Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 24 juli 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 23 juli 2016 om 11.47 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een langgerekte hoogtetrog 06 UTC ligt van de zuidelijke Noordzee naar
Zuid-Frankrijk ligt. In het zuidelijk deel van deze hoogtetrog snoert
zich vanochtend een apart laag af, dat
In het gronddrukpatroon zien we bij aanvang boven de Noordzee een zwak
hogedrukgebied, boven het zuiden van Duitsland is een vore van lagedruk
aanwezig die zich uitstrekt tot over het zuidoosten van ons land. In ons
aandachtsgebied staat in het algemeen een zwakke noordelijke stroming.
Een uitermate zwak front ligt nog steeds boven de oostelijke Noordzee en
net ten westen van ons land. Dit front komt niet naderbij en de komende
48 uur blijven we dus te maken houden met dezelfde warme, vochtige en
onstabiele luchtsoort. Hierin kunnen buien ontstaan met name op
dagelijkse gang, maar ook convergentie onderin speelt hierbij soms een
rol.

MODELBEOORDELING:
De aanwezige luchtsoort kenmerkt zich vooral door een hoge waterinhoud.
Forcering in de bovenlucht is er aanvankelijk niet of nauwelijks, pas in
de middag zorgt mogelijk een zwakke hoogtetrog naast de dagelijkse gang
voor extra forcering. Aan de grond is zwakke convergentie nabij het
(zuid)oosten terug te vinden. Dit is in de modellen dan ook het
voorkeursgebied voor het ontstaan van de eerste buien waarna door
verdere opwarming ook elders in het oosten de buienkans toeneemt.
Uiteraard zijn er wel wat verschillen tussen de modellen maar heel groot
zijn die nu ook weer niet.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij buien zijn zeer lokaal windstoten mogelijk. Waterloading levert er
de grootste bijdrage aan. Waardes rond 30 kn zijn m.i. mogelijk.
Impulsuitwisseling en afkoeling door verdampende neerslag leveren weinig
of geen bijdrage vanwege de zwakke hoogtewinden en de vochtige lucht.

BEWOLKING:
Nog steeds lokale ST die moeizaam oplost. Boven zee zal St lokaal
hardnekkig zijn. De modellen geven hier een redelijke indicatie voor en
ze laten ook zien dat er buitengaats geen structurele verbetering te
verwachten is. In de loop van de middag kans op forse CB's als de
dagelijkse gang mee gaat spelen (vanaf 25-26 graden). In feite is de
situatie niet wezenlijk anders dan de afgelopen. Hoogste toppen lijken
in het oosten voor te kunnen komen, lokaal tot FL400. Komende nacht en
morgenochtend boven land weer lokaal ST. Morgenmiddag opnieuw vorming
van enkele CB's.

NEERSLAG:
Vanmiddag de grootste buienkans in het oosten en zuidoosten van het land
(vore + dagelijkse gang). Cape-waardes liggen vanmiddag in het oosten
rond de 2000 J/kg, windschering is gering en komt niet of nauwelijks
boven de 10 kn uit. Pulse storm is de meest waarschijnlijke
convectiemodus. Neerslaghoeveelheden kunnen met de zeer lage
treksnelheid lokaal groot zijn. Onweerskansen zijn uiteraard groot bij
de huidige progtemps, KOUW geeft hoge kansen in het zuidoosten/oosten.
Dit past prima in het conceptuele beeld. Morgen weinig verandering in
dit beeld. Mogelijk dat de buienkans dan het grootst is meer boven het
midden en noordoosten van het land omdat daar dan van enige convergentie
sprake kan zijn.

ZICHT:
In het zuidoosten nevel wat maar moeizaam optrekt omdat de instraling
daar beperkt is door de aanwezige buien ten zuidoosten van ons land. In
onweersbuien uiteraard ook matig tot slecht zicht. Komende nacht kans op
mist(banken) vooral in de gebieden waar buien gevallen zijn.

TEMPERATUUR:
Vanmiddag in het oosten Tx =27, op de Wadden 21 graden. Morgen in het
oosten iets hoger.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI