Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 07 april 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 06 april 2020 om 15.26 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoog boven Oekraïne trekt oostwaarts. Een lagedrukgebied zuid van
IJsland trekt noordoostwaarts. In onze omgeving staat eerst een
zuidelijke stroming waarmee droge en van oorsprong polaire lucht wordt
aangevoerd. Het bij het laag behorende N-Z georiënteerde koufront boven
het westen trekt in activiteit afnemend oostwaarts. Daar vooruit wordt
in een smalle zone vochtigere lucht aangevoerd, de voorste begrenzing
aangegeven met een zwak warmtefront. West van het koufront wordt met een
west- tot zuidwestelijke stroming polaire lucht aangevoerd die onderin
nog wel vrij vochtig is. Drogere lucht bevindt pas zich achter een
diffuus tweede koufront (Td gaan dan van ca. 8 naar 3-4), dat in de loop
van de avond het noordwesten van de FIR bereikt en aan het einde van
komende nacht tot stilstand komt ten noorden van de Wadden. Een uitloper
van een hoog boven Het Kanaal trekt noordoostwaarts en komt morgen boven
het noorden te liggen en ontstaat in de loop van de dag een apart hoog.
Aan de zuidflank hiervan wordt stroming zwak oostelijk wordt. In de
bovenlucht wordt de stroming zuidelijk waardoor beide inactieve fronten
morgen overdag weer als warmtefront worden opgetild. In de loop van de
morgenmiddag en avond komt het gehele land daardoor weer in de warmere
lucht.

MODELBEOORDELING:
Wat neerslag betreft laten alle modellen min of meer dezelfde tendens
zien: aan de kust en in het westen regen, naar het oosten toe sterk in
activiteit afnemend. Belangrijkste aandachtspunt voor komende nacht is
de vorming van mist. Vooral de Harmonies komen met een uitgebreid
signaal, EC en Hirlam laten later mist ontstaan, op minder uitgebreide
schaal en ook minder dik. Mogelijk treedt er in de diverse
Harmonie-versies te veel verdamping op. We gaan er dan ook van uit dat
het signaal te sterk en te uitgebreid is. De meest recente HAP1 en HAP2
zijn overigens wel wat droger geworden dan de voorgaande runs. De vraag
is verder in hoeverre het vocht komende nacht als dauw neerslaat vanwege
het ontbreken van wind. Pas ten noorden van het tweede koufront zijn de
condities beter.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Morgenmiddag langs de noordkust en langs het IJsselmeer tijdelijk kans
op wind vanaf het water.

BEWOLKING:
Op nadering van en bij het koufront vooral middelbare en hoge bewolking,
bij het grondfront ook een smalle zone met (lage) SC en lokaal mogelijk
wat ST. Ook achter het koufront mogelijk nog wat velden met stratus.
Dinsdag na het optrekken van de mist (lokaal tijdelijk met ST) weinig
bewolking, alleen hoge bewolking en enkele Cu.

NEERSLAG:
Bij het koufront een smalle zone met regen, boven het westen van de FIR
mogelijk ook matige regen. De activiteit neemt af terwijl het front
oostwaarts trekt. Neerslagsom van hooguit 1 mm in het zuidoosten tot
circa 3 lokaal in het westen en noorden.

ZICHT:
Aanvankelijk uitstekende zichten. Achter het zwakke warmtefront boven
zee en later vanavond ook boven land teruglopend, bij het koufront
matig/slecht. Achter het koufront vannacht op steeds meer plaatsen mist,
met nog onzekerheid in de schaal waarop de mist gaat vormen. Pas ten
noordwesten van het westelijke koufront goede zichten.

TEMPERATUUR:
In het Waddengebied mogelijk achterblijvende temperaturen dinsdag
overdag wanneer de mist en lage stratus daar nog lang hardnekkig
blijven.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI