Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 29 april 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 28 april 2020 om 17.51 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven de Baltische Staten trekt langzaam verder
oostwaarts. Een bijbehorend, nauwelijks herkenbaar koufront ligt
noordoost-zuidwest georiënteerd boven het midden van het land en is
enige tijd stationair. Noord van het front wordt in de grenslaag vrij
vochtige lucht aangevoerd. Een van oorsprong thermisch laag met
bijbehorende occlusie ligt nu in de vorm van een langgerekte vore boven
het zuidoosten van het land. Het zuiden en zuidoosten zijn aan de
zuidkant van de occlusie tijdelijk in de warmere lucht terecht gekomen
en de opbouw is daar onstabiel. In de vore ontwikkelt zich boven Het
Kanaal een aparte lagedrukkern die in de loop van de nacht en
woensdagochtend over het noorden van het land trekt. Op hoogte trekt
tegelijkertijd een zwakke trog oostwaarts over het land. In de verticaal
is sprake van een sterk hellend frontvlak waardoor het gehele patroon
iets hoger in de atmosfeer een stuk noordelijker ligt. Het bijbehorende
neerslagpatroon is dan ook voornamelijk boven het noorden en midden van
het land zichtbaar. Morgenmiddag bereikt een zwakke rug ons land van het
zuidwesten uit, in de avond gevolgd door een occlusie behorend bij een
nieuw laag in de buurt van Ierland. In de nacht naar donderdag bereikt
een geleidelijk activerende hoogtetrog het westen.

MODELBEOORDELING:
St en Sc bewolking wordt door de modellen te sporadisch weergegeven
momenteel. Kwestie van volgen van de actualiteit waarbij de verwachting
is dat de stratuskans aanvankelijk kleiner wordt (neerslag trekt
noordwaarts weg), maar in de loop van de avond vooral in het noorden
weer toeneemt wegens een combinatie van enige dagelijkse gang en het
noordwaarts trekken van de vore (wegvallen van de wind). De locatie van
het hiervoor beschreven lagedrukgebied wordt nu door alle modellen op
dezelfde wijze beschreven.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de zuidoostflank van het lagedrukgebied zou kortstondig en lokaal 6
Bft kunnen worden bereikt, afhankelijk van de mate waarin het laagje
uitdiept. Alleen Ha40 geeft daar momenteel een indicatie op.

BEWOLKING:
Nabij het stationair geworden front en de vore op meerdere plaatsen St
(zie ook modelbeoordeling). Nabij en ten zuidoosten van de occlusie
Sc/Cu en Cb's met toppen mogelijk tot ca. FL300. In het zuidoosten van
het land (zuid van de occlusie) Sc/Cu. Vanavond nabij het stationaire
front en in de vore St in een brede strook boven ons land. Het zal
morgen mogelijk lange tijd duren voordat de St overal is verdwenen,
vooral nabij het laag. Zuid van het laag knappen de condities in de loop
van de ochtend waarschijnlijk wel op met Cu/Sc. In de ochtend in het
oosten en zuidoosten nog kans op een enkele TCu, toppen tot FL100.
Morgenavond op nadering van en bij de occlusie Sc/Ac. Achter de occlusie
wederom Sc/Cu. Nabij de trog Sc en enkele Cb's, toppen tot FL150.

NEERSLAG:
Ten noorden van koufront en occlusie valt stratiforme neerslag. De
convectieve neerslag lijkt voorbehouden aan het zuidoosten bij de
occlusie en in de warme lucht ten zuidoosten daarvan. In een regime met
200-400 J/kg CAPE en een effectieve schering tussen 10-15 kn is de
convectieve modus single-cell. De kans op onweer is niet uit te sluiten
in het zuiden van het land, ook in de avond kan zich dat nog voordoen
aangezien de naderende hoogtetrog de activiteit in stand kan houden.

ZICHT:
Goed, in neerslag matig. Bij het stationaire front en in de vore
vanavond en komende nacht mogelijk slecht zicht. Ook nabij het laag
morgen (vooral boven de noordelijke helft van het land) matige tot
mogelijk slechte zichtcondities.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI