Guidance middellange en lange termijn

23-04-2020 02:40
Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op donderdag 23 april 2020 om 04.22 uur

Geldig van zaterdag 25 april tot donderdag 07 mei

Synoptische ontwikkeling:
Boven het oosten van de Atlantische Oceaan ligt een hoogterug, boven het
noordoosten van Europa een goot lagedrukgebied. Hierdoor staat er een
noordwestelijke stroming in ons aandachtsgebied. Een klein hoogtelaag
bij IJsland trekt aan de oostflank van de rug zuidoostwaarts en ligt
zondag/maandag boven de noordelijke Noordzee. Noord van dit laag breidt
het Atlantische hoog zich begin van de komende week uit richting het
noorden van Scandinavi?. Dit resulteert nog steeds in een geblokkeerd
patroon boven het noorden en noordwesten van Europa. West hiervan is het
hoogtepatroon nog steeds sterk diffluent karakter, met nog een tamelijk
zuidelijke koers van diverse frontale storingen (over Midden- en
Zuid-Europa, dit is de zuidelijke tak van de straalstroom). Later in de
volgende week begint de min of meer zonale stroming boven de Atlantische
Oceaan steeds sterker te meanderen, waardoor het maar de vraag of het
geblokkeerde patroon boven het noorden van Europa overtuigend wordt
afgebroken.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
De onzekerheid in de weersontwikkeling na het weekeinde is tamelijk
groot. Dit heeft voor een groot deel te maken met het gedrag van het
bovengenoemde hoogtelaag. In de EC-cluster kaartjes zien we tot midden
volgende week in een merendeel van de EPS-leden (2/3 deel) een min of
meer geblokkeerd patroon boven het noorden of noordwesten van Europa,
waarbij de straalstroom een zuidelijke positie heeft. In de tweede helft
van de week gaat het diffluente patroon boven de oceaan, dat we
eigenlijk in 80-90% van de EPS-leden zien, meer en meer over in een
sterk meanderende stroming, waarbij in het weekeinde van 2-3 mei in
ongeveer 1/3 deel van de EPS-leden opnieuw een geblokkeerd patroon boven
het noorden van de oceaan of Scandinavi? laat zien. Tot midden van de
volgende week lijkt er in ons land sprake van een tamelijk vlakke
drukverdeling, waarbij er grote verschillen in temperatuur kunnen
voorkomen tussen het zuidoosten en het noord(westelijk) kustgebied. De
thermische gradi?nt ligt tot die tijd namelijk steeds min of meer NO-ZW
geori?nteerd in de buurt van Nederland, waarbij de relatief warme lucht
steeds dichtbij is.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Overgang naar een weertype met meer bewolking en lagere temperaturen.
Aanvankelijk is het droog, later neemt de kans op wat regen of enkele
buien toe.

Samenvatting EPS-periode:
De dagelijkse kans op neerslag ligt rond 40%. De maximumtemperatuur
loopt landinwaarts waarschijnlijk op naar waarden rond of enkele graden
boven het langjarig gemiddelde. Later wordt de spreiding van de
temperatuur zeer groot.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI