Guidance modelbeoordeling voor Nederland

28-03-2020 01:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 29 maart 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 28 maart 2020 om 01.36 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied boven Rusland heeft een verbinding met een opbouwend
krachtig hoog dat ten zuiden van IJsland. Met een noordoostelijke
stroming wordt continentaal polaire lucht aangevoerd. Vanavond nadert op
de Noordzee van het noorden uit een zwak koufront het uiterste noorden
van de FIR. Dit koufront (Theta-w850= +6°C) passeert aan het einde van
zaterdagavond het zuidoosten. Tussen Schotland en Zuid-Noorwegen bevindt
zich een volgend koufront in de polaire lucht. Ook dit front trekt
zuidwaarts en ligt aan het eind van zaterdagavond boven het noorden van
de FIR en verplaatst zich zondag zuidwaarts over het land. Er bevindt
zich zeer koude lucht achter dit front en "actueel" (volgens de
modellen) is T850 tussen IJsland en Groenland -18°C en T500<-40°C.
Deze lucht warmt richting het zuiden natuurlijk wel steeds verder op. Na
de laatste frontpassage gaat Thetaw-850 naar -3°C. De opbouw wordt
vanaf zaterdagavond laat en in de nacht naar zondag onstabiel worden tot
ca. FL100. Zondagochtend passeert van het noorden uit een hoogtetrog en
daalt de temperatuur op 500 hPa naar -35 in het noordoosten. De fetch in
de NNO-stroming wordt tegelijkertijd wat langer.

MODELBEOORDELING:
HAP1 komt bij het eerste zwakke koufront met veel meer stratus onze FIR
binnen, de overige modellen houden het meer bij Sc-velden met mogelijk
een flard stratus. HAP1 laat echter ook mistgebieden zien tegen de
Noorse zuidkust die er in werkelijkheid niet zit. Voorlopig negeren we
het beeld van HAP1. Verder ook wat verschillen in de mate van convectie
later op zaterdagavond en de nacht naar zondag, zie verder bij
neerslag.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de kustdistricten seinen voor 6 Bft. In de middag en avond neemt de
wind in de kustdistricten verder toe naar 7 Bft, deels door thermische
effecten.

BEWOLKING:
Vannacht van het noorden uit bij het eerste zwakke koufront aanvankelijk
lokaal St (zit er nu ook al), maar als dit front verder zuidwaarts trekt
lift de basis naar Sc-niveau. Wat dan overblijft is een vrij dunne laag
Sc-bewolking die zaterdag overdag met name het noorden en noordwesten
binnentrekt. Boven land gaat de Sc over in ondiepe Cu-bewolking. Boven
zee Cu, toppen FL060. Op het 'arctische' front ondiepe Sc-bewolking.
Vanaf later zaterdagavond en in de nacht naar zondag zien we boven de
Noordzee vorming van Cu/TCu/Cb met toppen tot maximaal FL100. Zondag
bevindt de koudste bovenlucht zicht boven de zuidoostelijke helft. Daar
kan de convectie dan tot rond FL100 gaan.

NEERSLAG:
De modellen komen met lichte neerslagsignalen achter het eerste zwakke
koufront. De verticale profielen laten nauwelijks een TCu toe, maar een
enkel spatje is niet helemaal uit te sluiten. Het zal de condities zeker
niet beperken gezien de luchtsoort. Vanaf later zaterdagavond en in de
nacht naar zondag vorming van enkele buien op de Noordzee. Door de
langere fetch bij een NNO-wind zien we dan de meeste buien in het
zuidwestelijke deel van de FIR boven de Noordzee. Dit buiensignaal is in
EC en Hirlam beduidend sterker dan in HAP1 en HAP2. Zondag overdag
vooral door dagelijkse gang enkele lichte buien boven het oosten en
zuidoosten. Met een nattebol-temperatuur van net boven nul kan er lokaal
ook wat lichte (natte) sneeuw bij zitten.

ZICHT:
Wellicht nabij het eerste zwakke koufront lokaal wat nevelig, dit zien
we actueel ook in de waarnemingen nabij het koufront. Verder goede
zichtcondities.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI