Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 25 juli 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 24 juli 2016 om 05.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aanvankelijk bevindt ons land zich in een zadelgebied, waarin warme en
vochtige lucht aanwezig is. Aan de grond is aanvankelijk een zwakke vore
aanwezig van Amsterdam naar Nijmegen, die langzaam oplost. Duidelijke
convergentiezones aan de grond zien we in de middag eigenlijk niet meer
terug, of het moet een gebied met zwakke zeewind-convergentie boven
Noord-Holland zijn. Het hele oude front, dat de westelijke begrenzing
vormt van de warme lucht ligt net ten westen van ons land en lijkt in de
loop van de dag langzaam oostwaarts te bewegen. Oost van dit front zien
we een Theta-w850 tong van 16 C noord-zuid boven het midden van het land
liggen. Het front en de Theta-w tong verplaatsen zich zondag heel
geleidelijk oostwaarts. Dit betekent dat zowel aan de grond als op enige
hoogte iets drogere lucht binnenstroomt en de buienkans afneemt. In de
nacht naar maandag beweegt het front verder oostwaarts en verlaat het
land. Maandag in de loop van de ochtend passeert van het westen uit een
volgend zwak en grotendeels geoccludeerd front. Pas daarachter lopen de
dauwpunten in een westelijke stroming verder terug.

MODELBEOORDELING:
Behalve dagelijkse gang lijkt er geen duidelijke forcering meer
aanwezig. In de zeer vlakke drukverdeling lijken in de middag nog
slechts hele zwakke thermisch gedreven convergentie-gebiedjes aanwezig.
Opvallend is echter wel een convergentie-zone boven Noord-Holland.
Convectietemperatuur ligt iets lager dan gisteren, rond 24 graden.
Tussen de modellen zien we behoorlijke verschillen in de positie van de
convectieve signalen. Zo berekent Harmonie36 een uitgesproken signaal
boven Noord-Holland op de zeewind-convergentie, Harmonie38 veel minder.
Voorkeur voor de zwaarste buien lijkt in de meeste modellen echter
steeds voor het oosten en noordoosten, hoewel het een zeer lokaal
gebeuren zal zijn.
De CAPE-waarden lijken een fractie lager dan zaterdag, de waterinhoud is
vergelijkbaar (PPW 35-40) en ook de treksnelheid is nog gering, 5-10 kn,
zodat net als zaterdag zeer lokaal nog vrij veel neerslag kan vallen. We
gaan uit van het accent van de buien in de oostelijke helft.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Nauwelijks stroming en dus weinig impulsuitwisseling. Max. 25 kn in een
bui.

BEWOLKING:
Nabij het zwakke front veel St/Sc, verder ook boven land uitbreidend.
Tegen de middag moet het meeste St boven land weer weggebrand zijn.
Ontwikkeling van Cb's door dagelijkse gang, in Noord-Holland mogelijk
ook door zeewind-convergentie. Toppen in de oostelijke helft tot
FL200-250, in het westen als het gebeurt tot FL150-200. In de avond
inzakkend. Op het zwakke front van maandag waarschijnlijk een bandje met
Sc, overgaand in Cu verder landinwaarts. Maandag achter de occlusie
slechts nog wat ondiepe Cu.

NEERSLAG:
Met name in het oosten en noordoosten in de middag en begin van de avond
zeer lokaal een enkele pittige (onweers)bui. Schering niet veel meer dan
10 kn, modus overwegend pulse-storm. bij CAPE in de orde van 1500 J/kg.
KOUW/INDECS zijn een stuk gematigder dan gisteren, tot ver in de middag
slechts rond 25%, vanavond tussen 30-60% in het noordoosten. Mochten de
toppen niet verder komen dan FL200, dan liggen de top-temperaturen niet
lager dan -12 tot -14 en is het verklaarbaar dat de onweerskansen niet
heel groot zijn. Cb's moeten echt verder doorschieten, wat zeer lokaal
mogelijk is. Maandag slechts een zwak signaal op de overtrekkende
occlusie, vooral in Hirlam, EC is sterk verbrokkeld. Stelt hoe dan ook
waarschijnlijk niet veel voor.

ZICHT:
Boven land vanochtend nevelig, zuid van het St-gebied lokaal ook mist.
Boven zee meest goede zichten, in Duitse Bocht aanvankelijk echter
nevel. Overdag verbeterend, maar in een bui matig tot slecht. Komende
nacht vooral in het oosten mogelijk nog nevelig, mist is in het begin
ook niet uit te sluiten.

TEMPERATUUR:
Snelheid waarmee T oploopt sterk afhankelijk van het oplossen van de St.
Waarschijnlijk schiet de temperatuur pas in de middag door naar waarden
boven 25 graden. In het oosten rond 27 graden.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI