorming van Cu/TCu, tophoogte nog net tot FL100. Boven de noordelijke
helft van de FIR boven de Noordzee blijft nog lang vrij veel stratiforme
bewolking aanwezig.

NEERSLAG:
Actueel nog buien met onweer, goed te koppelen aan de CAPE. Vanaf het
begin van de middag wordt het van het westen uit droog en de laatste
buien verlaten het oosten van het land halverwege de middag. Later in de
avond verschijnen er enkele lichte buien in het westen van de FIR en
trekken in de nacht over het midden en noorden van het land, de CAPE is
met 100-200 J/kg een stuk minder. Ook overdag zien we nog enkele
geïsoleerde buien, dan met een CAPE van max. 100-200 J/kg en een
schering van ca. 10 kn is de convectiemodus single cell.

ZICHT:
In de polaire lucht goede zichtcondities. In buien matige zichten, in
een intensievere bui lokaal even slecht. Komende nacht lokaal mogelijk
nevel of een enkele mistbank.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI