Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op vrijdag 24 april 2020 om 04.15 uur

Geldig van zondag 26 april tot vrijdag 08 mei

Synoptische ontwikkeling:
Boven het oosten van de Atlantische Oceaan ligt een hoogterug, boven het
noordoosten van Europa een goot lagedrukgebied. Hierdoor staat er een
noordwestelijke hoogtestroming in ons aandachtsgebied. Een klein
hoogtelaag tussen IJsland en Schotland trekt aan de oostflank van de rug
nog iets zuidoostwaarts. Tot dinsdag blijft de blokkade tussen Schotland
en Groenland nog redelijk intact, daarna wordt het genoemde hoogtelaag
opgenomen in een grootschaliger hoogtelaag dat vanaf de oceaan langzaam
oostwaarts trekt. De blokkade wordt hiermee afgebroken en een licht
meanderende zonale stroming stelt zich in, waarbij geregeld fronten of
troggen passeren.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
De laatste twee model-runs laten vanaf komende dinsdag een duidelijke
tendens naar een meer zonale weststroming zien. In de EC
cluster-plaatjes zien we dat ook wel terug. Vanaf dinsdag 28 april zin
er een viertal clusters, twee daarvan (50-60% van de EPS-leden) laten
een redelijk doorstroomde westcirculatie zien tot aan het einde van de
volgende week. Enkele leden, waaronder de Oper, geven dan zelfs een
indicatie voor zware windstoten. In de andere twee clusters houdt de
stroming op het oostelijk deel van de oceaan een sterk diffluent
karakter. Vanaf het weekeinde van van 2-3 mei heeft de hoogtestroming de
neiging om meer en meer te gaan golven. In een toenemend aantal leden
zien we in de eerste week van mei de neiging naar een geblokkeerd
patroon boven West-Europa of het oosten van de oceaan. De kans op
maximumtemperaturen (ruim) boven normaal neemt dan tijdelijk toe naar
ongeveer 60%. de spreiding is daarbij overigens zeer groot.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Aanvankelijk zonnige perioden en droog. Vanaf dinsdag wisselvalliger met
geregeld regen of enkele buien.

Samenvatting EPS-periode:
Eerst grote kans (60-70%) op voortzetting van het wisselvallige weertype
met maxima iets onder het langjarig gemiddelde. Later in de periode
mogelijk een droger en warmer weertype.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI