Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 06 april 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 05 april 2020 om 23.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoog boven Oost-Europa trekt oostwaarts naar Rusland. Een
lagedrukgebied zuid van IJsland trekt noordwaarts. In onze omgeving
staat daardoor momenteel nog een zuidoostelijke stroming waarmee vrij
droge en van oorsprong (boven het continent opwarmende) polaire lucht
wordt aangevoerd. Het bij het laag horende N-Z georiënteerde
warmtefront bereikt in de loop van de ochtend het westen van de FIR en
trekt gedurende de middag over het land, kort voorafgegaan door een
(overdag scherper wordende) vore. In de warme sector wordt vochtige
maritiem tropische lucht aangevoerd. In de loop van de avond volgt van
het westen uit het N-Z georiënteerde koufront dat in de tweede helft
van de nacht naar dinsdag het zuidoosten verlaat. Achter het koufront
wordt met een zwakke west- tot zuidwestelijke stroming polaire lucht
aangevoerd die vrij vochtig is onderin. Boven het westen van Het Kanaal
bouwt vanavond een hoog op dat dinsdag boven het noorden komt te liggen
waardoor de stroming zwak oostelijk wordt.

MODELBEOORDELING:
Tot vanmiddag geen bijzonderheden. De verschillen bij het koufront zijn
afgenomen en kenmerkend voor de verschillende modellen: in de
Harmonie-uitvoer de grootste kans op ST en in de HIR-uitvoer het meest
uitgebreide neerslaggebied. Aandachtspunt is vooral wat er gaat gebeuren
achter het koufront, aangezien de aangevoerde lucht vooral onderin
aanvankelijk vrij vochtig blijft en het breed zal gaan opklaren. HIR
komt in de loop van de avond boven zee al met een mistsignaal, de andere
modellen houden het op matig of slecht zicht, alvorens de zichten in de
loop van de nacht weer oplopen. Boven land ontstaat er in alle modellen
op uitgebreide schaal mist, in de Harmonies zien we in het noorden de
nog aanwezig stratus aangroeien en zakken tot (vrijwel) aan de grond, in
HIR zien we iets soortgelijks gebeuren in het zuidoosten. Door de zwakke
stroming lijkt ook dit scenario goed mogelijk. Met de naar oost
draaiende wind zien we de mist later in de nacht en dinsdagochtend de
Noordzee opdrijven. Door de sterke dagelijkse gang lost de mist boven
land vrij gemakkelijk op, daarbij waarschijnlijk kortdurend overgaand in
lage stratus. Boven zee blijft de mist waarschijnlijk hardnekkig,
hetgeen ook een aandachtspunt is voor het noordelijk kustgebied.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
De 6-7 Bft die actueel gemeten wordt op de Noordzee-platforms is het
gevolg van het windmaximum in de stabiele laag en dus een overschatting
van de wind nabij het oppervlak (ook terug te zien in de te lage
golven). Overdag boven land weer een vlagerige wind.

BEWOLKING:
Vandaag in de loop van de middag en avond op nadering van en bij het
koufront middelbare en hoge bewolking en bij het grondfront ook een
smalle zone met lage SC en mogelijk ST. Achter het koufront mogelijk dus
nog wat velden met stratus, zie de modelbeoordeling. Dinsdag weinig
bewolking, wellicht wat hoge bewolking en wat Cu.

NEERSLAG:
Bij het koufront en daar vooruit enige tijd lichte regen, boven het
westen van de FIR mogelijk ook matige regen. De activiteit neemt af
terwijl het front oostwaarts trekt. Neerslagsom van hooguit 1 mm in het
zuidoosten tot circa 3 in het westen en noorden.

ZICHT:
Tot het warmtefront uitstekende zichten. In de warme sector teruglopend,
bij het koufront matig/slecht. Achter het koufront boven land op
uitgebreide schaal mist, onder stratus waarschijnlijk nevel. Pas verder
achter het koufront boven zee oplopende zichten, alvorens de mistvelden
vanaf het land met een naar oost draaiende wind weer de zee oplopen. Zie
de modelbeoordeling.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI