Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 24 april 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 23 april 2020 om 17.55 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied tussen IJsland en Noorwegen heeft een uitloper naar
de Duitse Bocht, deze rug verplaatst zich geleidelijk westwaarts en komt
N-Z georiënteerd voor de Engelse oostkust te liggen. Een vlak
lagedrukgebied ligt om 18 UTC boven het noorden van Frankrijk en heeft
een NO-waarts gerichte vore via het zuidoosten van ons land richting het
noorden van Duitsland. Dit laag trekt noordwaarts en vult vanavond en
vannacht boven het oosten van ons land op. Hierdoor blijft er opnieuw
een vore over, maar nu vanuit een laag boven het midden van Scandinavië
dat zuidoostwaarts beweegt. Deze verandering van het stromingspatroon
heeft in ons land tot gevolg dat de luchtdrukgradiënt afneemt en de
stroming noordelijk wordt en in de grensland geleidelijk koelere lucht
vanaf de Noordzee aanvoert. Vrijdagavond volgt er een barokliene band
van het noorden uit die zaterdagochtend van Noord-Holland naar Twente
ligt. Deze band wordt geanalyseerd als een zeer zwak koufront, dat zich
momenteel voor de westkust van Noorwegen bevindt. De rug van hoge druk
breidt zich in de nacht naar zaterdag weer uit over het westen en zuiden
van het land.

MODELBEOORDELING:
Enige aandachtspunt is de lage bewolking die vanaf de noordelijke
Noordzee langzaam zuidwaarts beweegt. Hirlam heeft weer last van
onrealistische afkoeling boven de Noordzee waardoor daar grote
mistvelden ontstaan, deze negeren we. HAP1 heeft een klein mistveldje
bij de zuidwestpunt van Noorwegen, in werkelijkheid zit er in dit gebied
iets meer stratus en bevindt de zuidelijke begrenzing zich een fractie
zuidelijker. HAP2 en 3 laten in het geheel geen stratus zien in dit
gebied. In de loop van vrijdag beweegt deze lage bewolking aan de
zuidzijde van het zwakke koufront zuidwaarts. HAP1 houdt de lage
stratus, terwijl HAP2 en 3 alleen met een smalle band met Sc-bewolking
komen. Omdat de zuidelijke begrenzing van de stratus zich al iets
zuidelijk bevindt dan in HAP1 houden we er rekening mee dat deze
bewolking vrijdag al eerder op de dag het uiterste noorden zou kunnen
bereiken, mogelijk al in de ochtend. Vrijdagavond en de nacht naar
zaterdag laat HAP1 de hoeveelheid stratus aan de voorzijde van het
zwakke koufront flink uitbreiden met in het zuidwestelijk deel van de
FIR ook steeds meer mist en boven het westen van het land ook veel
stratus. HAP2 en 3 houden het op een zone met Sc-bewolking met aan de
voorzijde slechts hier en daar een pluk stratus. Van HAP1 weten we dat
deze de uitbreiding van de lage bewolking vaak wat te fors aanzet.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Nabij het koufront een smalle band met Sc. Aan de zuidzijde kans op
vorming van wat plukjes stratus.

NEERSLAG:
Geen bijzonderheden.

ZICHT:
Met de aanlandige wind heeft vochtige lucht in het zuidwesten het verst
landinwaarts kunnen binnenstromen. De dauwpunten lopen hier op naar
8/9°C en komende nacht is deze omgeving ook het gunstigst voor de
vorming van nevel. In de nacht naar zaterdag zien we aan de zuidflank
van het koufront op meer plaatsen nevel en mogelijk mist ontstaan.

TEMPERATUUR:
Doordat de wind vanaf zee gaat waaien doet de temperatuur vrijdag in
vergelijking met vandaag een stap terug, maar dit effect zal met name in
de kustprovincies merkbaar zijn, in Limburg kan het evengoed nog 22°C
worden.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI